Jules Klockplein

Jules Klock werd geboren n Hasselt in 1883. Zijn Hasseltse moeder was Tinneke Dreessens. Zijn vader Winand, afkomstig van Maaseik, baatte in Hasselt een befaamde drukkerij en boekhandel uit in de Nieuwstraat en later in de Demerstraat. Daarnaast was hij secretaris van toneelvereniging De Ware Vrienden, waar zoon Jules al in 1898 ingeschreven was als spelend lid. Toen hij nog atheneumstudent was, schreef hij al zijn eerste toneelstukken waarbij hij het publiek volledig op zijn hand kreeg. In 1905, na het faillissement van vaders drukkerij, verhuisde het gezin naar Luik. Jules bleef in Hasselt lid van De Ware Vrienden en schreef er zijn eerste echte grote Hasseltse revue Da’s woar!, in Luik opgevoerd! In 1910 wordt zijn revue Doa heij-je ze op de planken gebracht, met hét succesliedje Het Najoske en met hemzelf op de planken. Jules werkte intussen voor een Luikse verzekeringsmaatschappij en woonde, na zijn huwelijk met de Waalse Alice Ahn in 1916, weer in Hasselt.

De zaal De Ware Vrienden werd ook cinemazaal Cinema Eden-Palace en Jules wist goed in te spelen op het tijdsbeeld waar de stomme film zijn intrede deed. Ook zette hij zelfs muzikanten van het 11de Linieregiment in om de stomme films met muziek te begeleiden. Ondertussen schreef hij tientallen

revues, met stijgend succes. Denken we maar aan de meest bijgebleven liedjes als Twej schóéen bíén, Achter het lèèmfabriek, Iech hèb ter twèj, en nog veel meer, bewaard op o.a. de vinylplaat 1983. Jules Klock 100.

Na een zwaar ongeval in 1944, ging het snel bergaf met zijn schrijvers- en spelerscarrière.

In augustus 1971 viel het doek voor de man die niet kan weggedacht worden uit de geschiedenis van het Hasseltse toneel en die onlosmakelijk verbonden blijft aan de Hasseltse revues!

Touen weur de bassèng van’t kenââl wir bevreure…