Geen trainingen of wedstrijden: zo doet FC Limburg transfers in volle coronacrisis
De kans dat er dit seizoen nog gevoetbald wordt in de lagere reeksen, is bijzonder klein. En dus kan de voorbereiding op volgend seizoen eigenlijk nu al beginnen. Maar hoe gaan de amateurclubs te werk bij het maken van hun (transfer)huiswerk, nu ze mogelijke versterkingen niet kunnen scouten/laten meetrainen én hun budget onder druk staat door de coronacrisis? Voor welke posities hebben ze überhaupt versterking nodig? En hoe geraken spelers weg, als zij zich niet in de kijker kunnen spelen?
In het profvoetbal is het (relatief) simpel. Daar kunnen clubs rekenen op een professionele scoutingscel, managers en/of allerhande databases om zich gericht te versterken. In het amateurvoetbal gebeuren transfers vaker met de natte vinger. Zo trekken vooral de provinciale clubs sneller aan de mouw van een speler, die vroeger nog ploegmaat was van speler X of trainer Y. Of polsen ze de spits, die in de onderlinge matchen een goede indruk maakte. Die kans om zichzelf in de kijker te spelen, is de amateurvoetballers dit seizoen niet gegund. De competitie ligt al stil sinds half oktober - na amper een handvol speeldagen - en ook de transfers lijken daardoor stil te vallen.
“Het is inderdaad veel moeilijker geworden om een nieuwe club te vinden”, stelt ook Kenneth Ulenaers vast. De 35-jarige ex-speler van onder andere Bocholt, Hasselt en Termien scoorde dit seizoen nochtans vijf keer in evenveel wedstrijden voor tweedeprovincialer Balen, maar is dus op zoek naar een nieuwe uitdaging.
“Ik heb dan nog het geluk dat clubs mijn kwaliteiten wel kennen, omdat ik al zeventien jaar in eerste elftallen speel”, zegt Ulenaers. “Maar voor jonge spelers is het niet evident. Zij konden nu niet opvallen met statistieken of reportages in de krant. Bovendien: hoe kan je in deze coronatijden wereldkundig maken dat je een nieuwe club zoekt? Want je komt nog weinig volk tegen uit de voetbalwereld.”
Geen zicht op eigen noden
Die voetbalwereld weet op dit moment zelf ook niet goed waar ze aan toe is. Een stopzetting van de competitie lijkt onvermijdelijk, maar die beslissing valt pas op 25 januari.
“In dat geval hebben we dit seizoen slechts vijf wedstrijden gespeeld”, weet secretaris Yavuz Tasdemir van tweedeprovincialer Anadol (2A). “Dat is te weinig om te kunnen oordelen welk vlees we in de kuip hebben. We hebben nog niet echt een goed zicht op de noden van onze ploeg. Als iedereen volgend seizoen toch in dezelfde reeks start als nu, is het misschien een goed idee om elke club maximaal drie transfers te laten doen. Dan kan je wel vervanging zoeken voor langdurig geblesseerden of spelers die stoppen, maar krijgt de eigen jeugd misschien meer kansen. Dat is volgens mij belangrijker dan elk seizoen pakweg acht nieuwe spelers binnen te halen.”
De meeste clubs uit de lagere reeksen lijken in de gegeven (corona-)omstandigheden vast te houden aan de kern, waarmee ze dit seizoen begonnen. “Wij willen onze kern voor 85 tot 90 procent samenhouden”, zegt Danie Ceyssens, sportief verantwoordelijke van Eendracht Termien (derde afdeling VV). “Na amper één maand voetbal is het geloof in de eigen spelersgroep bij de meeste clubs tenslotte nog groot. Zelf zijn we wel nog op zoek naar een jeugdig talent en een topspits. We hebben al een lijstje klaar, het is nu zaak om die spelers te overtuigen.”
Dat ‘boodschappenlijstje’ voor de transfermarkt kwam tot stand via een scout en enkele bevriende managers. Want ook die lopen in het amateurvoetbal rond. Zo begeleidt JC Playermanagement-Sports niet alleen Rode Duivel Leandro Trossard en ex-Genkie Jordy Croux (die hij pas nog aan een transfer naar Japan hielp), maar ook spelers van pakweg Patro of Hades.
