Limburgse bouwbedrijven bergen groeiambities op
De Limburgse bouwbedrijven maken dit jaar minder winst op een lagere omzet. Dat blijkt uit de jaarlijkse bouwenquête van Confederatie Bouw Limburg en Voka Limburg.
De werkgeversorganisaties peilen elk jaar rond het bouwverlof naar de verwachtingen van de bouwbedrijven voor de rest van het jaar en het volgende jaar. Er wordt gepeild naar omzet- en winstverwachtingen, naar werkgelegenheid, naar de reikwijdte van hun orderportefeuille. De cijfers zien er niet rooskleurig uit. In de eerste bouwenquête na de lockdown valt het alvast op dat het bouwverlof niet voor alle bedrijven even lang heeft geduurd. “Ruim 60 procent van de bedrijven heeft een aantal dagen doorgewerkt”, zegt gedelegeerd bestuurder Chris Slaets van de Confederatie. “Hetzij voor dringende herstellingen, hetzij om deadlines te halen die door de lockdown in het gedrang dreigden te komen.”
Orderboekje
De Limburgse bouw kijkt met grote ongerustheid naar de toekomst. De voorbije jaren zagen de bouwbedrijven hun orderportefeuilles op steeds langere termijn vollopen maar die tijd is voorbij. In 2019 had 44 procent van de aannemers werk voor meer dan zes maanden, maar vandaag is dat nog 36 procent. De grootste groep, zo’n 37 procent, heeft vandaag nog opdrachten voor één tot drie maanden. “Dat is zeer verontrustend”, zegt Slaets. “Dat betekent dat ze de komende maanden nog een aantal opdrachten afwerken, maar dat er geen nieuwe opdrachten bijkomen.” Voka Limburg pleit voor meer overheidsinvesteringen. “Om deze klap op te vangen, roepen wij onze overheden op om hun investeringsgraad fors omhoog te trekken en infrastructuurprojecten bovenaan de agenda te plaatsen”, aldus gedelegeerd bestuurder Johann Leten.
Het leeglopen van de orderboekjes heeft ook gevolgen voor de werkgelegenheid. In 2019 was 41 procent van de bedrijven nog van plan om extra personeel aan te werven. In 2020 zien we de intentie om mensen aan te werven zakken tot 25 procent. Maar liefst 15 procent van de bedrijven verwacht het met minder mensen te zullen doen. In 2019 waren in amper 4 procent van de bedrijven jobs bedreigd.
Minder winst
Ook de omzet en winst staan onder druk. Terwijl in 2019 slechts 17 procent van de aannemers een omzetdaling verwachtte, is dat vandaag maar liefst 39 procent. Vandaag verwacht 31 procent een stijging van de omzet, tegenover 62 procent in 2019.
Op het vlak van rendabiliteit zijn de verwachtingen evenmin rooskleurig. De bouwbedrijven zien hun winst voor 2020 halveren. De winst daalt dit jaar in 48 procent van de bedrijven, waar dit in 2019 slechts in 24 procent van de bedrijven het geval was. Slechts 21 procent van de bedrijven ziet zijn winst dit jaar stijgen. Vorig jaar was dat nog 41 procent.
Diepe crisis
Als er niets wordt ondernomen, dreigt de bouw in een diepe crisis terecht te komen. “De activiteit in de sector daalt met 10 procent, en dan nog alleen op voorwaarde dat de tweede jaarhelft goed verloopt. Bovendien is de verkoop van nieuwbouw met de helft gedaald. Desondanks hebben de verschillende overheden vandaag nog geen specifieke maatregelen genomen om de bouw vooruit te helpen. De beleidsmakers schieten zichzelf daarmee in eigen voet, want de helft van het zakencijfer van de bouw vloeit opnieuw naar de schatkist. Bij zeven op de tien bouwbedrijven is het zakencijfer momenteel negatief en zonder ondersteunend beleid zal onze sector een stevige daling van de activiteit meemaken en in 2021 in een diepe crisis terechtkomen.”
“Zonder ondersteunend beleid zal onze sector een stevige daling van
de activiteit meemaken”
Chris Slaets
Confederatie Bouw