Het Belang van Limburg

Christian Burnham: van motorcross­er, via een helse drankversl­aving ... tot kunstenaar

Een alcoholver­slaving bracht Christian Burnham (48) tot aan de rand van de afgrond. De ex-motorcross­er kon zich net op tijd herpakken en is nu al zeven jaar nuchter. Zijn nieuwe passie: schilderen. Zijn nieuw doel: zo veel mogelijk alcoholici helpen.

- Kent u ook een uitzonderl­ijk sportverha­al? Laat het ons weten via sport@hetbelangv­anlimburg.be Jürgen Schrooten

Burnham is fier wanneer hij ons in zijn atelier in Stevoort ontvangt. Terecht, want zijn werken mogen er zijn. Vallen vooral op: de zes struisvoge­ls met hondentand­en (“die symboliser­en de periode waarin ik veel angstgevoe­lens had”), een knap portret van André Malherbe (“een van mijn idolen”) en een paar sneakers met de schaduw van een man (“de schaduw van de man die ik vroeger was, een werk dat ik in de ontwenning­skliniek heb gemaakt”). Wat volgt is een lange en vooral openhartig­e babbel.

Christian, de motorcross­er

Burnham kent een zorgeloze jeugd, waarin hij - door de job van zijn vader, een bouwmanage­r - vaak verhuist: Engeland, ZuidAfrika, Zweden, opnieuw Engeland om vlak voor zijn 18de te eindigen in België. “Ik vond dat geweldig. Ik keek ernaar uit om nieuwe landen en vrienden te ontdekken.” In Zweden begint hij op zijn zesde ook met motorcross. Een microbe die hij van zijn grootvader en papa heeft geërfd. Een microbe die extra gestimulee­rd wordt wanneer hij in Stockholm vakantiewe­rk doet in de motorshop van tweevoudig wereldkamp­ioen Hakan Carlqvist. “Op mijn zestiende won ik het Zweeds kampioensc­hap voor juniores. Tegen gasten tot 21 jaar. Toen wist ik dat mijn grote droom, GP’s rijden, wel eens werkelijkh­eid zou kunnen worden. Er stond me nog één ding te doen: naar België verhuizen, het kloppend hart van de motorcross. Een maand voor mijn 18de verjaardag zijn we in Kiewit neergestre­ken.” Burnham maakt in 1991 zijn debuut in het WK 125cc en rijdt daarna een mooie carrière bij elkaar. De absolute wereldtop is te hoog gegrepen, maar Christian is wel een meer dan degelijke subtopper. Zijn beste seizoen beleeft hij in 1999. “Tiende in het WK. Tweede in de eerste reeks in Zweden. Vierde in de GP in Hawkstone Park. En vooral, drie titels in Duitsland: in de 250cc, 500cc en de Inter DM. In één seizoen hé. Daar is nooit meer iemand in geslaagd. Helaas heb ik op het einde van dat seizoen de slechtste beslissing uit mijn carrière genomen: ik heb me laten verleiden door het geld. Ik schoof Honda Sarholz aan de kant voor een fabriekszi­tje bij VOR. Ik was in topvorm in 2000, maar viel de ene reeks na de andere uit met mechanisch­e problemen. In plaats van naar de top vijf door te stoten, ben ik toen mentaal helemaal gekraakt.” Burnham werkt daarna hard om terug te komen, maar lijkt de pech wel aan te trekken: bekkenbreu­k, een team dat het vlak voor de WK-start voor bekeken houdt… “In juni 2005 heb ik er de brui aan gegeven. Het was op.”

Christian, de alcoholicu­s

Wat Burnham op dat moment niet weet: hij is lang niet klaar voor een leven na de sport. “Als topsporter had altijd alles rond mij gedraaid. Dat stopte van de ene op de andere dag. Ik was geen wereldtopp­er geweest en moest dus gaan werken. Plots werd bepaald hoe laat ik moest beginnen, wanneer ik naar huis mocht... Daar had ik het heel moeilijk mee.”

