Tornados hoopvol naar Tokio
En daar is Jonathan Sacoor weer. Zilver op het EK voor -23-jarigen, een plak op een groot toernooi. Maar vooral in het licht van Tokio 2021: een geruststellende chrono, 45.17 is zijn op twee na snelste chrono, hij liep niet meer zo snel sinds het WK in Doha 2019. Sacoor: “Ik kom van ver. Maar het komt goed voor Tokio.”
Hij bedoelt: op het EK zaalatletiek in Torun dit voorjaar was hij een schim van zichzelf, en verbood zijn Amerikaanse universiteit in Tennessee hem om af te reizen naar Torun. Hij ging toch, en brak nadien met zijn studie- en atletiekverblijf in Amerika. “Ik heb hem gezegd: je kan in Amerika blijven, maar dan zijn je Olympische Spelen naar de vaantjes. Hij nam een zeer moeilijke beslissing, maar wel de juiste”, zegt Jacques
Borlée, Sacoors persoonlijke coach en estafettecoach van de 4x400m. “Ik ben niet kwaad omdat Jonathan naar de States is gegaan. Ik ben wel triest om wat er daar is gebeurd. Toen Kevin en Jo vroeger in Amerika verbleven, volgde Ken Harnden (de Amerikaanse universiteitscoach) mijn programma’s. Met Jonathan Sacoor volgde hij die niet meer, hoewel ik hem als mijn broekzak ken.” Borlée schaafde vooral aan de technische details. Op 30 juli start het olympische atletiekprogramma. “We jagen ons niet op. Ik ben niet ongerust voor Tokio.”
Zorgen
Enkele weken geleden maakte hij zich wél zorgen, zegt de coach, maar dan vooral over Kevin Borlée en Camille Laus, vaste waarden bij respectievelijk de Belgian Tornados, Belgian Cheeahs en de gemengde 4x400m. Week na week, meeting na meeting raakte het duo geen poot meer vooruit, met tijden waarvan je je afvroeg of het ooit nog zou goedkomen. Het gevolg van de vaccinatie, zegt Jacques Borlée. “Niemand reageert op dezelfde manier maar een van de factoren bij topatleten is hun staat van vermoeidheid. Kevin en Camille kwamen net terug uit een reeks wedstrijden, in de warmte, en reageerden fel. Zes weken hadden ze last. Zes weken, begin maar. Op training waren ze er helemaal niet meer bij, ik werd gek toen ik hun chrono’s zag. Maar dat kon ik hen niet zeggen. Ik moest kalm blijven, hen vertrouwen geven. Dylan had ook last maar minder.” Afgelopen weekend in Frankrijk liepen Kevin (45.56) en Dylan (45.78) hun beste seizoenstijd. Het is van 2018 geleden dat ze in een individuele 400m sneller Kortom, hoopgevend.
Evenwichtig lopen
liepen.
Wie dit seizoen nog niet liep is Jonathan Borlée. In theorie de allersnelste 400-meterloper, maar die chrono dateert van de Spelen van 2012. Dit seizoen kende hij opnieuw blessurezorgen. Jacques Borlée: “Zijn lichaam bleek uit balans, hij loopt nu met een hieltje. Op z’n 32ste hebben we hem weer in evenwicht moeten leren lopen, dat begon bij de positie van zijn voet. Hij was ongelooflijk ongerust, maar we hebben het met de medische staff onder controle kunnen krijgen. Hij komt terug.” In Tokio is hij ‘supersub’ - hij is geen basispion van de 4x400m, maar zal mogelijk worden ingezet als een soort joker. “Ik heb als coach één groot geluk: deze groep stuwt elkaar naar boven.”