“Ik moet ervoor zorgen dat zij niet in de vergeethoek belanden in dit moeilijke seizoen zonder wedstrijdprikkels”, zegt manager Josy Comhair. “Weet je, die jongens konden zich dit seizoen amper bewijzen en het ziet er niet naar uit dat daar dit seizoen nog verandering in komt. Vooral voor jonge spelers is dit een verloren jaar. Ik merk ook dat zij nerveus zijn over hoe het nu verder moet.” Pino Canale - zelf ex-prof en uitbater van de Soccer Arena in Genk - werkt samen met JC Playermanagement-Sports en begeleidt vooral jonge voetballers. “De makelaarswereld is een vreemd wereldje, maar clubs kunnen mijn vennoot Stefano Ghiro en mij op ons woord vertrouwen, dat weten ze. Een mooi voorbeeld is Jordi Maus, die op ons aanraden een contract kreeg bij Sporting Hasselt. Hij groeide daar op korte tijd uit tot de patron.”
Scouting
Toch zijn de meeste amateurclubs - omwille van financiële redenen - niet kwistig met de tussenkomst van managers.
“Wij werken niet met managers”, zegt sportief verantwoordelijke Jan Schoefs van Spouwen-Mopertingen (tweede afdeling VV). “Er zijn managers die geregeld naar onze matchen komen, maar op ons niveau zie ik de meerwaarde niet. Samen met ons trainersduo en Ludwig Liesens sta ik zelf in voor de scouting. We zijn wekelijks op pad en kijken vooral naar spelers in de eigen regio. Ik overleg vooraf steeds met het bestuur over hoever we (financieel) kunnen gaan. Als het scoutingsteam dan een consensus bereikt over een speler, wordt dat voorgelegd aan de voorzitter, die dat op zijn beurt bespreekt met de raad van bestuur. Spelers die zelf contact opnemen om bij onze club te komen spelen, passeren altijd via onze gerechtigd correspondent. Wij kijken dan of we dat profiel nodig hebben en beslissen daarna of we hen laten meetrainen of een testmatch laten spelen.” Maar ook dat is met de huidige coronaregels dus niet mogelijk. Net zomin als spelers scouten. “In de amateurreeksen worden spelers normaal meermaals bekeken vooraleer er een beslissing genomen wordt”, weet Johny Castermans, de voorzitter van fusieclub Bilzen-Waltwilder (1prov.). “Maar in de provinciale reeksen is er vaak zoiets van Ken jij nog iemand die bij ons wil komen sjotten? Of wij al vaak een kat in de zak gekocht hebben? Eigenlijk niet. Al kan je natuurlijk nooit voorspellen hoe iemand meevalt. Naast de vanzelfsprekende aspecten zoals het financiële en het sportieve is voor ons het karakter van een speler doorslaggevend. Een speler moet passen in onze groep. Hij mag nog zo goed kunnen voetballen, maar een muileman komt er bij ons niet in. En voor alle duidelijkheid: daar bedoel ik niet mee tussen de lijnen, maar ernaast.”
“Wie niet graag bij ons is, mag vertrekken. Omgekeerd willen wij ook enkel spelers die graag naar ons komen en niet alleen voor de centen kiezen”
Jan Schoefs Spouwen-Mopertingen
Financieel inleveren
Buiten de lijntjes kleuren is er in deze (financieel) onzekere tijden voor de clubs ook niet meer bij. “Uiteraard heeft corona een invloed op de budgetten van de clubs”, zegt Jan Schoefs van SpouwenMopertingen. “Als dertig tot veertig procent van je inkomsten wegvalt, kan je moeilijk doen alsof er niets aan de hand is. Of iedereen kan blijven, weet ik dan ook nog niet. Het is eigenlijk heel eenvoudig: wie niet graag bij ons is, mag vertrekken. Het omgekeerde geldt ook: we willen alleen spelers die graag komen, die Spouwen-Mopertingen niet al
“In de provinciale reeksen is er vaak zoiets van Ken jij nog iemand die bij ons wil komen sjotten?”
