Gele happer Pac-Man mag veertig kaarsjes uitblazen
Het iconische gamepersonage Pac-Man is officieel een veertiger. Op 22 mei 1980 werd in Tokio een eerste test gehouden, een maand later zou de gele happer de wereld veroveren en een mijlpaal heien in de gamegeschiedenis.
Pac-Man werd bedacht door de pas afgestudeerde ingenieur Toru Iwatani. De 24-jarige Japanner wilde eigenlijk flipperkasten bouwen, maar belandde bij gamebedrijf Namco. Daar ontwikkelde hij drie pinballgames: Gee Bee, Bombe Bee en Cutie Q. In april 1979 vond Iwatani de tijd rijp om eens een heel ander videospel te maken. “Op dat moment was het thema in bijna alle bestaande videogames hetzelfde: ruimteschepen die aliens uit de lucht moesten schieten. Ik wilde een videospel ontwikkelen dat ook vrouwelijke spelers aansprak”, aldus de geestelijke vader van Pac-Man. Samen met een negenkoppig team ging Iwatani aan de slag. “Ik wilde een game maken die rond het Japanse woord taberu of ‘eten’ draaide.” In interviews destijds verklaarde Iwatani dat het idee voor zijn hoofdpersonage kwam toen hij een pizza at. “Ik had er net een punt uitgesneden en daar was het: de figuur van Pac-Man.”
Popeye
Omdat hij op een vrouwelijk doelpubliek mikte, vond Iwatani dat de monsters er schattig moesten uitzien. Hij koos voor kleurrijke spookjes die doen denken aan de kop van een bezemmop met oogjes op. Eten stond centraal in de gameplay. De naam - Puck-Man in het Japans - werd afgeleid van de Japanse onomatopee paku-paku, wat vrij vertaald ‘hap-hap’ betekent. Pac-Man moest in elk level ook 240 bolletjes en tussendoor wat kersen of aardbeien opeten. Tijdens zijn schransexpeditie probeerde hij de spookjes - Inky, Blinky, Pinky en Clyde - te ontwijken, maar in de vier hoeken van elke doolhof zaten krachtpillen verstopt waarmee hij de rollen kon omkeren en de spoken opeten. Dat idee is deels gepikt van de animatieserie Popeye, de matroos die ook sterker wordt na het eten van een blik spinazie. De krachtpil in Pac-Man wordt beschouwd als de eerste power-up in de gamegeschiedenis.
Kapot doolhof
De ogenschijnlijk eenvoudige gameplay - spelers hadden alleen maar een joystick nodig - veroverde de wereld sinds de zomer van 1980, eerst in arcadehallen en later via spelconsoles. Leuk detail: De Japanse naam Puck-Man werd pas in de VS omgedoopt tot Pac-Man uit vrees dat jonge vandalen anders in de arcadehallen van de P een F zouden maken. Pac-Man is vandaag een icoon. Hij staat in het Guinness Book of World Records als videospel waarvan de meeste arcadekasten zijn gemaakt: 293.822 stuks. Het personage verscheen op de cover van het toonaangevende magazine Time, er werd een hitsingle over gemaakt en in de VS kwam er een cartoonshow. In de begindagen veroorzaakte de gekte rond Pac-Man in Japan een tijdelijk tekort aan muntstukken die nodig waren om het spel te kunnen spelen. En Toru Iwatani, de man die een van de populairste games aller tijden heeft bedacht, werd door zijn werkgever daarvoor destijds bedankt met een bonus van ongeveer 3.000 euro.
Videogames in die periode werden meestal ontwikkeld zonder verhaallijnen of eindes. Bedoeling was het behalen van zo hoog mogelijke highscores. Bij Pac-Man is die beperkt door een fout in level 256. Die bestaat maar uit een half doolhof en kan dus niet worden uitgespeeld. De Amerikaan Billy Mitchell uitgeroepen tot de beste gamer van de 20ste eeuw - was de eerste speler die de maximumscore van 3.333.360 punten behaalde, maar wel pas op 9 juli 1999. Ter ere van Pac-Mans veertigste verjaardag maakte de Japanse techno-artiest Ken Ishii nog het nummer Join The Pac, gebaseerd op het herkenbare themadeuntje van de videogame.