Bob Woodward legt Trump het vuur aan de schenen
Zeggen dat Robert “Bob” Woodward (77) – ondanks enkele kemels – een icoon van de journalistiek is, is een understatement van jewelste. Nu brengt “de beste reporter aller tijden” ook president Trump in nauwe schoentjes. Wie is die man, en hoe peutert hij elke keer weer spraakmakende zaken boven waar anderen falen?
En zeggen dat het begon als een doordeweekse opdracht. Na vijf jaar in de Amerikaanse marine was Woodward, de zoon van een rechter met een diploma Engelse literatuur van de prestigieuze Yale-universiteit op zak, amper een jaar in dienst bij de krant The Washington Post. Maar op 17 juni 1972 kreeg hij – samen met zijn al even jonge en onervaren collega Carl Bernstein – een op het eerste gezicht doordeweeks verhaal over een inbraak in het hoofdkwartier van de Democratische partij in het Watergate-hotel in Washington D.C. toegewezen.
Twee jaar en tientallen spraakmakende artikels later had Woodward de machtigste man ter wereld op de knieën gekregen. President Richard Nixon bleek achter de inbraak te zitten. De illegale manier waarop Nixon dat potje jarenlang probeerde toe te dekken, deed hem in 1974 in schande aftreden. Met dank aan Woodward,
wiens harde werk door een collega werd omschreven als “misschien wel de grootste journalistieke prestatie aller tijden”. All the President’s Men, hun boek over het schandaal, werd een wereldwijde bestseller. De Hollywoodverfilming maakte van Woodward een regelrechte ster.
Luis in de pels
In de decennia daarna zou Woodward een luis in de pels van president na president blijven. Van Reagon over Clinton tot Bush en Obama: allemaal werden ze wel eens voor schut gezet door een verhaal dat Woodward met dank aan zijn wijdvertakte netwerk in het kleine wereldje van politiek Washington in de openbaarheid had gebracht. Ben Bradlee, zijn hoofdredacteur ten tijde van het Watergate-schandaal noemde Woodward bij zijn pensioen “de beste onderzoeksjournalist van zijn generatie, misschien wel de beste ooit”. David Gergen, die werkte voor vier verschillende presidenten, noemde hem “een kracht die de Amerikaanse regering eerlijk houdt”.
Hoe doet hij het? In de woorden van voormalig CIA-directeur Robert Gates in 2014: “Ik had hem moeten rekruteren voor de CIA. Hij beheerst de kunst om volwassen mensen die weten dat ze moeten zwijgen plots toch het achterste van hun tong te laten zien. Zijn gave om mensen te laten praten over onderwerpen waarover ze hun mond moeten houden, is buitengewoon en misschien zelfs uniek.” De kritiek dat hij te vaak gebruikmaakt van anonieme bronnen, neemt Woodward dan ook voor lief. “Ik ben ervan overtuigd dat hij enkel opschrijft wat hij gelooft dat klopt”, aldus Gergen.
In de fout
Woodward bouwde een illustere carrière op zijn Watergate-faam, maar dat betekent niet dat de man een foutloos parcours reed. In 1980 kwam hij zwaar onder vuur te liggen toen hij als adjuncthoofdredacteur van “zijn” Washington Post het verhaal Jimmy’s World nomineerde voor de Pulitzerprijs. Daarin beschreef een journaliste van de Post het leven van een achtjarige heroïneverslaafde in de straten van Washington D.C. “met de sporen van naalden op zijn dunne, bruine armpjes”. Het bleek een totale fabricatie. Verrassend genoeg weerhield dat Woodward er niet van om zijn beslissing te blijven verdedigen. “Het was een briljant verhaal, hoe vals en verzonnen het ook moge zijn”, aldus een gepikeerde Woodward, toch de man die zijn reputatie had gebouwd op harde en onweerlegbare feiten. In de aanloop naar de Irakoorlog liet Woodward zich dan weer in de luren leggen door de regering van George W. Bush, over het bestaan van massavernietigingswapens in Irak. Toen hij de vraag kreeg wat hij zou zeggen als zou blijken dat die wapens er niet waren, antwoordde Woodward toen: “De kans dat dat gebeurt, is ongeveer nul. Er is zoveel bewijs.” Later zou Woodward daarover toegeven dat hij daar in de fout ging. “Ik had dieper moeten graven, ik had veel sceptischer moeten zijn.”
Nieuw boek
Toch is Woodward op zijn 77ste nog altijd een speler om rekening mee te houden in de Amerikaanse politiek. In 2018 schetste hij in het boek Fear op basis van honderden uren gesprekken met leden van de Trump-administratie een angstaanjagend beeld van een disfunctioneel Witte Huis, en van een president die door zijn belangrijkste adviseurs omschreven werd als “een idioot met het begrip van een lagere scholier” en “een verdomde leugenaar”. Trump verweet Woodward dat hij zelf niet had meegewerkt aan dat boek (ook al had Woodward hem meermaals om medewerking verzocht). Was het daarom dat Trump wel instemde met gesprekken voor Rage, het nieuwste boek van Woodward?
De publicatie van dat boek staat gepland voor dinsdag, maar verschillende Amerikaanse media hebben nu al delen gepubliceerd. Het beeld dat Woodward daarin op basis van achttien urenlange interviews met Trump schetst, is opnieuw onthutsend. De eerste grote onthulling – dat Trump in februari al wist hoe dodelijk het coronavirus was, maar geen actie ondernam omdat hij “geen paniek wilde creëren” – is een zware opdoffer voor de president met het oog op de presidentsverkiezingen in november. En zo doet Bob Woodward opnieuw een president zweten.
“Hij beheerst de kunst om volwassen mensen die weten
dat ze moeten zwijgen plots toch het achterste van hun tong te laten zien”
Robert Gates
Voormalig CIA-directeur