Piloten sterven niet, ze vliegen gewoon hoger
Hij is geboren in de buurt van een vliegveldje. Als kind keek hij al met grote bewondering naar die brommende vogels in de lucht. Wat later leerde hij dat dat vliegtuigjes zijn, waar mensen in zitten. Zodra het kon reed hij elke vrije moment met zijn kleine fietsje naar het vliegveldje. Hij kon net over de omheining zien wat er gebeurde. De omheining werd kleiner, of was hij het die groeide. Hij werd er een vaste bezoeker, een vliegtuigspotter avant-la-lettre. De mensen van het vliegveldje begonnen hem te kennen en riepen hem op een zekere dag dichterbij, of hij misschien eens even in zo’n vliegtuigje wilde zitten? Natuurlijk, wat een gevoel, wat een ervaring! Nu wist hij het, dat zou hij worden: piloot.
Op zijn zestiende mocht hij voor het eerst mee in een zwever. Nu was hij helemaal verkocht. Niet lang daarna begon hij aan zijn opleiding. Zodra het kon stapte hij over naar de motorvliegers. De vliegmicrobe had hem nu helemaal te pakken. En … hoe zat dat eigenlijk met helikopters? Misschien moest hij dat ook maar eens proberen. Een nieuwe uitdaging. Uiteindelijk startte hij zijn eigen helikopterbedrijf op.
In de cafetaria van de club op dat kleine vliegveldje uit zijn jeugd kon hij tegen al wie het wilde horen uren en uren gepassioneerd vertellen over het fenomeen ’vliegen’. Naast een mooie verzameling helikopters, waaronder enkele zeldzame exemplaren, liet hij de motorvliegerij niet los en ook daar bezat hij enkele speciale vliegtuigen. Met de allerkleinste uit zijn verzameling maakte hij zijn laatste vlucht. Zijn verhaal is geëindigd vlakbij waar het ooit begon.
Geregeld mocht ik met hem mee in één van zijn helikopters, vorige zomer nog. We zouden binnenkort nog eens gaan vliegen … helaas, motorpech heeft er anders over beslist.
Dikke merci vriend, blue skies forever!