Asielzoeker herinnert zich niets van aanval op pastoor
De procureur vroeg gisteren de internering voor de 44-jarige A.D., die terechtstaat voor de gewelddadige mesaanval op pastoor Jos Vanderlee uit Lanaken. De asielzoeker zou volgens de deskundige met een geestesstoornis kampen. De man zelf blijft volhouden dat hij zich niets herinnert.
Zondagmiddag, 31 juni 2016. Pastoor Jos Vanderlee hoorde de bel van zijn woning in Lanaken rinkelen. Toen hij opendeed, stond er een asielzoeker voor zijn neus. De man eiste hulp. “Hij belde eerst aan voor water en eten”, aldus de procureur. In de namiddag keerde de man terug. “Hij vroeg of hij een douche mocht nemen en bleef aandringen. Uiteindelijk heeft het slachtoffer dat toegestaan.” Toen de asielzoeker opgefrist was, wilde hij graag een kop koffie. Op het moment dat Vanderlee zich naar zijn koffiemachine draaide, haalde de dader een slatergelaten gersmes van 35 centimeter uit zijn rugzak. “De pastoor werd verschillende keren gestoken”, aldus de procureur. “Hij had heel wat snijwonden en moest naar het ziekenhuis. De pees van zijn duim was ook doorgesneden.” Toen Vanderlee zich met al zijn kracht verzette, ging de dader lopen.
DNA op scheermesje
Lange tijd was er geen spoor van de messentrekker, tot er een doorbraak kwam na een DNAmatch met de spullen in de achsporttas van de dader en een scheermesje dat hij gebruikt had in de badkamer. Op basis van die resultaten werd de 44-jarige in Nederland opgepakt, waar hij ondertussen een asielaanvraag had lopen.
Een aanstelling van een geneesheer-deskundige moest meer zekerheid brengen over de psychische toestand van de man, die afkomstig is uit Libië en die al een hele tijd op de dool is. “Volgens de arts heeft de man een geestesstoornis en is het gevaar voor recidive reëel. Het gaat om een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische kenmerken. Ik vraag de internering”, aldus de procureur. De advocaat van de veertiger vraagt de vrijspraak. De man blijft volhouden dat hij zich niets meer kan herinneren van de feiten. “Ik snap niet waarom ik nooit geconfronteerd ben geweest met dat slachtoffer. Dan zou ik het me misschien weer herinneren”, zo stelde hij. Vonnis op 22 februari