Gasthuisstraat
De coronamaatregelen brachten ons eerder bij het verhaal van de Lazarijstraat, maar ook de Hasseltse Gasthuisstraat (korte verbindingsstraat tussen Demerstraat en Molenpoortplein) was in vroegere quarantainetijden van grote betekenis. In 1626 schonk de Stadsmagistraat het gebied ‘pestboomgaard’ aan de pastoor van het begijnhof. Hij stichtte er een klooster, samen met drie grauwzusters uit Diest, omdat de noodzaak zich opdrong om de, vaak in de stad ronddolende, pestlijders af te zonderen en te verplegen. Want in die tijd werd de stad geregeld getroffen door de pestepidemie die telkens veel slachtoffers maakte. Dit pesthuis, gelegen tussen de stadswal en de nieuwe Demer, lag bewust aan de rand van de stad om de ellende van de pest uit het stadsleven te houden en om de verdere verspreiding van de ziekte te verhinderen. De onmiddellijke nabijheid van het Demerwater was een vereiste om in de algemene hygiëne van een pesthuis te kunnen voorzien.
De zusters werkten zelf aan de realisatie van een kapel. Het klooster werd toen ‘Barbaradal’ genoemd. Naast het opvangen van pestlijders, maakten de zusters zich ook verdienstelijk in tijden van cholera- en tyfus epidemies.
Eind 18de eeuw werd de kloostergemeenschap ontbonden wegens de anti-kerkelijke politiek van de Fransen die het Prinsbisdom Luik hadden ingelijfd. Het kloostercomplex en het pestkwartier deden dan dienst als kazerne. Twee decennia later werd het gebouw terug in gebruik genomen als klooster en hospitaal van de Grauwzusters. Rond 1850 werden de stadswallen afgebroken en werd de Boulevard du Nord, ook Boulevard du Canal (pas in 1903 Thonissenlaan) aangelegd. Toen kon het gasthuis worden uitgebreid met een monumentale vleugel aan de kant van die Boulevard. Opgestart in 1868 en afgewerkt in 1871, was het een elegant gebouwengeheel geworden, in harmonie met de 17de-eeuwse gebouwen van het klooster en het ziekenhuis.
In 1944, tijdens een bombardement in WOII werd de kapel in de Gasthuisstraat volledig vernield en de hospitaalgebouwen zwaar beschadigd. Na de oorlog werd alles heropgebouwd. Het hospitaal werd echter al snel te klein, en het nieuwe Virga-Jesseziekenhuis in de Stadsomvaart werd vanaf 1961 in gebruik genomen. De zusters bleven in het klooster wonen tot ze in 1983 verhuisden naar de overkant van de Gasthuisstraat, naar het Sint-Elisabethrusthuis. Momenteel is het Hasselts Modemuseum gevestigd in de oude kloostergebouwen.
Hèbbe dee zèsterkes touen euch èrregerans e stambield gekrege?