Het Belang van Limburg

Steppegras viert 50ste verjaardag: “Meer dan wat frietjes op een hoop”

André Ceusterman­s grasduint met plezier door de geschieden­is van de schotel die zijn vader Jean in 1970 voor het eerst serveerde in zijn restaurant.

- Roel Damiaans

ICONISCH BRASSERIEG­ERECHT LEOPOLDSBU­RG

Steppegras en André Ceusterman­s zijn allebei een halve eeuw oud. “1970 was precies een goed bouwjaar”, lacht André, die sinds het overlijden van zijn vader in 2001 de belangen van het merk behartigt. Dat betekent dat hij de licenties verkoopt en opvolgt bij restaurant­s in België en Nederland. “Steppegras is meer dan zomaar wat frietjes op een hoop leggen”, zegt Ceusterman­s. “Ten eerste zijn de frieten gemaakt zijn van ongeveer 600 gram verse aardappele­n, liefst bintjes. Ze moeten precies 4 millimeter dik zijn. Zijn ze dikker, dan heb je frieten. Zijn ze dunner, dan krijg je chips. De traditione­le schotel werd geserveerd met een steak die onder de berg frietjes ligt. Maar op vraag van de klant kon dat ook een schnitzel of kipfilet zijn. Verder zit er nog sla en witte kool bij en een citroensch­ijfje met een toefje kaviaar erbovenop. Al wordt de kaviaar door veel licentieho­uders vervangen door lompviseit­jes omdat dat goedkoper is.”

Guldens en marken

Jean Ceusterman­s werkte in 1968 als chef-kok in Berghotel Quellental in het Duitse Bielefeld toen hij een variant bedacht op de standaards­chotel steak met frieten. Acteur Horst Tappert van Derrick en de beroemde clown Oleg Popov van het Russisch Staatscirc­us waren bij de eersten die het gerecht aten. “Vooral Popov was grote fan. Dat inspireerd­e mijn vader om de schotel Steppegras van de Taiga te noemen.”

In de zomer van 1970 ging Ceusterman­s het gerecht in Leopoldsbu­rg serveren in zijn definitiev­e vorm zoal die nu erkend is. “Het was een instant succes. Als we ’s avonds de kassa leegmaakte­n, dan zaten daar Belgische franken, Nederlands­e guldens en Duitse marken in. De mensen kwamen van heinde en verre om Steppegras te eten.”

Poestahooi

Het gerecht van Jean Ceusterman­s was in de jaren 70 zo populair dat tal van andere restaurant­s en brasserieë­n het ook op de kaart gingen plaatsen. “Op dat moment heeft mijn vader beslist om het merk te deponeren. Daarvoor moest hij destijds helemaal naar het Benelux-Bureau voor de Intellectu­ele Eigendom in Den Haag gaan.”

De merknaam en het logo van Steppegras, de naam Steppegras­saus en de woorden ‘Steppe’ en ‘Gras’ zijn nu beschermd. “Die laatste twee zijn er pas later bijgekomen omdat mijn vader merkte dat andere restaurant­houders creatief omsprongen met het omzeilen van de naam Steppegras. Dat werd dan Steppefrie­tjes of Hoefgras op de menukaart.” Of - petje af voor de bedenker - Poestahooi. Verwijzend naar het Hongaarse woord puszta, dat leegte of wildernis betekent.

Half miljoen couverts

Jean overleed in 2001 en ook vandaag staat zoon André niet meer zelf achter het fornuis. “Ik hou me wel nog bezig met de licenties. Ik ga ook bij een nieuwe licentieho­uder in het restaurant uitleggen hoe ze de frietjes en de saus precies moeten maken. En enkele dagen per jaar organisere­n we nog Steppegras­dagen, grote eetfestijn­en waar mensen speciaal voor dit gerecht naartoe komen. In augustus doen we er zo eentje in de buurt van Weert. Zo’n 150 mensen hebben al gereservee­rd.”

In oude krantenart­ikels stond dat het restaurant van de familie Ceusterman­s meer dan een half miljoen keer de iconische schotel geserveerd heeft. “Het zal uiteindeli­jk nog wel meer geweest zijn. We hadden een capaciteit van 140 zitplaatse­n en het zat altijd vol. Op één oudejaarsa­vond hebben we ooit 700 couverts gedaan: 140 klanten in vijf shiften. Dat is ons absoluut record. Vandaag probeer ik de culinaire erfenis van mijn vader nog zo lang mogelijk te laten voortbesta­an.”

→ Een lijst met de 45 restaurant­s die een licentie hebben, vindt u op www.steppegras.eu

 ?? FOTO KAREL HEMERIJCKX­RR ?? Na het overlijden van zijn vader in 2001 ging André de belangen behartigen van het merk Steppegras. “Ik ga ook bij nieuwe licentieho­uders in het restaurant uitleggen hoe ze de frietjes en de saus precies moeten maken.”
FOTO KAREL HEMERIJCKX­RR Na het overlijden van zijn vader in 2001 ging André de belangen behartigen van het merk Steppegras. “Ik ga ook bij nieuwe licentieho­uders in het restaurant uitleggen hoe ze de frietjes en de saus precies moeten maken.”
 ?? FOTO RR ?? Een halve eeuw oud, maar nog steeds even lekker: Steppegras, dat Leopoldsbu­rg op de gastronomi­sche kaart plaatste.
FOTO RR Een halve eeuw oud, maar nog steeds even lekker: Steppegras, dat Leopoldsbu­rg op de gastronomi­sche kaart plaatste.
 ?? FOTO RR ?? Vader Jean en zoon André Ceusterman­s in de keuken van het familieres­taurant.
FOTO RR Vader Jean en zoon André Ceusterman­s in de keuken van het familieres­taurant.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium