“Hopen op de eenhoorn, start-up die miljard dollar waard is”
Wat voor de Limburgse investeringsmaatschappij begon als een manier om vastgoed zoals de Limburgse mijnsites in Houthalen, Waterschei en Winterslag, de terreinen van de voormalige Philips-fabriek, de grindontginning in Kinrooi en de luchtmachtbasis in Brustem een nieuwe toekomst te geven, is vandaag een thuishaven voor jonge en innoverende bedrijven.
Naast het beschikbaar stellen van gronden en risicokapitaal zijn de incubatoren een belangrijke bouwsteen in de groeistrategie van de LRM “Het gaat daarbij niet alleen over het beschikbaar stellen van bedrijfsruimten, maar ook over het uitbouwen van een heel ecosysteem, samen met onze lokale partners en overheden”, legt Tom Vanham uit. “En dat telkens in een specifieke sector of rond een eigen thema, met een eigen smoel. We hebben daarbij een vrij unieke mix gecreëerd. Limburg is niet de enige regio met incubatoren, maar we zijn allicht wel de enige regio waar er zoveel zijn.” De bedrijven krijgen daarbij niet alleen een tafel en een stoel maar kunnen ook een beroep doen op allerlei diensten zoals HR, financiën, IT en communicatie. LimburgStartUp heeft met de steun van de provincie Limburg en de POM Limburg rond de incubatoren een hechte community opgebouwd en helpt bedrijven snel stappen vooruit te zetten. In de incubatoren leren de bedrijven elkaar ook kennen en samenwerken en ontstaan nieuwe ideeën.
Doeltreffend
Het belang van de incubatoren bij de ondersteuning van jonge ondernemingen blijkt ook uit het onderzoek van de UHasselt. Maar liefst 80 procent van de Limburgse start-ups en scale-ups vindt dat de Limburgse incubatoren doeltreffend steun bieden aan nieuwe en jonge ondernemingen. Binnen de werking van de LRM nemen de incubatoren een aparte plaats in. “Bij alle investeringen die de LRM doet, is rendement een belangrijke drijfveer”, aldus Vanham. “Winst genereren is de enige manier om ons fonds rollend te houden. Bij de incubatoren zijn we wat milder. We doen dit niet alleen voor financieel rendement, maar ook vanuit maatschappelijke meerwaarde. Een economie heeft voortdurend nood aan vers bloed.”
Succesverhalen
Momenteel zijn er in de zeven Limburgse incubatoren 271 bedrijven aan de slag, samen goed voor 979 jobs. De grootste en meest bekende incubator is ongetwijfeld de Corda INCubator, die in zijn eentje goed is voor 80 jonge ondernemingen. Sinds april 2015 vonden 596 ondernemingen een plek in een incubator. In de Corda INCubator waren er dat 238, waarvan er 26 een andere stek vonden binnen Corda en 95 naar elders verhuisden. Ruim de helft van de startups groeide door (50,84 procent), amper 15,5 procent van de start-ups hield er mee op maar dat betekent niet noodzakelijk dat ze failliet gingen.
De incubatoren hebben de voorbije jaren verschillende succesvolle ondernemingen voortgebracht. Het bedrijf Qompiuim lanceerde met FibriCheck een succesvolle app om hartritmestoornissen op te sporen, Ugentec maakt furore met zijn software voor DNA-analyse, Act and Sorb investeert momenteel in Genk enkele tientallen miljoenen in een fabriek voor de recyclage van MDF. “Dankzij de incubatoren staat Limburg bekend als een innovatieve regio”, zegt Tom Vanham. “Maar we moeten daar wel aan blijven werken.”
Nog met zeven
Vandaag zijn er nog zeven incubatoren. Twee incubatoren vonden recent elders onderdak. “De mode-incubator Mia-H werd ondergebracht bij de hogeschool PXL”, aldus Vanham. “Daarmee worden de activiteiten dichter bij de studenten gebracht.”
De fietsincubator Bikeville, met onder meer een windtunnel, werd overgedragen aan de Belgian Cycling Factory, producent van de fietsmerken Ridley en Eddy Merckx. “Als een privébedrijf de leiding wil nemen, dan is onze rol uitgespeeld. De LRM zet zaken in gang, maar investeert nooit om ergens te blijven zitten.”
Toekomst
Inmiddels wordt ook nagedacht over de toekomst van de incubatoren. “Het product incubator is nog lang niet uitontwikkeld”, vindt Tom Vanham. “Er zijn nog altijd mogelijkheden om de werking, met hulp van de partners, te versterken. Dat kan bijvoorbeeld door meer kruisbestuiving tussen de incubatoren. In de toekomst gaan we bovendien naar twee soorten incubatoren: de incubatoren die zijn geïntegreerd in een campus zoals de Corda Campus, Droneport, Thorpark en de toekomstige Health Campus, en de incubatoren die dermate niche zijn dat ze op zichzelf kunnen functioneren.” De toekomst ziet er voor de incubatoren ook steeds internationaler uit. “In een wereld die steeds meer gedigitaliseerd en geglobaliseerd is, is dat onontbeerlijk”, vindt Vanham. “Onze startups moeten sneller de stap zetten naar internationalisering, zodat zeg maar een Chinese start-up hen hier het gras niet voor de voeten wegmaait. De ambitie is om ook in Limburg ooit te kunnen uitpakken met een eenhoorn, een start-up die een miljard dollar waard is.”