Het Belang van Limburg

“Bij Standard is er veel dat beter kan”

Paul-José Mpoku (28) is altijd al een interessan­te gesprekspa­rtner geweest. Sterke persoonlij­kheid, man met een mening. Zeker als het over Anderlecht­Standard gaat. Een match tussen de club van zijn broer en de club van zijn hart. “Albert mag scoren, zolan

- ZONDAG, 18.15 UUR Bob Faesen

Zoomen met Polo Mpoku. De man die in januari Standard verliet voor een avontuur in Abu Dhabi. Al-Wahda is de naam van de club waar hij onder contract staat. “Het gaat goed hier, al is het een speciaal jaar. Zoals dat voor iedereen zo is”, zegt de Congolese internatio­nal. “Het begin was prima. Toen kwam de coronacris­is. De competitie werd stilgelegd. De coach die er bij mijn komst was, vertrok. Er kwam een salarisver­laging. Op een bepaald moment begon een oefenstage door corona erg lang te duren. We moesten daarna nog in quarantain­e door meerdere besmetting­en bij een andere ploeg. Er kwam een andere trainer, die ondertusse­n alweer ontslagen is. Ik raakte geblesseer­d aan mijn meniscus en moest voor het eerst in mijn carrière onder het mes. Dat was meteen ook de laatste keer dat ik dit jaar in België was. Kortom: ups en downs. Geheel naar het beeld van 2020. Maar ça va. Ik mag niet klagen ten opzichte van veel andere mensen.”

Bevalt het leven daar?

“Ja, hoor. Je hebt altijd kleine dingetjes, maar de mensen zijn vriendelij­k en mijn vrouw en zoontje hebben het hier goed. Ze zijn gelukkig. Dat maakt het voor mij ook makkelijke­r, daardoor voel ik me vrij op het veld. Ik heb hier voor anderhalf seizoen getekend, plus een optie op een bijkomend jaar. We zijn in gesprek. Een paar ploegen hebben aan mijn manager gevraagd om niet bij te tekenen, zodat ik een vrije speler word, maar mijn voorkeur gaat uit naar Al-Wahda.”

Volg je Standard nog op de voet?

“Ik bekijk alle wedstrijde­n van Standard en Anderlecht, door mijn broer (Albert Sambi Lokonga, nvdr.) natuurlijk. Ook van Charleroi pik ik veel mee nu mijn maatje Joris Kayembe er zit. In zijn algemeenhe­id volg ik het Belgisch voetbal.”

Wat vind je van het niveau van Standard?

“Er ontbreekt veel. Het is natuurlijk niet eenvoudig, dit is een lastig seizoen. Standard heeft zijn supporters nodig. Dat is een zwaar gemis voor die ploeg. Maar er speelt weer van alles in en rond de club. Laten we het zo zeggen: c’est le Standard.”

Heb je nog veel contact met je ex-ploeggenot­en?

“Ik hoor nog veel spelers en mensen van de club. Zinho, Maxime, Noë, Samuel, zeg maar het merendeel. Met Zinho heb ik de laatste maanden veel gesprekken gevoerd. Na zijn blessure heb ik hem meteen gebeld om te zeggen dat ik er voor hem ben. Ik weet dat hij een sterke kerel is. Hij gaat er weer bovenop komen. Zinho is zo vastberade­n, die komt er wel.”

Wat denk je van je andere maatje, Samuel Bastien? Hij heeft het de laatste matchen moeilijk.

“Ik denk dat het systeem niet goed is voor hem. Onder Preud’homme was het voor Sam makkelijke­r om zijn momenten te kiezen. Als ik achterblee­f, kon hij infiltrere­n en van die dingen. Nu is dat anders, althans naar mijn gevoel. Zoals ik het zie weet hij niet goed wanneer hij moet blijven en wanneer hij moet gaan, waardoor hij meer controlere­nd speelt. Dat kan ook een keuze van de coach zijn. We moeten ook niet vergeten dat Sam twee maanden out is geweest en meteen alles moet spelen.”

Positief is wel dat de jongeren kansen krijgen.

“Ik vind het een goede zaak dat Standard die kaart trekt, maar het moet geen excuus worden, geen middel om problemen achter te verstoppen. De jonge Siquet speelde tegen Antwerp goed en de volgende matchen stond hij niet op het wedstrijdb­lad. Als je ervoor kiest, kies er dan ook echt voor. Ik heb soms de indruk dat ze met de jeugd de schijn willen hooghouden. Zo van: kijk, we spelen met jongeren.”

Ontbreekt het de ploeg ook niet aan karakters? Jij bent weg. Goreux en Pocognoli zitten er niet meer. Vanheusden is nu lang out.

“Ik voel dat wel een beetje zo. Weet je, ik krijg altijd enorm veel berichten van supporters op social media. Je merkt dat ze zich zorgen maken. Ik denk ook dat er bepaalde mensen binnen de club vonden dat die types weg moesten, maar Standard heeft altijd successen gekend met persoonlij­kheden. Dat heeft de club groot gemaakt. Als je dat truitje aantrekt, ben je verplicht karakter te tonen.”

Wat is je kijk op de situatie van je vriend Mehdi Carcela?

“Mehdi is iemand die het gevoel moet hebben dat hij geliefd en belangrijk is. Pas op, ik weet niet hoe hij traint. Maar Mehdi kennende, ben ik er zeker van dat ze hem niet het gevoel geven belangrijk te zijn. Als je bepaalde spelers voor hem gaat zetten, voelt dat aan als een gebrek aan respect voor hem. En als je hem dat niet geeft, geeft hij het niet terug. Je moet de juiste snaar bij hem weten te raken. Maar nogmaals, ik zie het van buitenaf.”

Financieel gaat het Standard niet voor de wind. Witsel, Fellaini en Chadli staken al geld in de club. Ben jij ook gevraagd om te investeren?

“Ik heb daar wel met de voorzitter (Bruno Venanzi, nvdr.) over gesproken. Ik overweeg het. In mijn hart wil ik het best doen, want het is en blijft Standard. Het gegeven dat ik in januari zelf moest bijbetalen om bij Standard weg te mogen, zit me wel wat dwars. Gezien alles wat ik de club heb ge

“Tijdens de lockdown heb ik met mijn broer getraind op vrije trappen. Verder kan hij van mijn grinta en mijn scorend vermogen leren” Paul-José Mpoku Over zijn broer, Anderlecht­speler Albert Sambi Lokonga

bracht, vond ik dat een beetje onrechtvaa­rdig. Maar ik heb nog geen ‘neen’ gezegd.”

Mist Standard Michel Preud’homme nog?

“Ik zeg vaak: erkenning volgt pas als iemand weg is. Daarvoor hebben de mensen altijd iets te zeggen. Michel is hoe hij is. Un vrai coach. Een echte coach. Tuurlijk is hij een beetje speciaal, maar niemand is perfect, toch? Op het vlak van het pure trainerswe­rk zijn er weinigen die zich met hem kunnen meten. Ik ken Montanier niet als trainer, maar eender wie Preud’homme had opgevolgd, je ging altijd een verschil merken. In het begin kun je nog voortbordu­ren op de dingen die er al waren. Naar wat ik hoor is Montanier een goede gast en ik denk ook niet dat het een slechte trainer is.”

Over naar de klassieker. Jij bent een beetje de verpersoon­lijking van de rivaliteit tussen Standard en Anderlecht. Vanwaar die sterke gevoelens?

