“Met één Nero ben je twee keer wereld rond”
‘De Toet van Tut’ is helemaal Sleens: zotter dan zot. Tekenaar Luc Cromheecke en scenarist Willy Linthout doen met een zonet verschenen hommage-album aan ‘Nero’ Vlaamse erfgoedpersonages herleven. Alsof het 1952 is.
Drie jaar geleden bracht Kim Duchateau al een eerste uitstekende hommage aan Nero met De Zeven Vloeken. Ook al stopte Marc Sleen (1922-2016) al in 2002 met zijn Nero, personages als Nero zelf, Madam en Meneer Pheip, Tuizentfloot, Petoetje en Petatje en zovele te gekke nevenpersonages bewezen vijftien jaar later nog altijd hun potentieel. In dit trieste 2020 geldt dat nog meer. Sleens Vlaamse oerpersonages raken niet stuk, ook niet in De Toet van Tut. Toet van Tut? Kort verteld: Nero is weer eens blut en dus gaat madam Nero voor de lieve centen poetsen in het Kunsthistorisch Museum. Zo grondig dat ze een oude Egyptische mummie bij het afstoffen doet ontwaken. En de rest is een zot Nero-album, heerlijk in beeld gebracht door die beweeglijke dikkeneuzenstijl van Luc Cromheecke.
Cultstrip Nero
Nero is dan ook spek naar de bek van striptekenaar Cromheecke (59) uit Kapellen die in zijn ander werk als Taco Zip, Plunk, Roboboy en Tom Carbon vaak een even grote liefde aan de dag legt voor alles wat nonsensicaal is. Het verrast niet als hij zegt: “Nero is mijn lievelingsstrip. Toen ik nog als klein ventje met m’n ouders familie in Brugge bezocht, wilde ik niet spelen met neefjes en nichtjes voor ik de Nero-albums in de kast, die ik nog niet kende, gelezen had. Later op de academie was Nero in onze kliek dé cultstrip. Zeker de eerste zestig.” Die zotte wereld van Nero en co. heeft Cromheecke nooit losgelaten. “Ik heb eens met wijlen Yvan Delporte – de scenarist die Roboboy, een eerdere strip van Willy Linthout en mij, vertaalde in het Frans – een discussie gehad over wat nu het verschil is tussen de typisch Vlaamse en de Franstalige strip. Thuis bij Yvan kwamen we tot de slotsom dat in de Franstalige strips alles veel trager gaat. En dat is helemaal juist. In de Nero’s van Sleen ben je voor het album uit is soms al twee keer de wereld rond geweest. Dat gaat vooruit, dat heeft een vaart. Bovendien was Nero een krantenstrip met een cliffhanger om de zes plaatjes. Wat het nóg zotter maakte. Nero is mijn soort strip. Ik ben ook een beetje dyslectisch. Lange tekstballons, zoals uit Blake en Mortimer, zijn aan mij niet besteed.” (lacht)
Honderd jaar
“Willy, die nu het scenario schreef, is ook zo’n snelle. Ik herinner me dat we indertijd, op de terugweg van onze Hollandse uitgever, al een nieuw scenario klaar hadden van Roboboy. We pingpongen nogal goed, Willy en ik. Al dacht ik bij het tekenen van deze Toet af en toe: Hier kunnen toch nog twee of drie prentjes tussen.” (lacht)
In 2022 zou Marc Sleen honderd jaar worden. Volgens goed ingelichte bron plant de Stichting Sleen dat jaar een derde hommage-album. “Maar het is niet de bedoeling dat het een reeks zal worden.”
→ Linthout & Cromheecke, naar Marc Sleen, Nero De Toet van Tut, Uitg. Matsuoka, 48 p., 14,99 euro.