Lefevere heeft zijn huiswerk klaar
Zeg in 2022 niet meer Deceuninck – Quick-Step, wel Quick-Step Alpha Vinyl Team. Dat maakte Patrick Lefevere, CEO van de succesvolle wielerformatie, bekend op de tweede rustdag van de Tour. In 2023 wordt de naam vermoedelijk aangepast naar Quick-Step – Soudal.
Al in mei hadden Quick-Step en Lefevere laten weten dat ze nog eens zes jaar langer met mekaar zullen doorgaan, tot het einde van 2027. Alleen: die andere naamsponsor, Deceuninck, had intussen afgehaakt en dus moest de CEO van The Wolfpack op zoek naar een vervanger. En die vond hij bij… Quick-Step zelf. Want door Alpha Vinyl aan de ploegnaam toe te voegen, wil het WestVlaamse bedrijf wat graag een tweede ‘merklijn’ in de spotlights zetten.
“Quick-Step staat voor laminaat, maar we hebben zoveel meer te bieden”, stelde Ruben De Smet, de voorzitter van Unilin Flooring, het moederbedrijf boven de sponsornamen. “De vinylmarkt boomt en Quick-Step wil ook daarin domineren zoals het al met laminaat doet.”
Ook Lefevere toonde zich opgetogen. “We delen dezelfde waarden: schoonheid, innovatie, leiderschap en dromen verwezenlijken zijn de sleutels van zowel onze hoofdsponsor als onze ploeg.” Opvallend: Quick-Step Alpha Vinyl Team zal slechts één jaar te bewonderen zijn in het peloton, want verwacht wordt dat in 2023 de naam van de World Tour-ploeg verandert in Quick-Step – Soudal.
De lijm- en siliconenfabrikant zou immers de overstap maken van de Lotto-ploeg, waarmee het contract eind volgend jaar afloopt. “Maar daarop antwoord ik niet”, counterde Lefevere. “Ik heb het hier enkel over volgend seizoen, dus respecteer alstublieft onze aankondiging van vandaag. Maar goed: wie andere dingen wil schrijven, feel free.”
Wel gaf de grote baas van Remco Evenepoel, Julian Alaphilippe en co mee dat hij hoopt volgende week nog iets nieuws aan te kondigen: “Maar dan met betrekking tot volgend jaar.” Dat nieuws zou dan om een nieuwe partner voor volgend seizoen draaien.
Niemand had de jongste twee decennia op de tweede rustdag meer voorsprong als geletruidrager dan Tadej Pogacar. Al is de jonge Sloveen niet van plan om het daarbij te laten. “Als ik kan, neem ik nog meer tijd. Je weet maar nooit dat je een slechte dag hebt en ineens tien minuten kwijtspeelt.”
Zo fris als een hoentje, zo verscheen de nog altijd maar 22-jarige Sloveen in de teamautobus van UAE Team Emirates, van waaruit de Zoom-meeting in Andorra werd gehouden. Pogacar was opgezet met het gegeven dat ploegleider Allan Peiper toch de oversteek maakt om hem de laatste Tourdagen bij te staan, hoewel de Australiër bezig is een gevecht te leveren tegen een slepende ziekte waarmee hij al jaren kampt. “A big bonus. Voor mezelf en het team. We hebben hem de voorbije weken echt gemist. Vorig jaar heeft hij me in de Tour geweldig geholpen. Het is een fantastische kerel. We hebben een goede relatie. Ik kan niet wachten tot hij er is.”
Advies van Roglic
Jonas Vingegaard zou dan weer advies hebben gekregen van Primoz Roglic, diens verdwenen kopman bij Jumbo-Visma. “Ik zou niet weten wat voor raad Primoz hem geeft dat mijn situatie kan beïnvloeden, maar het is duidelijk dat hij me beter kent dan Jonas. We zien het wel de volgende drie dagen.” ‘Pog’ blies warm en koud tegelijk. Enerzijds beweerde hij een “beetje moe” te zijn en “de jongste dagen niet te goed te slapen door al het harde werk” , maar anderzijds zei hij dat hij zich “goed voelde”. “Het deed goed dat ik vandaag mijn hoofd wat kon vrijmaken tijdens een fietstochtje van een uurtje. Iedereen is moe en we staan nog voor drie zware dagen in de Pyreneeën. Al kijk ik ernaar uit om mijn benen te testen in de bergen.”
“Op de Mont Ventoux, tijdens de tweede beklimming, ging ik door de aanval van Jonas Vingegaard, even over mijn limiet. Ik voelde me dan ook wat gaar door de zon die hard brandde. Ik ontplofte daar een beetje. Maar de andere dagen voelde ik me goed.”
Data
De geletruidrager is niet van plan om defensief te blijven rijden zoals hij van Tignes tot Andorra deed. “Zie ik een kans, dan neem ik extra tijd. Ik bekijk het dag per dag. Ik denk niet dat de tegenstanders bang van mij zijn. Ik rijd gewoon zo hard als ik kan. Of ik nu vijf minuten voor lig, of één minuut, of vijf minuten achter: ik houd ervan om full gas te rijden. Wat de anderen over mij denken, weet ik niet.”
Natuurlijk kreeg Pogacar opnieuw vragen over zijn prestaties en waarom hij zijn powerdata weigert te delen met de wereld. “Ik ben niet boos om dat soort vragen, en ook niet voorbereid daarop. Ik begrijp wel waarom ze komen, de geschiedenis van deze sport was echt wel slecht. Maar wat ik zeg, komt recht uit mijn hart. Ik kom van een goede familie en ben welopgevoed. Ik rijd zo hard als ik kan, maar de data wil ik voorlopig niet vrijgeven. Misschien doe ik dat op een dag, maar ik zie niet in waarom dit nu wat zou veranderen. Ik duw watts zoals de anderen. Geef ik nu mijn data vrij, dan kunnen de andere teams daar misschien tactisch op inspelen. Dan kennen ze je mogelijkheden op een bepaald terrein. Ik zie er nu het nut niet van in”, besloot de autoritaire leider op zes dagen van Parijs.