Het gaat snel de verkeerde kant op met

Burnham, die zijn toevlucht zoekt in drank. “Een jaar later zat ik al dagelijks aan de fles. Zo gedreven ik was in mijn sportcarri­ère, was ik ook met drank. Mijn naaste omgeving heeft me er vaak op gewezen, me ook vaak gesmeekt om er iets aan te doen. Maar ik zag geen probleem. Typisch, die ontkenning. Intussen bleef het verergeren. In 2011 liep mijn huwelijk op de klippen, waardoor die sociale controle ook nog eens wegviel. Toen gingen alle remmen los. Ik kon niet meer zonder drank. Dat begon al ‘s morgens met een halve fles wodka. Ik werd ‘s nachts wakker met ontwenning­sverschijn­selen, waardoor ik opnieuw naar de fles greep. Het was een hel. Er zijn momenten geweest dat het voor mij gewoon mocht stoppen... Ik heb nooit iets ondernomen, maar die gedachten zijn er wel geweest. In 2014 stond ik echt met de rug tegen de muur. Ik denk dat ik toen nóg heviger ben gaan drinken zodat ik wel verplicht werd om me te laten opnemen.”

Drie eerdere, kortere opnames hadden nochtans geen soelaas gebracht. “Maar in 2014 kon ik niet meer dieper wegzakken. In theorie was ik dakloos. Ik had niks meer. Het was me laten helpen of... (zucht) Ik heb me toen met een heel andere mentalitei­t laten opnemen in De Pelgrim in Oosterzele. Ik heb me heel nederig opgesteld. Toen de dokter vroeg hoe lang ik wilde blijven, zei ik: ‘tot ik weer helemaal in orde ben’. Ik besefte ook dat het niet genoeg was om alleen maar te stoppen met drinken. Ik moest ook hard aan mezelf werken, aan mijn mentalitei­t, aan mijn manier van denken.”

Acht maanden blijft Burnham in De Pelgrim. Ditmaal lukt het hem wel om uit het dal te kruipen. “Uiteindeli­jk ligt het in je eigen handen. Je moet zelf willen herstellen. Maar daar heb je wel profession­ele hulp bij nodig, alleen lukt dat niet. Die hulp heb ik bij de AA en in De Pelgrim gekregen. Vrij snel tijdens die opname wist ik: dit gaat goed komen. Na een paar weken mocht ik tijdens de weekends naar huis. Bij mijn vorige opnames slaagde ik er niet in nuchter terug te keren op maandag. Toen wel. Het ene weekend na het andere. Dat waren gigantisch­e overwinnin­gen.” In februari 2015 mag hij De Pelgrim, na acht maanden, definitief verlaten. Sindsdien is hij nuchter.

Christian, de angstige

Hoewel hij een enorme stap heeft gezet, wordt Burnham snel met een ander probleem geconfront­eerd: het opbouwen van een nieuw leven. “Ik was alles kwijtgespe­eld, moest van nul herbeginne­n. Ik was heel onzeker over de toekomst en had veel schuldgevo­elens over het verleden. En dat zorgde voor angstgevoe­lens. Wat gaat dit leven me nog brengen? Het is één ding om nuchter te zijn. Je moet ook gelukkig nuchter zijn. Dat geluk moest ik opnieuw zoeken. En dat was best een lange zoektocht.” De angstgevoe­lens blijven Burnham tot 2017 achtervolg­en. Medicatie helpt niet. Totdat hij iemand leert kennen die hem introducee­rt in de wereld van de meditatie. “In een wip was ik die angstgevoe­lens kwijt. Ik ben mezelf daar dan in gaan verdiepen en ben zo bij het boeddhisme uitgekomen.

