Genkenaar overwint kanker terwijl hij tegen Covid-19 vecht
Arnaud Carpentier (64) uit Genk zat midden in een behandeling van keelkanker toen hij tot overmaat van ramp getroffen werd door Covid-19.
CORONAVIRUS GENK
Arnaud Carpentier werd de jongste jaren niet gespaard. “Twee jaar geleden is er prostaatkanker bij me vastgesteld”, zegt hij. “Het was een kwaadaardige, maar niet agressieve kanker. Elke drie maanden liet ik bloed trekken om de evolutie op te volgen. Omdat de kanker gegroeid was, ben ik in januari dan toch geopereerd en is mijn prostaat verwijderd.” Maar meteen diende zich een nieuw probleem aan. “Bij die operatie had de anesthesist vastgesteld dat er iets scheelde in mijn keel. Na raadpleging bij een neuskeel-oorarts bleek het te gaan om keelkanker in een van de tongamandelen achteraan mijn tong. Het was puur toeval, de twee kankers hadden niets met elkaar te maken.”
De nieuwe kankerdiagnose kwam bijzonder hard aan. “De schrik sloeg me om het hart. Ik legde meteen de link met mijn moeder, die door keelkanker gestorven is. De oncologe vertelde me dat ik een grote kans had om te genezen, maar daarvoor moest ik wel 35 bestralingen doorstaan.” Tijdens zijn behandeling kwam Carpentier zijn deur niet uit. “Ik was al verzwakt door de behandeling en wilde absoluut vermijden dat ik het coronavirus zou oplopen. Behalve voor mijn dagelijkse bestraling in het ZOL, bleef ik gewoon thuis. Maar na mijn tiende sessie kreeg ik koorts. Ik ging me steeds beroerder voelen en na een coronatest bleek ik positief.”
Elke dag gebeld
Toch ging zijn kankerbehandeling aanvankelijk door zoals gepland. “Ik bleef thuis in quarantaine en kreeg mijn bestraling in het ziekenhuis als laatste van de dag, zodat ze na mij alles konden ontsmetten. Maar toen ik voor mijn dertiende bestraling in het ziekenhuis was, hebben ze me in een rolstoel gezet en naar spoed gebracht. Ik kan me er zelf niets van herinneren, maar volgens mijn vrouw had ik 41 graden koorts.” Op 13 april werd Carpentier opgenomen op de corona-afdeling van het ZOL, zes dagen later werd hij in een kunstmatige coma gebracht.
Carpentier heeft niets dan lof voor de afdeling waar hij terechtkwam. “Ze hebben prachtig werk geleverd. Elke dag hebben ze mijn vrouw gebeld om haar op de hoogte te houden. Uiteindelijk ben ik na twaalf dagen uit mijn coma ontwaakt. Ik was bijna 25 kilo lichter en kon niet meer lopen. Na een week ben ik naar de revalidatiekliniek in Lanaken verhuisd om verder te herstellen.”
Na drie weken hard werken – heel wat korter dan voorzien – was hij klaar om thuis verder te revalideren. “Maar voordat ik naar huis mocht, werd er eerst nog een PETscan
gedaan om te kijken hoe het met de tumor in mijn keel gesteld was.”
Emotioneel
De verwachting was dat Carpentier na zijn stopgezette behandeling nog een hele weg te gaan had. “Twee dagen later is de oncologe me persoonlijk in Lanaken komen vertellen dat de tumor ondanks het beperkte aantal bestralingen helemaal verdwenen was. Ik word nog altijd emotioneel als ik aan dat moment terugdenk.” Op geestelijk vlak is Carpentier de gebeurtenissen van de voorbije maanden nog volop aan het verwerken. En ook op lichamelijk vlak hebben ze hun sporen nagelaten. “Ik krijg nog elke dag kine. Ik ben doof aan mijn rechteroor, ik ben mijn smaak kwijt en ik kan twee vingers moeilijk bewegen. Maar tegelijk besef ik dat ik veel geluk gehad heb. Ik heb corona overleefd en ik ben mijn kanker kwijt.”
PROF RADIOTHERAPIE