Het bijzondere bisnummertje in Opitter
Geen Afro Latino dit jaar? Dan maar een korte terugblik op twintig jaar zwoele feestjes in Opitter en Bree. “Shaggy heeft Afro Latino internationaal op de kaart gezet”, zegt organisator Kristof Henseler.
Eén bandje en een paar dragqueens.” Zo omschrijft Kristof Henseler, huidig organisator en al jaar en dag bestuurslid van Afro Latino, de eerste editie in 1999. “Het was een grote buurtbarbecue.” Een die wel als nobel idee ontsproot uit de koker van Eric Bonhomme en Nele Vandermeulen, habitués uit het Breese jeugdcircuit. “Want om als Limburger te kunnen genieten van wereldmuziek moest je naar Nederland, Luik of Brussel. Daar wilden ze verandering in brengen.”
Bikkelen voor artiesten
Was het toch wel Jah geklaagd dat editie twee in het water viel. “Het was koud, het regende, en het podium was niet overdekt. Niet meer dan een paar honderd mensen kwamen er die dag naar het festival.” Enkele herfstfuiven in de commanderij van Gruitrode en enkele sponsors dempten de put. Toch duurde het even vooraleer Afro Latino het festival werd dat elk jaar zo’n 20.000 liefhebbers van reggae, Afrikaanse muziek en latin naar de wei in Opitter lokt.
“In het begin was het echt bikkelen voor artiesten.”
Het keerpunt kwam er in 2008, toen niemand minder dan Mister Lover Lover naar Bree kwam. “Met Shaggy op onze affiche speelden we meteen in een hogere klasse. Ineens stonden we op de voorpagina van de krant, werden we in Bree op straat aangesproken. En kwamen toppers als Juan Luis Guerra of Joss Stone.”
Shaggy op de markt
Niet dat de dancehall-legende een trucklading kapsones meehad vanuit Jamaica. “Ik weet nog dat hij een dag vroeger toekwam in Bree. Op vrijdag, marktdag! Dus konden we Shaggy niet afzetten aan zijn hotel. Maar hij vond het geweldig: daar ging hij, met zijn bagage over de markt, handtekeningen uitdelend en wat snoepgoed kopend. Vrijdag liep de wereldster dan weer incognito de wei op. En na zijn optreden de dag erna troffen we Shaggy aan in de kleinere tent Island Jam, bij een van onze soundsystems. Waar hij nog een hele tijd stond te freestylen op de muziek.”
Zo zie je maar: zelfs wereldsterren vallen voor de sfeer op Afro Latino. “We waren steeds bij de eersten om daarop in te zetten”, zegt Henseler. “Omdat het paste bij ons zuiders profiel en omdat we iets anders moesten doen want we hadden de grote kleppers nog niet. In de eerste jaren plantten we hier een megagroot waterbed op het terrein, een stille disco hadden we hier al vijf jaar voor de zogezegde ‘Belgische primeur’, je kon hier al snel kreeft en Cubaanse sigaren krijgen. Tomorrowland laat zoiets nu allemaal maar gewoontjes lijken. En toch: nu we een jaartje stilliggen, zijn we tot het besef gekomen dat we daar weer meer op moeten inzetten.”
Bisnummertje
En dan werd het soms al eens té gezellig. “In de beginjaren boekten we een Britse dancehallartiest”, zegt Henseler. “Die speelde vroeg, dus zette zijn band het feestje voort op de wei. Nadat het hun tourmanager de grootste moeite had gekost om iedereen naar het hotel te krijgen, stonden de zanger en twee bandleden enkele uren later na een stiekeme taxirit doodleuk in de backstage! ‘We want to party!’ De zanger troffen we pas om half zeven ’s ochtends weer aan, toen de kuisploeg in de weer was in de niet zo Stille Discotent, waar de zanger nog aan een ‘bisnummertje’ bezig was met een vrouwelijke festivalganger, met zijn broek op zijn enkels.” (lacht) Zoals Shaggy zou zeggen: It wasn’t me.