De hogedrukreinigers en gouden wc’s van Patje Goots
Patrick Goots (54) speelde niet alleen bij de vier clubs, anno 2020 is hij ook voetbalanalist voor onze zusterkrant Gazet van Antwerpen. “Vrijdagavond trek ik in die hoedanigheid naar Lommel, nog een ex-club van me, voor de wedstrijd tegen Lierse. Ik ben blij dat ik overal met open armen ontvangen word. Beerschotfans waarderen me, ook al speelde ik langer bij Antwerp. In ZuidLimburg word ik nog vaak aangeklampt over de tijd van toen en in Genk is het weerzien met Pierke Denier, die zowel mijn trainer als ploegmaat was, altijd even hartelijk.”
STVV-ANTWERP
Vroeger: net na de oorlog
“Ik heb één seizoen gespeeld op Staaien (toen nog met een i) en dat zag er toen iets anders uit dan nu (lacht). Kleedkamers van net na de oorlog en een veld met meer modder dan gras. Maar dat betekende ook dat niemand graag naar Sint-Truiden kwam. Mannen als Voets en Coenen gingen altijd voorop in de strijd. We hebben ons in het seizoen 1996-1997 slechts heel nipt gered maar we wonnen thuis wel tegen de volledige top 5. Naast kampioen Lierse (4-2) en het Moeskroen van de Mpenza’s (2-0), twee matchen die ik miste door een knieblessure, klopten we ook Anderlecht (4-0), Standard (2-0) en Club Brugge (2-1). In die matchen maakte ik vier goals, Staaien stond op zijn kop. Heel mooie momenten in een heel lastig seizoen. Het klikte beter met Wilfried Sleurs dan met zijn opvolger Freddy Smets. Guy Mangelschots was uiteindelijk de grote bezieler van het behoud, ik maakte 11 goals in 27 matchen.” “Ik heb vorig jaar dus de ogen uit mijn kop gekeken, toen ik door Antwerp-supporters werd uitgenodigd voor de match in SintTruiden. Stayen is een schitterend stadion geworden. Het contrast is even gigantisch als op de
Bosuil. Vroeger was dat een krot met één wc, die zo vuil was dat je bang was om er op te gaan zitten. Ik moet er nog vaak aan denken, als ik me er nu rustig op een pot met een gouden rand mag zetten. Maar ik blijf de herinneringen aan de goeie ouwe tijd bij Antwerp (57 goals in 131 matchen) koesteren.”
Nu: kunstgras als troef
“Ik weet dat ze bij Antwerp niet gerust zijn in de trip naar SintTruiden. Dat heeft voor een deel te maken met het veld. Ook al schakelden ze over van het ene uiterste naar het andere, van modder naar kunstgras, toch zijn de tijden eigenlijk niet veranderd: het specifieke veld blijft een enorme troef. Zeker als het extra besproeid wordt. STVV heeft er een kern naar uitgebouwd, met heel veel snelle, vinnige spelers. Daar heeft elke ploeg het lastig mee.” “Anderzijds zorgt de gemiste competitiestart voor extra druk. 4 op 12 is te weinig, vooral de 1 op 6 tegen Cercle en Moeskroen deed pijn. Het probleem is dat de kern nog niet compleet is. Luciano D’Onofrio slaat graag toe op het eind van de mercato maar die loopt dit jaar uitzonderlijk tot begin oktober. Daarom denk ik toch dat ze zich sneller zullen versterken. Ivan Leko wil meer voetbal van achteruit en precies in de opbouw zijn er problemen. Daar staan nu spelers als Seck en Batubinsika, die vooral defensieve kwaliteiten hebben. Ga er maar van uit dat Antwerp het zondag lastig zal krijgen.”
BEERSCHOT-KRC GENK
Vroeger: drie Kärchers
Beerschot (49 wedstrijden, 20 goals) was mijn eerste club in eerste klasse. Via Kortrijk kwam ik daarna in de zomer van 1991 bij KRC Genk terecht. Trainer Paul Theunis wilde me er heel graag bij. We namen een straffe start met drie overwinningen én een 0-0 tegen Anderlecht in de eerste vijf matchen. Alles was koek en ei, tot we een paar keer verloren en ex-Winterslagspeler Paul Theunis de wind van voren kreeg van de Waterschei-clan. Pier Janssen nam over maar als exWaterscheispeler kreeg hij op de mindere momenten de volle laag uit het vroegere Winterslagkamp. Ik heb de groeipijnen van de fusie van heel dichtbij meegemaakt, met de degradatie na het derde seizoen als dieptepunt.” “Toch blik ik met plezier terug op die drie seizoenen, waarin ik 31 keer scoorde in 98 wedstrijden. Vooral aan onze blitzstart, ik hield er drie hogedrukreinigers aan over. Onze hoofdsponsor Kärcher verkoos elke thuismatch een speler van de match. Maar na de eerste vier wedstrijden hadden zowel Carmel Busuttil als ik er al twee gekregen en gingen de ploegmaats klagen. (Schatert) Kärcher besloot om elke speler een hogedrukreiniger te geven, zo had ik er al drie. Nadien kreeg elke thuismatch de uitblinker van de tegenpartij een stofzuiger…”
Nu: duo Dessers-Onuachu
“Met Dessers en Onuachu heeft Genk twee topspitsen in huis, probleem is dat ze mekaar nog onvoldoende vinden. Dat ligt ook niet voor de hand. Ik herinner me uit mijn periode bij Beveren dat Jos Daerden me wilde koppelen aan Saso Udovic. Die maken er ieder 15 op een seizoen, dat zijn al 30 goals, redeneerde hij. Ik maakte er dat jaar 14, Udovic… geen enkele. We konden het naast het veld goed vinden met mekaar maar in de match deed ons instinct ons steeds dezelfde ruimtes opzoeken. Toch ben ik ervan overtuigd dat het kan klikken tussen Dessers en Onuachu. Maar dan moet je hen wel een poos samen het vertrouwen geven. Dat ligt bij een topclub niet voor de hand als de resultaten uitblijven.”
“Genk treft op het Kiel de seizoensrevelatie. Beerschot opende