“Zelfs wie er hekel aan heeft, kan bij euforie niet weerstaan aan groepsknuffel”
“Die groepsknuffel zoals bij ‘Big Brother’, laat me dat niet doen hé”, zei Sven vastberaden bij het begin van de eerste aflevering van ‘De Mol’. Maar nog geen uur later zagen we een euforische Sven die als een van de eersten zijn medekandidaten begon te knuffelen. De drang leek groter dan zijn afkeer voor groepsknuffels, en dat heeft volgens experts te maken met de euforie van het moment.
Het kan de meest gereserveerde mensen onder ons overkomen”, zegt psychiater Dirk de Wachter. Volgens De Wachter zorgt de euforie ervoor dat we ondanks die vastberadenheid om niet te knuffelen, toch plots meedoen met de groep. “Ook al verzet iemand zich erg hard tegen het idee, tijdens zulke emotionele of euforische momenten zal de rationele gedachte naar de achtergrond verdwijnen.”
Dronkenschap
Evolutiebioloog Mark Nelissen verklaart het als een soort van dronkenschap: “Eens er euforie is, ga je meer sociale hormonen aanmaken en zal er meer bereidheid ontstaan. Als je dronken bent, doe je ook wel eens dingen die je gewoonlijk niet zou doen. Als je euforisch bent, is het eigenlijk een beetje gelijkaardig en kan je dus toch gaan knuffelen met een hele groep, hoewel je er gewoonlijk een hekel aan hebt.”
Het gebeurt trouwens bij verschillende gevoelens dat mensen die er aanvankelijk tegen zijn, toch zullen knuffelen in groep of met vreemden. “Als mensen samen een angstige situatie doorstaan, zoals een tsunami of andere ramp, dan zie je dat ze elkaar in de armen vallen. Een knuffel geeft veiligheid, geborgenheid en brengt samen”, legt psychotherapeut en lichaamstherapeut Maarten Ghysels uit.
Daarnaast zorgt het volgens Ghysels ook voor een samenhorigheidsgevoel: “Zowel bij intense vreugde als verdriet, wil je dit delen met de mensen die datzelfde gevoel ervaren. En dat kan je doen door een groepsknuffel te geven.”
Eén op één
Maar dat Sven geen grote fan is van groepsknuffels en het dan plots wel doet, is dus niet abnormaal. Volgens evolutiebioloog Mark Nelissen hebben wel meer mensen een afkeer voor groepsknuffels omdat die geen deel uitmaken van onze biologie. “Het één op één knuffelen is wel iets biologisch, dat is zelfs heel belangrijk. Het geeft namelijk hormonen vrij waardoor je je goed voelt en het versterkt ook nog eens het immuunsysteem. Een baby die bijvoorbeeld niet voldoende geknuffeld wordt, kan ontwikkelingsproblemen krijgen.” “Maar voor de groepsknuffels zijn er voor zover we weten geen biologische wortels. Het is iets dat cultureel gegroeid is. En dat kan de reden zijn waarom mensen het niet altijd graag doen. Als het wel iets biologisch is, zijn we ermee vertrouwd en voelt het natuurlijk aan.”