“Dat moet komen omdat ik van kleins af aan die matchen heb meegemaakt. Altijd die StandardAn­derlecht. In de jeugd was dat soms tegen Lukaku. Dat waren echt de matchen van het jaar voor ons. En in de eerste ploeg werd dat gevoel alleen nog sterker. Ik ben echt een kind van Luik. Ik voel mij verantwoor­delijk voor mijn stad. Wil dat ze trots zijn. Anders zou ik mijn geloofwaar­digheid ten opzichte van die mensen verliezen. Op een dag zal ik er terugkeren en dan wil ik niet dat ze me iets kunnen kwalijk nemen. Ik wil een referentie zijn voor jonge Standard-spelertjes en -supporters.”

En toch voetbalt je broertje Albert Sambi Lokonga bij Anderlecht.

“Dat heeft nooit voor wrevel gezorgd hoor. Eenmaal op het veld is het Standard-Anderlecht. Dan telt familie niet meer

(lacht).”

Albert krijg de laatste tijd kritiek te verduren. Wat vind je daarvan?

“Zo gaat dat toch in het voetbal? In het begin kon je allemaal compliment­euze artikels over Marco Kana en Albert lezen. Nu is dat omgedraaid. Als je Sambi goed analyseert, is hij een van de beteren bij Anderlecht. Ik wil hun stiel niet kleineren, maar begrijp de kritiek niet altijd van sommige journalist­en en analisten, die zelf gevoetbald hebben en het milieu dus zouden moeten kennen. Ik merk ook dat men vaak dingen door elkaar haalt. Albert had al zes of zeven assists kunnen hebben. Maar als ze het voorin niet afmaken, wat wil je dan? Het is wel zo dat hij meer kan scoren. Dat komt nog. Doelpunten maken is nooit zijn specialite­it geweest. Ik heb soms de indruk dat men verwacht dat hij het spel verdeelt, een man dribbelt, de assists geeft en dan scoort.”

Hoe gaat hij met die kritiek om? Moet je op hem inpraten?

“Nee, mijn broer is een rustig iemand. Wij zijn gasten die je een prikje moet geven, maar ook niet te veel (lacht). Dat klinkt een beetje dubbel misschien.”

Kan hij nog iets van jou leren?

“Ja, ik denk mijn mentalitei­t - die grinta - mijn vrije trap en wellicht ook scorend vermogen. Het is mij elk seizoen gelukt om mijn goaltjes mee te pikken, ongeacht op welke positie ik speelde. En ik denk dat Albert dat op termijn ook kan. Daar hebben we het weleens over. In de eerste lockdown hebben we hier veel op vrije trappen getraind. Hij neemt er stilaan ook meer en moet eraan blijven werken.”

Ondertusse­n lijkt het Anderlecht aan regelmaat te ontbreken.

“Kompany heeft goede ideeën. Maar ik denk dat Anderlecht soms leiders mist, zoals Antwerp dat met Refaelov, Haroun en Mbokani wel heeft. Ze moeten Kompany de tijd en de middelen geven. We hebben het vaak over de jeugd van Anderlecht. Voorheen had je gasten die geen schrik hadden om verantwoor­delijkheid te nemen en lef toonden. Als het nu niet loopt, zie je ze niet veel. Toch kan het snel gaan. Had Anderlecht vorige week gewonnen, dan stonden ze nu tweede. Ze deden dat niet en lijken weer heel ver van hun doel te staan. Volgende week kan dat weer anders zijn. Alles ligt heel dicht bij elkaar. 2020 is een gek jaar.”

Tot slot: pronostiek­je voor zondag?

“Ik wil graag dat Standard wint en mijn broertje een goede match speelt. Nou ja, als hij verliest is dat sowieso niet goed voor hem. Pak maar 1-2 of 1-3 voor Standard, maar Albert die scoort.”

 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO RAYMOND LEMMENS ?? Paul-José Mpoku: “Een paar ploegen vragen mij om nog niet bij te tekenen, maar ik wil het liefst bij Al-Wahda blijven.”
FOTO RAYMOND LEMMENS Paul-José Mpoku: “Een paar ploegen vragen mij om nog niet bij te tekenen, maar ik wil het liefst bij Al-Wahda blijven.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium