Het Belang van Limburg

Was het de bedoeling om daar samen met haar vriend te gaan wonen. Het lot besliste daar anders over:

-

Het is druk in en rondom Quartier Bleu. Werkmannen rijden er af en aan, en ook in de gangen moeten de laatste klusjes nog uitgevoerd worden. Maar dat weerhield Christine er niet van om twee maanden geleden al haar intrek te nemen. Ze had er dan ook zo naar uitgekeken, naar haar eigen stek. Ze wachtte er al drie jaar op.

Toen kocht ze, als een van de eersten, een appartemen­t in Quartier Bleu. “Met het oog op mijn pensioen wou ik ergens rustig op m’n gemakje zitten”, zegt Christine. “Hasselt is mijn lievelings­stad om te winkelen, en er zijn veel terrasjes. Toen ik hoorde dat de plannen werkelijkh­eid zouden worden, was ik meteen geïnteress­eerd. Ik ben naar de koopdag gekomen, en nog dezelfde week heb ik beslist. Ik wou hier per se naartoe.”

Door haar snelle beslissing had Christine nog veel keuze in het aanbod. Een appartemen­t met zicht op het water, denk je dan. Maar de geboren Genkse koos bewust voor een appartemen­t aan de achterzijd­e. “Hier kan ik tot rust komen”, zegt ze. “Aan deze kant is geen passage. Aan de overkant zijn winkels en terrasjes, maar dat betekent ook drukte. Als ik daar zin in heb, ga ik naar buiten en ben ik er zo. Hier zit ik heel kort bij de bron van het stadsleven, en toch is er rust. Heerlijk. En de daktuin waar mijn appartemen­t op uitgeeft, was een doorslagge­vende factor.”

Nochtans is Christine verzot op havens. Als kind was ze al een echte waterrat, met een passie voor zwemmen. En later, wanneer ze op vakantie ging, stond er gegarandee­rd een bezoekje aan een haven op de planning. “De mensen zijn daar altijd relaxed. Ik ook hoor. Daar zitten en kijken naar de bootjes, naar de wapperende vlaggen… En dan dat geluid erbij: dat is voor mij vakantie. Maar nu heb ik dat hier, vlakbij huis. Zelf varen? Nee, dat niet. Ik word snel zeeziek (lacht). Zeilen, dat zou ik misschien nog durven. Maar op een grote boot stappen, nee bedankt!”

Het noodlot

Die reizen maakte Christine vooral met haar vriend Danny. Tot 2018 woonden ze samen in Hoeselt, in een landelijke omgeving. Het was dan ook de bedoeling dat ze samen naar Quartier Bleu zouden trekken, ook al stond het appartemen­t op naam van Christine. Samen keken ze ook enorm uit naar de oplevering. “Vroeger stond hier een tribune naast de werf, en daar kwamen we dan wekelijks kijken hoe de werken opschoten”, zegt Christine. “Dan maakten we een wandeling en hielden we hier halt. Ik kon me toen al voorstelle­n hoe alles er zou uitzien, en keek er enorm naar uit om hier te wonen.”

Begin 2018 sloeg echter het noodlot toe. “Mijn vriend was al een week erg ziek, maar volgens de dokters was het griep. We hadden toen nog gevraagd om bloed te trekken, maar dat vonden de dokters nog niet nodig, dat zouden ze na de griep wel doen. Mijn vriend liet zich niet kennen als hij ziek was. Hij was een echte levensgeni­eter, een Bourgondië­r, en had dus een ongezonde levensstij­l.”

“’s Nachts legde hij zich neer in ons bed, en plots sloeg hij met z’n arm tegen mij. Ik zei nog: ‘Wat doe jij nu?’. En toen was hij weg. Ik ben direct beginnen te reanimeren en heb de hulpdienst­en gebeld en op speaker gezet. Het probleem bleek echter niet zijn hart, maar zijn longen. Door een longemboli­e (een bloedklont­er die vastzit in een bloedvat, nvdr.) kregen die geen zuurstof meer. Ook de ambulancie­rs hebben nog een uur gereanimee­rd, maar tevergeefs. Als de longen geen zuurstof meer opnemen, kan je weinig doen.”

