Limburgse gemeenten lopen niet warm voor eigen contact tracing
Limburgse burgemeesters zijn geen grote voorstander om op eigen houtje aan contactonderzoek te doen. Dat blijkt uit een rondvraag door deze krant.
Vanaf deze week mogen lokale besturen zelf actief contactonderzoek organiseren. Dat heeft Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) dinsdag aan alle Vlaamse burgemeesters uitgelegd tijdens een webinar.
In West-Vlaanderen gaan 29 gemeenten daarmee aan de slag, maar uit een rondvraag bij de Limburgse burgemeesters blijkt dat er hier weinig animo voor is. Zij zien meer heil in samenwerking via de eerstelijnszones. In deze structuren werken verschillende gemeenten samen op het vlak van zorg en welzijn.
Te weinig personeel
Het Agentschap Zorg en Gezondheid raadt kleine en middelgrote gemeenten zelfs af om actief aan contactonderzoek te doen. Die mening wordt gedeeld door de Limburgse burgemeesters. “Het is voor een gemeente met weinig inwoners niet haalbaar om dit grondig te doen. Dat doe je beter op grotere schaal”, zegt burgemeester Marino Keulen (Open Vld) van Lanaken. Dat vindt ook zijn collega Tom Seurs (VOLUIT) van As: “Wij hebben als kleine gemeente niet eens het personeel om dat te doen en hopen dat we een oplossing kunnen vinden in onze eerstelijnszone.”
De acht eerstelijnszones hebben in de volgende dagen hun eerste vergadering hierover gepland.
Wat houdt het lokale contactonderzoek precies in?
Alle Vlaamse burgemeesters hebben dinsdag een online seminarie gevolgd waarin Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) en het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) het lokale contactonderzoek uit de doeken hebben gedaan. De gemeenten hebben keuze uit drie scenario’s. In het basisscenario focust het lokale bestuur zich op het klassieke sensibiliseren van de bewoners (social distancing, mondmaskers, drukke evenementen zo veel mogelijk vermijden,...) en het handhaven van die regels.
In het tweede en ondersteunende scenario gaat de gemeente actief lokale uitbraken beheren en verder meewerken met het opsporingswerk door de contacttracers van de Vlaamse overheid. In een derde scenario zet de gemeente zelf een contact- en opsporingssysteem op poten.
Zijn er gemeenten die zich actief aan contactonderzoek wagen?
Ja. In het zuidoosten van de provincie West-Vlaanderen zijn er, net zoals in Antwerpen en Midden-Limburg, recent nieuwe besmettingshaarden uitgebroken. De burgemeesters van Roeselare en Kortrijk drongen al weken bij minister Beke aan om in de eigen gemeente contactopsporing te mogen organiseren. Het derde scenario biedt hen die mogelijkheid. In totaal gaat het om 29 West-Vlaamse gemeenten: Roeselare, Kortrijk en 27 buur- of nabijgelegen gemeenten.
Wat gaan de Limburgse gemeenten doen?
Op dit moment is er in Limburg nog geen enkele gemeente die plannen heeft om zelf contactonderzoek te organiseren. Bijna alle gecontacteerde Limburgse burgemeesters zijn voorstander van het tweede, ondersteunende scenario en verwijzen naar de eerstelijnszones (ELZ).
Wat houdt die eerstelijnszone in?
Een eerstelijnszone is een gebied van één of meerdere gemeenten dat wordt aangestuurd door een zorgraad. Bedoeling is om in de zone een samenwerking te organiseren tussen zorg- en welzijnsorganisaties. Vlaanderen telt 59 ELZ’s, het Brussels Hoofdstedelijk is een extra ELZ. In Limburg zijn er acht zones (zie kaart). De zorgraad vormt het bestuur van een ELZ en bestaat uit een voorzitter, teamleader en afgevaardigden uit de zorgsector, maar in de coronacrisis is de medische expert de belangrijkste persoon: het is de enige binnen de zone die weet wie de besmette personen zijn. Tot nu toe beschikken burgemeesters alleen over de volgende informatie: leeftijd, geslacht, wijkgebied en besmettingsdatum van de positieve covidgevallen.
Is er al een beslissing door de Limburgse ELZ’s?
Nee. De uitleg over het lokale contactonderzoek is nog nieuw. De meeste eerstelijnszones komen pas in de volgende dagen voor het eerst samen.
Bij ELZ Maasland hebben ze alvast de intentie om wel zelf actief op te sporen. “We proberen nu al in de mate van het mogelijke zo snel mogelijk aan de slag te gaan bij besmettingen”, zegt Patrick Doumen, algemeen directeur van Dilsen-Stokkem en contactpersoon voor de eerstelijnszone. “Het is de bedoeling om dat de komende weken nog verder te concretiseren. De komende dagen zullen we daarvoor met de ELZ nog verder samenzitten.” De vijf zones Haspengouw, Herkenrode, WestLimburg, Noord-Limburg en MidWestLim hebben nog concrete plannen, ze komen vandaag voor een eerste keer samen. “Het is nog gloednieuw, onze eerstelijnszone ZOLim komt pas over enkele dagen voor het eerst samen”, zegt An Christiaens, waarnemend burgemeester van Tongeren.
Gaan er zones kiezen om, zoals in West-Vlaanderen, toch eigen contactonderzoek te organiseren?
Administrateur-generaal Dirk Dewolf van het Agentschap Zorg en Gezondheid vindt het derde scenario voor kleine tot middelgrote gemeenten geen goed idee. “Het wordt te moeilijk om met
“Contactopsporing
hoort op een uniforme manier te gebeuren, en dus op
grotere schaal”
Marino Keulen
Burgemeester Lanaken
een zorgraad te kunnen samenwerken als die in hun eerstelijnszone geconfronteerd worden met een lappendeken van gemeenten die toch op eigen houtje aan contactonderzoek zouden doen.” Uit navraag bij Limburgse burgemeesters blijkt ook dat er weinig draagvlak voor is. Burgemeester Marino Keulen van Lanaken: “Contactopsporing hoort op een uniforme manier te gebeuren, en dus op grotere schaal”, zegt hij. “Bovendien is het voor een gemeente praktisch ook niet haalbaar. Niet als je het grondig wil doen, tenminste. Het opzoeken van alle contacten is dermate vergaand, dat kunnen wij als relatief kleine gemeente van 26.000 inwoners niet aan.”
Ook zijn collega Tom Seurs van As is er geen voorstander van. “Voor een grote stad zoals Hasselt of Genk zou ik het kunnen begrijpen, maar wij hebben als kleine gemeente daar geen personeel voor. Ik hoop dat we binnen de ELZ Kemp en Duin samen een oplossing kunnen vinden waarbij we elkaar kunnen helpen indien nodig.”