Johny Castermans
Bilzen-Waltwilder
“Het is veel moeilijker geworden een nieuwe club te vinden”
Kenneth Ulenaers
Vijf goals in vijf matchen voor Balen
leen kiezen omwille van de centen. Tot nog toe hebben we met een vijftal jonge spelers gepraat. We willen een kern met zo veel mogelijk jongens van 18 à 21 jaar. De rest komt nog aan bod. Het allerbelangrijkste is dat we blijven bestaan. Heel wat vaste kosten blijven doorlopen. Onderschat dat niet in een club met beperkte inkomsten.” Snoeien in de spelersvergoedingen lijkt het nieuwe normaal. “Bij ons moeten de spelers toch minstens 20 tot 25 procent inleveren. Ook de nieuwkomers, ja”, zegt Johny Castermans van eersteprovincialer Bilzen-Waltwilder. “Als ze bereid zijn dat te doen, mogen ze allemaal blijven. Maar clubliefde bestaat al lang niet meer. Enkel geld telt bij de spelers. Als ze goed betaald worden, blijven ze. Zo simpel is het. Soms kan je een onhaalbaar gewaande speler toch over de streep trekken, als die merkt dat er nog veel andere goede spelers aanwezig zijn. Dan is er bij veel zeges aanzienlijk puntengeld te verdienen. Trouwens, ik denk niet dat de goeie spelers in de toekomst minder gaan verdienen. De clubs gaan er alles aan doen om aan hun financiële eisen te blijven voldoen. De mindere goden zullen wel moeten gaan inbinden.”
Coronaproof onderhandelen
Ander gevolg van de gezondheidscrisis: het afhandelen van transfers moet tegenwoordig ‘coronaproof’ gebeuren.”
Vroeger belden we wel eens naar een speler met de vraag of hij op gesprek wilde komen”, zegt secretaris Gunther Joosten van derdeprovincialer Excelsior Hamont (3B). “Nu zal dat via videobellen of WhatsApp moeten gebeuren. De deal beklinken met een pint in de kantine is er jammer genoeg niet bij. Nu ja, veel gaat er niet veranderen bij ons. Excelsior is een echte vriendengroep, waarvan tachtig procent van de kern al jaren samenspeelt. Bovendien krijgt iedereen tegenwoordig dezelfde premie. Dat is in het verleden wel eens anders geweest, maar daar proberen we niet meer aan mee te doen.”
Hoe lager het niveau, hoe dichter men logischerwijze bij de eigen kerktoren blijft om versterkingen te zoeken.
“Wij maken elk jaar een lijstje op van spelers uit de buurt die we willen aantrekken”, geeft voorzitter Davy Tijssen van vierdeprovincialer SV Breugel (4B) aan. “Wij zijn al vanaf begin december bezig met onze kern voor volgend seizoen. Dat verloopt - wegens de coronaregels - volledig telefonisch, maar dat lukt aardig. Zo hebben we met Joren Vrijsen en Wouter Jongeneelen intussen twee versterkingen beet.”
“Ook wij trekken meestal spelers aan, met wie we eerder al eens gesproken hebben of die bevriend zijn met spelers uit onze huidige kern”, zegt secretaris Walther Boden van Union Rutten.
De Tongerse vierdeprovincialer haalde vorige zomer maar liefst 28 (!) nieuwkomers binnen. Dat aantal zal nu zeker niet geëvenaard worden. Boden: “We mikken steevast op een veertigtal spelers - voor eerste ploeg en invallers samen - en intussen gaf al een dertigtal senioren aan een extra jaartje bij Rutten te blijven. Meer dan tien nieuwkomers zoeken we dus niet.”
2.700 transfers vorig jaar
In totaal gebeurden in Limburg vorig seizoen zo’n 2.700 transfers. Het leeuwendeel daarvan gebeurt nadat speler X zijn vrijheid aanvraagt bij ploeg Y en daarna overstapt naar ploeg Z. In Vlaanderen vragen jaarlijks zo’n 14.000 voetballers (voor alle disciplines - veld, futsal, minivoetbal - en alle leeftijden - jeugd en senioren) hun vrijheid aan en sluiten zich het seizoen erna opnieuw aan. Dat percentage (bijna 5% van de circa 310.000 leden) lijkt door de coronacrisis dus wel te zullen dalen.