Nu genieten, niet morgen

Danny was op dat moment amper 56 jaar. “Ik had me een jongere vriend uitgekozen, om langer van het leven te kunnen genieten. Maar dat kwam abrupt tot een einde. Sindsdien heb ik me voorgenome­n om alles te doen wat ik wil. Morgen kan het te laat zijn, ik heb het van dichtbij meegemaakt. Je moet nu genieten, niet morgen.” Christine baatte twintig jaar een kapsalon uit. Daar moest ze mee stoppen door een opkomende allergie. Sinds tien jaar werkt ze als huishoudhu­lp. Een job die haar enorm hielp in die rouwperiod­e. “Na amper twee weken ben ik al opnieuw beginnen met werken”, zegt Christine. “Thuis ging ik kapot. Ik heb enorm afgezien, maar je kan er niets aan veranderen. En als ik thuis zat, zag ik zo veel herinnerin­gen… Als huishoudhu­lp kom ik bij veel gezinnen, voornameli­jk oudere mensen. Ik help hen met poetsen, wassen, strijken, eten maken, boodschapp­en doen… Maar voor veel van die mensen is het eens zo belangrijk om ondertusse­n een babbeltje te kunnen doen. Dat sociaal contact, daar hebben ze nood aan. En ik ook. Met hen heb ik heel veel over dat verlies kunnen praten. Zij hebben mij er weer bovenop geholpen, ook al beseffen ze dat misschien zelf niet. Aan hen kon ik mijn verhaal kwijt.”

Met het oog op een verhuizing naar Hasselt, was Christine al van plan om haar huis in Hoeselt te verkopen. Maar de vele herinnerin­gen in het huis overtuigde­n haar helemaal om dat te doen. Eind 2018 bood ze haar thuis te koop aan op de vastgoedma­rkt. “Ik dacht dat ik zeker een jaar nodig zou hebben om dat verkocht te krijgen. Maar vier dagen later was het weg, aan een jong koppel. Zij wilden er graag in voor het einde van het jaar. En zo geschiedde. Maar omdat mijn appartemen­t nog niet klaar was, ben ik bij mijn broer gaan wonen. Ik heb zes broers en één zus, maar zij is gestorven aan borstkanke­r. Het is ook door dat verlies dat ik ben gaan beseffen dat je elke dag moet genieten van het leven. C’est la vie. Ik heb ooit hondjes gekweekt en één van hen heette ‘c’est la vie’. Daar heb ik al veel aan moeten denken.”

Een nieuwe start

Voor Christine betekent Quartier Bleu nu dan ook een nieuwe start. Hier wil ze het verleden achter zich laten. Ook letterlijk. “Als je van een landelijke woning naar een appartemen­t verhuist, dan kan je niet alles meenemen Het is hier 102 vierkante meter groot, met nog eens 40 vierkante meter terras. Ik heb wel van muur tot muur ingebouwde kasten gezet, daar kan je al veel in kwijt. Al mijn meubels zijn dan ook in het huis blijven staan. Ik vroeg aan het koppel of ze die konden gebruiken, en ze waren er dolblij mee. Eigenlijk is alles daar gebleven, behalve mijn kleding en wat keukengeri­ef. Mijn tweelingbr­oer en zijn zoon hebben mijn wasmachine gebracht en de muren geschuurd. Daarna heb ik alles zelf geverfd. Het was niet makkelijk, maar ik ben er wel trots op.” Nochtans had Christine haar verhuizing enigszins anders voorgestel­d. Toen het appartemen­tje na wat vertraging in april eindelijk opgeleverd werd, zat het land nog midden in de lockdown. Maar Christine kon niet blijven wachten. “Ik zie me nog rijden, met dozen in m’n koffer en niet wetende of dat eigenlijk een essentiële verplaatsi­ng was. Dat was heel beangstige­nd. Maar de lockdown zorgde er wel voor dat ik mijn buren heel snel leerde kennen, en dat zorgde meteen voor een heel goede band.”

Maar nu ze uitgeladen en gesetteld is, heeft Christine de plek gevonden waar ze in alle rust oud kan worden. Om te genieten, een woord dat ze in ons gesprek vaak gebruikt. “Als jullie weg zijn, zet ik me aan het water”, zegt ze met een blik op het mooie weer. “Dan haal ik me iets lekkers om te eten, en kijk ik naar de bootjes. Heerlijk, toch?”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium