De balk in Homans’ oog
Zondag vierden we de Vlaamse feestdag, de ene al wat fanatieker dan de andere. Vanwege de coronamaatregelen vond de viering dit jaar niet plaats in het Brusselse stadhuis, maar in de plantentuin van Meise. Die instelling is misschien wel het beste voorbeeld van de complexe structuur van dit land. Sinds 2013 is de plantentuin een Vlaamse bevoegdheid, het personeel wordt deels betaald door de Vlaamse en Franse Gemeenschap, terwijl de planten federaal patrimonium zijn.
Dat dit land eenvoudiger moet is geen open deur intrappen, het is het inbeuken van een open kasteelpoort uit 1302. Vlaams Parlementsvoorzitter Liesbeth Homans (N-VA) had dan ook gelijk toen ze zondag zei dat het eenvoudiger en logischer moet. Volgens haar moet er een einde komen aan de symbolenstrijd en moeten de dogma’s achterwege worden gelaten.
Mooie woorden, maar die zijn ook op haar eigen partij van toepassing. Homans ziet de splinter in andermans oog, maar niet de balk in het eigen. Het is haar eigen N-VA die elke staatshervorming tot eenrichtingsverkeer maakt. Als Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) zegt dat we van een wit blad moeten vertrekken, dan bedoelt hij dat Vlaanderen en Wallonië de bevoegdheden onder elkaar moeten verdelen en de restjes aan het federale België moeten laten. Maar moet de vraag niet eerder zijn hoe we ons land efficiënt opbouwen, zonder ideologische vooroordelen? Het is net die noodzakelijke oefening die geblokkeerd wordt door dergelijke dogma’s. De afgelopen maanden hoorden we wel vaker dat België niet werkt. Deze crisis zou dat hebben aangetoond. Maar ook Vlaanderen moet in de eigen boezem durven kijken. Zelfs in Vlaams-nationalistische kringen groeit de kritiek op de regering-Jambon, die het niet beter deed dan de federale collega’s. Bovendien: toen we in het begin van het jaar achteropliepen met de vaccinaties was het de schuld van het Belgische kluwen. Nu we aan de Europese top staan, zou dat toeval zijn. Er is in dit land klaarblijkelijk nooit een middenweg. Wat België én Vlaanderen écht nodig hebben is een eerlijke discussie over de toekomst, zonder blind te zijn voor de gebreken op álle bestuursniveaus.
Net daarom is het problematisch wat N-VA-voorzitter De Wever afgelopen weekend in De Zondag verklaarde. Volgens hem mag de grondwet niet in de weg staan van noodzakelijke verandering. Die verandering is inderdaad hoognodig willen we de grote maatschappelijke onvrede tegengaan, maar moet wel gestoeld zijn op democratische meerderheden. Zo niet komen we gevaarlijk dicht in de buurt van figuren als Ihsane Haouach, die ook losjes wilde omspringen met de grondwet om de ideeën van een minderheid ingang te laten vinden.