“Niets doen is niets voor mij”
Algemeen directeur bij Racing Genk, en later bij Germinal Beerschot en Antwerp, toeristisch manager, ondernemer, horeca-exploitant… Genkenaar Paul Heylen (72) legde in ruim een halve eeuw een indrukwekkend parcours af. Maandag 30 november is zijn laatste werkdag.
Paul Heylen is een naam, zeker in Genk, die vertrouwd in de oren klinkt. Vooral dan als algemeen directeur van Racing Genk. “En zeggen dat ik daar vijftien jaar voordien nog als vrijwilliger heb meegewerkt”, zegt Heylen.
We spreken af – met mondmasker – aan een tafeltje in De Krater, de laatste halte van Heylens turbulente beroepsloopbaan. Maar we beginnen bij het begin. “Ik werkte als kaderlid van de dienst Aankopen van het Sint-Jansziekenhuis, dat later mee werd opgenomen in het Ziekenhuis Oost-Limburg. Toenmalig burgemeester Jef Gabriels en Remi Fagard, voorzitter van Racing Genk, vroegen me om de leiding te nemen bij Racing Genk. In het ziekenhuis kon ik geen loopbaanonderbreking nemen, maar Jef heeft dat toch kunnen regelen.”
Grootste café van België
Midden 2000 liep het mis bij Racing Genk. Toenmalig voorzitter Jos Vaessen en Heylen konden niet meer door dezelfde deur. “En zeggen dat we onder mij van tweede naar eerste nationale zijn gepromoveerd, twee landstitels hebben binnengehaald, twee nationale bekers en twee keer in de UEFA hebben gespeeld, waaronder één keer in de Champions League”, zegt Heylen. “Toen kleurde het blauw van Neerpelt tot in Hasselt. En we hadden in het stadion het grootste café van België.”
Heylen kwam na Racing als beheerder terecht bij domein Bovy in Heusden-Zolder. Hij zorgde naar eigen zeggen voor de herlancering en vernieuwing van het gezinspark. “Maar op de dag voor de grote openingsreceptie werd ik benaderd door drie mannen van Lommel SK”, zegt Heylen. “Peter Ballet was toen trainer. Ze vroegen mij om voor Lommel te werken. Op de receptie van Bovy heb ik dan moeten zeggen dat het mijn eerste dag was, en meteen ook de laatste. Zelfs mijn vrouw wist er niets van.”
Rivaliteit
Met Lommel promoveren naar eerste nationale lukt net niet, waarop Heylen als directeur doorschuift naar Germinal Beerschot. “Mijn eerste wedstrijd was tegen Racing Genk, in het huis waarmee ik zo vertrouwd was. En we winnen toch niet met 1-3 zeker... Toen was Genk wel even te klein voor mij. Ik woonde niet ver van het stadion, hè.”
Een van de vreemdste wendingen kwam er nadat Heylen zijn functie bij GBA inruilde tegen die bij aartsrivaal Antwerp FC. “De rivaliteit had ik toch onderschat. Twee tot drie keer per week reden ze mij klem, alleen maar om mij uit te schelden en af te blaffen. Maar wat een sfeer in Antwerpen. Geweldig.”
Heylen had op dat ogenblik al een horecazaak in Vorselaar en Corsendonk. “Half maart 2010 kreeg ik telefoon van toen nog schepen Luc Dullers. We moesten eens babbelen over De Krater. Het liep daar compleet mank. Of ik dat toch niet wilde overnemen. Zeventien dagen later waren we aan het draaien.”
In dat laatste decennium werd Heylen eigenaar van het Klooster aan de Onderwijslaan en nam hij tal van zaken over waar het faillissement toesloeg. Onder meer het Meeuwernest in Meeuwen, de Belgiek en het Trefpunt in Genk. Het Klooster is inmiddels weer verkocht en de drie andere zaken zijn overgenomen door andere uitbaters.
K(r)ater
De Krater is voor Heylen het laatste hoofdstuk. “30 november is mijn laatste werkdag. Dat ik de concessie niet toegewezen kreeg, vind ik niet erg. En dat die naar een Genkenaar (Pieter-Jan Boyen, nvdr.) gaat nog minder. Tijdens het gesprek met de jury kreeg ik de opmerking dat ik met een concessie van vijftien jaar 87 zou zijn. Ik zei: en dan? Mijn vader was 88 toen hij nog kolen rond bracht. En ik heb ook nog kinderen. Waar ik mij vooral aan stoor, is dat ik in december en januari niet mag doordoen, ook al gaat de nieuwe uitbater pas in maart van start. Bezoekers konden hier tijdens corona een takeaway koffie krijgen. Nu hebben die mensen niets. En dat is zuur. Vooral als ik eraan denk hoe ik de stad tien jaar geleden uit de shit heb geholpen.”
Of het zwarte gat lonkt, weet Heylen nog niet. “Niets doen is niets voor mij. Nu heb ik meer tijd voor toneel, mijn passie. Ik heb in totaal al 759 avondvoorstellingen gedaan. Daar kunnen er wel nog wat bij.”
“Toen ik nog algemeen directeur
was in Genk, kleurde het blauw van Neerpelt tot in
Hasselt”
Paul Heylen
“Jammer dat ik in december en januari niet mag doordoen met De Krater. Dat is
zuur. Vooral als ik eraan denk hoe ik de
stad tien jaar geleden uit de shit
heb geholpen”