Vlaamse regering steekt 800 miljoen extra in zorg
Vlaams minister Wouter Beke (CD&V) krijgt van de Vlaamse regering tegen 2023-2024 jaarlijks 538 miljoen euro extra voor structurele investeringen in Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding. Er komen ook 263 miljoen aan eenmalige investeringen.
De crisis in de rusthuizen of het contactonderzoek dat maar niet vlotte, Wouter Beke heeft vaak uitleg moeten geven in het parlement. Maar die aandacht voor de knelpunten zorgt er nu ook voor dat hij het grootste deel krijgt van het extra budget dat de Vlaamse regering voorziet om de gevolgen van corona op te vangen, alles samen 800 miljoen euro. Bij de start van de legislatuur was afgesproken dat er tegen 2024 570 miljoen extra geïnvesteerd zou worden in Welzijn, daar komt nu dus 538 miljoen bij. “Dat is samen 1,1 miljard euro aan extra beleidsruimte. Voor geen ander domein wordt zoveel extra geld uitgegeven”, zegt Beke. Het totale budget voor Welzijn verhoogt van nu tot 2024 van 12,6 miljard naar 15,1 miljard per jaar, dat is dus plus 2,5 miljard. Daarvan gaat 800 miljoen euro naar indexeringen en 600 miljoen euro naar beleid dat in de vorige legislatuur is beslist.
Extra handen
Waar die 538 miljoen euro aan structureel en dus jaarlijks terugkerend budget precies naartoe zal gaan, moet nog worden beslist. In elk geval naar hogere lonen voor het personeel, meer handen aan het bed en meer mensen die geholpen worden. De laatste jaren is er veel geïnvesteerd in extra bedden, maar koepelorganisatie ZorgnetIcuro pleitte al lang voor extra handen. “Wij zijn blij”, reageert Margot Cloet van Zorgnet-Icuro. “Want door de lonen op te trekken, zullen woonzorgcentra voor de aanwerving van personeel kunnen concurreren met de ziekenhuizen en is de discriminatie weg.” Of met dat hogere budget ook de wachtlijst in de gehandicaptenzorg korter zal worden, is nog onduidelijk. Voor die wachtlijst was eerder al 300 miljoen euro extra voorzien, maar om die weg te werken is 1,6 miljard voor nodig. Beke krijgt ook 263 miljoen euro voor eenmalige maatregelen in de welzijnssector. Ook die moeten nog worden uitgetekend. Maar de focus ligt hier op “mentaal welzijn, sociale cohesie en digitalisering”.