De Ark, de dancing van de laatste hoop voor singles
LEGENDARISCHE DISCOTHEKEN
Het witte gebouw langs de Hasseltsebaan in Hechtel ligt er schijnbaar verlaten bij, maar boven de toegangsdeuren staat nog steeds in grote letters ‘Ark’ te lezen. Dik vijftig jaar geleden openden Harry en Flor Daemen op deze plek De Ark, een dancing die in de veertig jaar nadien zou uitgroeien tot een begrip in de regio. “De Ark is meer dan een dancing”, schrijft Dirk Neyens in zijn boek Van Geys tot Goossens, over de muziekscene in Hechtel-Eksel. “Het is een merk, een gevoel, een mysterie. Het is een plek waar schuchtere vrijgezellen zichzelf overstijgen en een liefdesticket voor het leven scoren.”
“Mijn ouders waren van Neerpelt, maar hadden in Tienen een goed draaiend wegrestaurant voor vrachtwagenchauffeurs”, zegt Jean Paul Daemen, zoon van de eerste uitbaters. “De aanleg van de autosnelweg Brussel-Luik dreigde een streep door hun rekening te worden. Daarom beslisten ze om terug te keren naar Limburg. Ma wilde een restaurant en hotel, maar pa wilde meer actie, een dancing. Daar is uiteindelijk De Ark uitgekomen als compromis: hotel, restaurant en dancing.”
Moerasgrond
Naar de naam moest niet lang gezocht worden. “In 1969 hebben ze deze grond gekocht. Een bodemonderzoek bestond toen niet”, vertelt Jean Paul. “Al gauw bleek dat het moerasgrond was en dat de funderingen een probleem waren. Om kosten te besparen, is toen beslist om de funderingen lager te leggen. Het was alsof er in het moeras een vlot gebouwd werd waartoe iedereen zijn toevlucht kon nemen. Een ark dus.”
Op 13 november 1970 gingen de deuren van dancing De Ark open. Twee jaar later volgden het restaurant, de taverne en tien hotelkamers. Er werd diep in de geldbeugel getast, maar het resultaat mocht er zijn. “Onze ouders waren in Italië en Spanje gaan kijken hoe discotheken het daar aanpakten”, zegt Daemen. “Het hele gebouw was in beton en steen. Dat was toen revolutionair. Er waren vijf verschillende niveaus. Daardoor kon er veel volk binnen, maar had je toch nooit het gevoel dat je in een massa stond.” Boven de dansvloer hing een spiegelbol met een diameter van 1,70 meter. “Speciaal laten maken in Engeland. Het interieur was flashy oranje en donkergroen. En je kon de hele verlichting laten flikkeren, dat was toen ongezien. Zelfs vanuit de Vlaanders kwamen ze met bussen om te kijken. Vanaf de eerste dag liep het als een trein.”
Met de buurt werden goede afspraken gemaakt. “Hiertegenover had je een boer, Louis. Die kon zijn koeien niet melken als wij het volume opendraaiden. Dus begonnen we met gedimde lichten. Pas als Louis liet weten dat hij klaar was met melken, ging de lichtshow aan en mocht de muziek volle bak.”
Dave Jumpy
Op vrijdag waren er optredens van Will Tura, Corry en de Rekels of de Zangeres Zonder Naam. Op zaterdag en zondag liep de dancing vol, met op topdagen tot 1.500 bezoekers. Maar ook op weekdagen vonden dansers de weg naar De Ark. “In de eerste jaren na de opening kwamen van maandag tot vrijdag autocars vol gepensioneerden”, zegt Daemen. “Die deden eerst een daguitstap en daarna kwamen die hier dansen. Op die avonden stonden hier soms wel vijftien bussen op de parking.” Ster van de avond was Jean Paul zelf. De jongste zoon van Harry en Flor was toen twaalf en trad in een cowboypakje op als Dave Jumpy, “de jongste dj van België”. “Ik was een attractie, maar ik deed dat graag”, zegt Jean Paul. “Ik draaide plaatjes, klom op de discobar en presenteerde zoals ne grote. Of ik zong Mama van Heintje waardoor al die bommaatjes moesten wenen.” (lacht) Al gauw werd Jean Paul een van de vaste dj’s van De Ark. In die tijd mixten diskjockeys nog niet, maar praatten ze hun plaatjes aan elkaar. “Dancing De Ark, the place to be: dat soort dingen zei je dan, zo cool mogelijk. Soms belden ze van achter de kassa: ‘Het draait hier voor geen meter, maak er maar iets van.’ Dan was het onze taak om het vuur erin te brengen.”
Kuskesdans
Niet alleen Jean Paul, maar ook zijn broers Leon en Guido werden ingeschakeld. De drie broers en hun ouders maakten van De Ark een geoliede machine. Maar dat de dancing in de jaren tachtig een merk werd, bekend tot ver buiten Hechtel, was eerder toeval. “Dat is begonnen toen dancing Flip is geopend”, zegt Daemen. “De jeugd en de rockers trokken naar daar, het iets rijpere cliënteel bleef bij ons. De jonge gasten zagen de Ark als de
“Hiertegenover had je een boer, Louis. Pas als hij liet weten dat hij klaar was met melken, ging de lichtshow aan en mocht de muziek volle bak”
Jean Paul Daemen
Voormalige uitbater
van De Ark
plek waar de mannen van de laatste hoop tegen een pilaar stonden te leunen.”
De familie Daemen omarmde ‘De Laatste Hoop’ als een geuzennaam, want de werkende vrijgezellen waren een trouw en vaak kapitaalkrachtig publiek. Voor vrouwen was er op zondagavond een gratis cocktail. “De jongens kwamen voor de meisjes en met die cocktail werden de meisjes gelokt”, zegt Daemen. Rond half een was het tijd voor de kuskesdans. “Als we die niet draaiden, begonnen ze er zelf mee. Kijk, we hebben nooit reclame gemaakt met De Laatste Hoop, maar als je die stempel krijgt, kun je er maar beter gebruik van maken. Er werd mee gelachen, maar dat was voor ons geen probleem. Als ze zeiden ‘De Laatste Hoop’, zei ik altijd: ‘Hoop doet leven en wij leven goed.’” (lacht)
Biggetje
Jacqueline Peeters (74) uit Hechtel werkte dertig jaar in De Ark als wc-juffrouw. “Een heel mooie tijd”, zegt ze. “Ik had altijd jong volk rond me en iedereen kende me. De meesten kwamen daar inderdaad om een lief te vinden. En als het niet lukte, kwamen ze bij mij om over hun verdriet te vertellen. ‘Ik heb een oogje op hem, maar hij ziet me niet staan.’ En dan moest ik eens met hem praten.” Af en toe moest Jacqueline optreden omdat een kersvers koppeltje zich wilde verschuilen op de toiletten. Maar De Ark was naast een dancing ook een hotel. “Regelmatig stond zo’n koppeltje aan de receptie: ‘Wij willen blijven slapen’”, zegt Jean Paul Daemen. “Maar mijn moeder was daar categoriek in: ‘Ge zijt veel te jong, ga naar huis.’ En dan gebeurde het wel eens dat een van onze parkeerwachters binnenkwam: ‘Verdoeme, ze liggen in een auto te vogelen’.”
Het is intussen twintig jaar geleden, maar wc-juffrouw Jacqueline moet nog steeds lachen om de fratsen die ze meemaakte in De Ark. “Er kon toen veel meer. De sfeer was losser en de mensen konden meer van elkaar verdragen. Ik herinner me een groepje mannen die al eens graag iets uitstaken. Met carnaval kwamen die verkleed als boeren de dancing binnen. In de kinderwagen lag een echt biggetje. Toen het feest gedaan was, is dat varkentje achtergebleven.” Ook Jean Paul herinnert zich het nog. “Klopt, dat was Pluto. In een garagebox hebben mijn vader en vrouw dat varkentje grootgebracht”, vertelt hij. “Mijn vrouw ging er elke dag mee wandelen op de parking. En op maandag, als de flesjes bier gesorteerd werden, kreeg het varken de overschotjes.”
Garantie
Voor de familie Daemen eindigde het verhaal in 2009. Harry en Flor waren er in 1988 al uitgestapt. Zonen Leon, Guido en Jean Paul zetten De Ark nog een hele tijd verder. Totdat Leon het gebouw in 2009 verkocht. De gouden tijden lagen toen al even achter de rug. Harry stierf in 2011. Flor is vandaag 90 jaar en staat in woonzorgcentrum Leopoldspark in Leopoldsburg nog steeds bekend als “het madammeke van De Ark”. Hoeveel vrijgezellen er uiteindelijk de liefde gevonden hebben in De Ark, is ook voor Jean Paul Daemen een mysterie. “Dat durf ik niet te zeggen. Alleszins vele duizenden in die veertig jaar. Ik kom nog vaak mensen tegen die me zeggen dat ze hun man of vrouw gevonden hebben in De Ark. Mijn standaardantwoord is dan: ‘Dat is zonder garantie, hé.’” (lacht)
“We hebben nooit reclame gemaakt met De Laatste Hoop, maar als je die stempel krijgt, kun je er maar beter gebruik van maken”
Jean Paul Daemen
Voormalige uitbater
van De Ark