Eén tweeling, twee topsporters
Een tweeling van 21, afkomstig uit Borgloon. En allebei in hun sport op het hoogste niveau actief in België. Terwijl Leander (2m03) met steals en dunks uitpakt bij Limburg United, toont Karlijn (1m75) haar souplesse en elegantie bij Ballet Vlaanderen. Hij woont in Hasselt, zijn zus in Antwerpen. In het weekend proberen ze zo vaak als kan af te spreken bij hun ouders in Borgloon. Op een van die dagen maakten ze ook tijd voor ons.
Tweelingen voelen elkaar goed aan, zelfs wanneer ze niet bij elkaar zijn. Klopt dat?
Karlijn: “Goh, ik denk niet meer dan andere broers en zussen. Ik vind het wel fijn dat we even oud zijn. We hadden en hebben nog steeds dezelfde vriendengroep.” Leander: “Toen we pubers waren botste het wel eens (lacht). Zoals bij iedere broer en zus, zeker?” Karlijn: “Vanaf het vijfde middelbaar ben ik naar de balletschool gegaan. We zagen elkaar plots veel minder. Daardoor beseften we pas wat we aan elkaar hadden. Hoe ouder we worden, hoe meer we naar elkaar toegroeien. We zijn nu twee handen op een buik.”
Komen jullie uit een sportief nest?
Karlijn: “Ja. Mama (Christel Geebelen, nvdr) heeft op hoog niveau aan atletiek gedaan. In de jeugdreeksen is ze twee keer Belgisch kampioene hoogspringen geweest. Papa heeft veel gelopen en gekajakt. Dat sportieve zit dus in de genen. Ik ben al op mijn vierde met ballet begonnen. Door mijn nicht, die acht jaar ouder is. Ze is er ook professioneel mee bezig en zit nu bij een gezelschap in Stuttgart. Ik heb altijd naar haar opgekeken.”
Leander: “Bij mij is de roeping iets later gekomen. Ik heb eerst... gedrumd. Maar dat heeft niet lang geduurd. Er is zeker geen topdrummer aan mij verloren gegaan (schatert). Toen ik tien was, heb ik deelgenomen aan een basketinitiatie in Borgloon. Ik vond het de max. De trein was vertrokken.” Karlijn: “Ik ben dan wel op mijn vierde begonnen met ballet, maar ben ook een laatbloeier. Ik ben pas op mijn 16de naar de balletschool in Antwerpen gegaan. Ik heb geluk gehad dat ik er toen nog ben binnengeraakt, want dat is al vrij oud. De meesten beginnen er op hun twaalfde.”
Een venijnige vraag misschien: is ballet sport?
Karlijn: “Het is een kunstvorm die fysieke arbeid vereist. Dan kan je het dus ook als sport zien. Het grote verschil is dat Leander die fysieke arbeid ook in zijn wedstrijden kan tonen, terwijl ik dat moet verstoppen. Ik moet vooral heel elegant overkomen. Maar vergis je niet: we werken enorm hard. Dagelijks van 10u ‘s morgens tot 17.30u. Dat is ietsje meer dan een basketter hé? (lacht)”
Leander: “Klopt: wij hebben maar twee trainingen per dag, maar die zijn wel heel intensief. En tussendoor hebben wij video, kine… Dat hoort er ook bij.” Karlijn: “Wij zijn ook niet de hele dag intensief bezig. Zo besteden wij ook veel tijd aan het instuderen van choreografieën.”
Karlijn, heb jij door wanneer Leander een goede match aan het spelen is?
Karlijn: “Toch wel, ja. Maar dan vooral door naar zijn gezichtsuitdrukkingen en zijn gedrag te kijken. Want op technisch of tactisch vlak ken ik weinig van basketbal.” Leander: “Idem voor mij. Ik ken wel wat termen: grand jeté, fondu... maar daar blijft het ook bij.
Ik geniet wel altijd enorm van haar optredens. Dan ben ik fier als een gieter.”
Karlijn: “Ik ken dat gevoel. Als ik nieuwe mensen ontmoet vraag ik altijd meteen of ze broers of zussen hebben. Dan kan ik er onmiddellijk heel trots aan toevoegen dat mijn broer op hoog niveau basket speelt.”
Jullie zijn profs. Hoe fel heeft jullie sport/job te lijden onder corona?
Karlijn: “Heel fel. Want ons hoofddoel - voorstellingen voor publiek - kan niet bereikt worden. Het laatste optreden met publiek dateert al van februari 2020 (zucht). We mogen wel in onze kleine artistieke bubbel dansen en hebben ook wat optredens voor camera gedaan. Maar dat is niet hetzelfde. Je voelt de energie van de toeschouwers niet.” Leander: “Wij hebben tijdens de eerste lockdown een tijdje volledig stil gelegen. Daarna is het seizoen, onder strikte voorwaarden, weer opgestart. Zonder publiek weliswaar. Ik geraak er niet aan gewoon. Er is nul ambiance.”
Leander, je bent recent ook opgeroepen geweest voor de Belgian Lions. Had je dat zien aankomen?
Leander: “Totaal niet. Ik vond het al geweldig dat ik in de preselectie zat. Intussen ben ik al twee keer opgeroepen. Ik was weliswaar reserve, maar heb wel met die toppers mogen meetrainen. Dat smaakt naar meer.”
Karlijn: “Toen Leander de eerste keer werd opgeroepen, heeft hij me meteen gebeld. Ik zat in de trein en ben prompt beginnen wenen van geluk.”
Basketbal is enorm geëvolueerd de laatste 30 jaar. Het is nu veel fysieker. Is ballet ook geëvolueerd?
Karlijn: “Absoluut. Veel mensen denken bij ballet nog steeds aan tutu’s en pointes. Superklassiek. Dat is ook mooi, maar wij doen vooral hedendaagse choreografieën. Ook bij ons gaat alles er veel fysieker aan toe. Het moet alsmaar hoger, verder, sneller...”
Hoe ver reiken jullie ambities?
Leander: “Ik heb onlangs mijn contract bij United met drie jaar verlengd. Fantastisch, want ik had vroeger nooit gedacht dat ik prof kon worden. Ik zou graag een vaste waarde worden in eerste klasse en debuteren bij de Belgian Lions. Nog hogerop? Als die kans zich voordoet, in of buiten België, waarom niet? Al blijf ik heel nuchter. Een mooie carrière bij Limburg United is ook al top.” Karlijn: “Leander is soms te bescheiden. Maar dat siert hem ook. Ik herken mezelf in hem. Ik ben ook superblij dat ik bij Ballet Vlaanderen zit. Ik wil me graag opwerken in het gezelschap en een vaste pion worden, waarop ze altijd kunnen terugvallen.”