Niet terug naar school
Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) heeft afgelopen week beslist om geen erkenning te geven aan de secundaire school die de vzw Lectio in Genk wilde oprichten. Hij volgt daarmee het advies van de Onderwijsinspectie dat dan weer gebaseerd is op informatie van Staatsveiligheid. De school heeft namelijk banden met de islamitische organisatie Milli Görüs die als conservatief wordt beschouwd. Van Hilde Crevits (CD&V) kreeg de school eerder ook geen erkenning.
Ik schrijf deze lezersbrief naar aanleiding van het artikel “Tweede keer nee voor islamitische school Genk” dat op 1 september ’20 op de voorpagina prijkte. Ik kruip in mijn pen na de zoveelste dag van verwondering, verontwaardiging en verslagenheid, in die exacte volgorde. Ik ben een jonge Genkse vrouw die vorig jaar op het punt stond om op het Selam College te starten. Alles lag klaar: de boeken doorgespit, de leerplannen geordend, het jaarplan uitgestippeld. Dat het geen vanzelfsprekende start zou worden was meer dan duidelijk, maar ik ben nooit met meer trots aan een schooljaar begonnen. Ik ben namelijk zelf half Turks en half Belgisch.
Doorheen mijn eigen schoolcarrière heb ik ontelbare blikken, vragen en commentaren naar mijn hoofd geslingerd gekregen over mijn afkomst. Ondanks dat sommige leerkrachten mij werkelijk liever niet zagen slagen (ja, die leerkrachten zijn er écht), ben ik zelf een leerkracht Nederlands geworden met enorm veel passie voor mijn vak. En dan bedoel ik niet enkel de dt-regels en de schoonheid van onze taal, maar vooral de mogelijkheden die mijn lessen mij geven om leerlingen vooruit te helpen. Om onderwerpen aan te snijden die de kinderen werkelijk boeien. Om een voorbeeld te zijn. Een groot deel daarvan is om jongeren te tonen dat we evenveel waard zijn als alle anderen. Let op: niet méér, niet minder, maar evenveel. De enige reden dat ik voor een klas wilde staan is om kinderen met een migratieachtergrond te helpen doorzetten en slagen, om ze ervan te overtuigen dat ze niét enkel dat kind met een taalachterstand zijn. Dat het gevoel van schande en minderwaardigheid niét alles is dat ze mogen oppikken en vasthouden. Dat ze niet hoeven te rebelleren om opgemerkt te worden. Dat ze alles kunnen, dat ze evenveel verdienen om er te zijn als alle anderen. Niet dat ik er niet wilde zijn voor leerlingen die het duidelijk al goed deden, die hadden mij gewoon minder hard nodig. Vrienden en familie vroegen me waarom ik, een vrijzinnige, moderne en bovenal atheïstische vrouw een job op de islamschool wilde. Wel, het antwoord is heel simpel: omdat het helemaal geen islamschool was. Het vak werd er aangeboden, maar ook andere godsdienstvakken waren in de maak. Het was een keuzevak.
Geen. Islamschool. Maar mensen horen enkel wat ze willen horen en helaas is dat de boodschap dat de leerlingen “totaal verkeerde ideeën ingelepeld krijgen”, zoals meneer Weyts het zo netjes verwoordt. Hij zegt dus dat ik, samen met de zes andere jonge Belgische vrouwen in het leerkrachtenteam, hen hoogstwaarschijnlijk zou aanzetten tot extremisme. Dat maakt me even woedend als dat het me kwetst. Waar het geld voor de school werkelijk vandaan komt, lijkt niemand werkelijk te weten. Wat wij wél weten is dat de school het verslag van de Veiligheidsraad nooit heeft mogen inkijken om te achterhalen vanwaar het idee komt dat ik mijn leerlingen zou opvoeden tot kleine terroristjes. Want god forbid dat moslims zich ooit ergens welkom zouden voelen. Wat met de leerkrachten die kinderen het gevoel geven dat ze moeten kunnen uitleggen waarom ze hier zijn, meneer Weyts? Die kinderen leren zich in de toekomst enkel verdedigen, of ze het nu bij het juiste eind hebben of niet. Is dat geen vorm van extremisme kweken? Gaat u daar ook iets aan doen?
Ons hele team was opgebouwd rond welbevinden, grondige taalondersteuning en een open contact met de ouders, die vaak niet betrokken genoeg zijn op andere scholen. We hadden een prachtige opportuniteit om kinderen met een grotendeels kansarme achtergrond te stimuleren om minder snel op te geven. Die kans werd ons ontzegd, omdat politici liever angst zaaien en haat oogsten. Hoe je het ook bekijkt: een team als het onze had de leerlingen enkel positief beïnvloed om in het huidige politieke klimaat hun eigenwaarde te behouden. Selam mag dan ‘welkom’ betekenen, voor onze leerlingen was het een bruut vaarwel. Een bevestiging van het gevoel waarmee ze opgroeien: dat er niets goeds van hen zou komen. “Jij ging naar een school die zo schandelijk zou zijn, dat ze zelfs niet open mocht.” Ik raad u aan om dat gevoel voor de rest van de dag, week of maand eens vast te houden. Wees eerlijk. Voel jij je nog evenwaardig?