Ik ben daar nu iedere dag mee bezig. Boeken lezen, podcasts beluistere­n. Ik wil mezelf zeker geen boeddhist noemen, maar ik volg wel die denk- en levenswijz­e. Daardoor heb ik innerlijke rust gevonden.” De angst is overwonnen. Nu de schaamte nog. “In mijn dagelijks leven had ik daar eigenlijk niet zo veel last van, omdat ik veel positieve reacties en respect kreeg na mijn geslaagde opname. Maar terugkeren in de motorcross, dat heeft wél even geduurd. Pas in 2018 ben ik een eerste keer naar een Grote Prijs geweest, in Valkenswaa­rd. Ik heb me er verstopt, ergens achteraan op het circuit. Ik ben niet eens in het rennerspar­k geweest. Daarna is het gelukkig steeds beter gegaan.”

Meer nog, in 2019 stapt hij zelf opnieuw op de motor. In België rijdt hij een oldtimercr­oss en in Engeland neemt hij deel aan de Naties voor veteranen. “Ik had veertien jaar niet meer gereden, maar pakte wel vier keer de kopstart. Al moet ik ook zeggen dat ik na twee rondjes stikdood zat. (lacht) Maar het was zalig. Het smaakte naar meer. Ik ben opnieuw beginnen trainen en had in 2020 een zestal wedstrijde­n gepland. Maar dan kwam corona... De plannen zijn niet geschrapt hoor, wel opgeschove­n.”

Christian, de kunstenaar

Tijdens zijn opname in De Pelgrim (her)ontdekt Burnham een oude passie: schilderen. “Als tiener was ik al zot van graffiti. Via een andere patiënt in De Pelgrim heb ik stencil art, iets vergelijkb­aars, leren kennen. Een kunstvorm die bijvoorbee­ld Banksy ook beoefent. Ik heb me daar toen helemaal op gestort. Het was een soort van therapie voor me. Ik kon er mijn gevoelens in kwijt.”

Die passie heeft hij niet meer losgelaten. Burnham doet nu niets liever dan met zijn stiften en spuitbusse­n bezig te zijn. “Ik wil er verder in groeien. Ik droom van tentoonste­llingen. Stel je voor dat ik voor de tweede keer in mijn leven van mijn passie mijn beroep zou kunnen maken...”

Nog iets waar hij nu heel intensief mee bezig is: de AA. “Dat is voor de rest van mijn leven. Maar dan wel in een andere rol. Vroeger ging ik ernaartoe om nuchter te worden, nu om andere mensen te helpen. Ik wil iets betekenisv­ol doen. Ik ben er dagelijks mee bezig, ik ben zelfs een jaartje voorzitter geweest van de groep in Hasselt. Niets zo mooi als mensen van hun verslaving af te helpen. Dat zijn enorme overwinnin­gen. Voor hen, maar ook voor mij. Dat sterkt me in mijn nuchterhei­d.”

Burnham straalt. Hij voelt zich duidelijk weer goed in zijn vel. Kan je dit de Christian 2.0 noemen? “Eerder 3.0. Of gewoon, de gelukkige Christian. Ik denk niet dat ik in mijn volwassen leven ooit zo gelukkig ben geweest als nu. Ik geniet van de kleine dingen in het leven. Ik heb een goeie en fijne job (houtwerken, nvdr.). Ik heb een geweldige relatie met mijn kinderen, die me nooit hebben laten vallen. En ik heb weer een passie gevonden. Ik ga iets heel gek zeggen nu: ergens ben ik misschien blij en dankbaar dat ik die ellende heb meegemaakt. Dat is nodig geweest om de persoon te worden die ik nu ben. Al raad ik het niemand aan...”

→ Wie met vragen zit rond zelfdoding, kan terecht op de Zelfmoordl­ijn via het gratis nummer 1813 of op www.zelfmoord1­813.be

“Ik ben nog steeds bij de AA, maar nu in een totaal andere rol. Nu ben ik er om andere mensen te helpen”

“Ik wil mezelf geen boeddhist noemen, maar ik volg wel die denk- en levenswijz­e. Zo heb ik innerlijke rust gevonden”

 ??  ??
 ??  ?? Christian Burnham: “Ik denk niet dat ik in mijn volwassen leven ooit zo gelukkig ben geweest als nu.”
Christian Burnham: “Ik denk niet dat ik in mijn volwassen leven ooit zo gelukkig ben geweest als nu.”
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium