Het Belang van Limburg

OUDSBERGEN

- Mireille Maes

Op de prematuren­afdeling van het Natuurhulp­centrum is het dezer dagen de klok rond werken. Eekhoorntj­es (30), haasjes (15) en konijntjes (20) zaten er al enkele weken. Maar de voorbije dagen kwamen er ook andere soorten binnen. “Woensdag de eerste jonge mereltjes, donderdag de eerste jonge steenmarte­r”, zegt Michael Derijckere van het Natuurhulp­centrum. “En er zitten ook al vier bosuiltjes en wat eksters. In totaal worden hier ruim honderd jonge diertjes verzorgd. De babytijd voor de wilde dieren begint langzaamaa­n op gang te komen.”

In het Natuurhulp­centrum verwachten ze dat ze tegen het einde van de maand april moeten bijschakel­en om al het werk gedaan te krijgen. “Dat is elk jaar dé piekperiod­e. Al blijft het afwachten wat volgende week brengt. Volgens de voorspelli­ng gaat het opnieuw veel kouder worden. Dat kan een impact hebben en kan de boel vertragen, zodat bijvoorbee­ld de vogels even wachten om hun ei uit te broeden.”

Corona

In coronatijd is het ook anders werken in het Natuurhulp­centrum. “Intussen kunnen we wel weer rekenen op de vrijwillig­ers, in tegenstell­ing tot vorig jaar. Anders is de werkdruk te hoog. Door de dienst prematuren in verschille­nde ruimtes op te splitsen, kunnen we altijd met twee personen in een ruimte werken. Zo zijn er minder onderlinge contacten en is het dus veiliger. Het was echt nodig om meer mensen in te schakelen. Simpelweg omdat er de klok rond werk is. Sommige dieren moeten ook ’s nachts nog worden bijgevoede­rd. De situatie moet houdbaar blijven. En de komende weken zullen er alleen nog maar dieren bijkomen.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium