Een ‘textus’ over garen spinnen
‘De halve economie mag dan stilgelegd zijn, toch weten veel van onze ondernemers ook in deze bizarre tijden nog garen te spinnen.’ Betekenis: profijt te halen. ‘De politicus probeerde er nog op de raadszitting garen uit te spinnen door de schepen tot een spagaat te bewegen.‘ Nog twee vindplaatsen van de voorbije weken. Overigens zijn in de verleden tijd de vormen ‘spinden’ en ‘sponnen’ beide correct.
Eerste zin van het hoofdartikel ‘Het oogmerk van Moskou’ op de voorpagina van deze krant in 1956: ‘Men zal nooit genoeg inspanningen doen om de harten en de nieren te doorgronden van de Sovjet-leiders die de laatste tijden zoveel dun garen spinnen dat ze op het punt staan de hele wereld in hun netten te vangen.’
Spinnen betekent ‘uit vezels door draaien een draad vormen’ en van die draad worden stoffen geweven. Ons hele leven zijn we in geweven stoffen gehuld, vandaar dat onze taal vol zit met ‘textiele’ verwijzingen zoals ‘de lakens uitdelen’ of ‘onder de wol gaan’.
Iets dieper zit het weefproces zelf, bijvoorbeeld ‘dat is schering en inslag’ voor ‘dat gebeurt de hele tijd’. De ‘schering’ is de verticale draad van het weefsel, de lengtedraad. De ‘inslag’ zijn de dwarse of horizontale draden, die doorheen de schering worden ‘geslagen’.
En dan heb je nog de aanduiding ‘de zelfkant’ voor mensen die aan de rand van de maatschappij leven, de zwervers, de daklozen. De ‘zelfkant’ van een weefsel is een zijkant in de lengterichting van het doek.
‘Texere’ is het Latijn voor weven, vlechten. ‘Textilis’ staat voor geweven, gevlochten. En ‘textus’-? Een ‘geweven geheel van woorden’, deze tekst.
‘Beursgenoteerde postbedrijven spinden garen bij de pakjesgekte tijdens het voorbije coronajaar’
HBvL 19/03/2021