Hasselt zet bloemen en schapen in tegen onkruid
Van april tot september vorig jaar werden schapen voor het eerst in Hasselt ingezet in de strijd tegen de Japanse duizendknoop, een invasieve exoot die maar moeilijk te bestrijden is. “De schapen zijn inderdaad terug”, zegt schepen Laurence Libert (Open Vld). “Vorig jaar hebben ze goed werk geleverd. Daarom verdubbelen we nu de oppervlakte in de stad die ze gaan begrazen. Het gaat om bijna op 95.000 vierkante meter. De schapen geraken op moeilijk bereikbare percelen en eten met plezier de Japanse duizendknoop, waar we veel last van hebben. Met de hulp van de schapen kunnen we de explosieve groei flink afremmen.”
De kudde zal komende weken te zien zijn bij de Japanse Tuin, het Wijngaertsveld, Prinsbeemden, het wachtbekken bij de Japanse
Tuin, in Kuringen, in de Spelvojestraat, de Boekstraat en in het naaldhoutbos aan de Consciencelaan. “Daar willen we testen of we de schapen ook succesvol kunnen inzetten tegen de Amerikaanse vogelkers”, zegt schepen Libert. ‘We hopen dat de schapen er de schors van de jonge bomen zullen eten, waardoor die niet verder groeien en zich minder zullen verspreiden. Afhankelijk van de percelen worden tussen de tachtig en honderd schapen ingezet.” Verder zet de stad ook bloemen in om onkruid tegen te gaan. “We bebloemen onze wijken niet alleen met bakken, maar ook door de bermen in te zaaien”, aldus Libert. “Daarvoor gebruiken we niet langer alleen éénjarig bijenzaad, maar ook tweejarige bloemen met daarbij meer inheemse soorten. Die groeien nu al wel, maar ze zullen volgend jaar echt in volle bloei geraken. Op termijn zullen de bermen zich op natuurlijke wijze verder ontwikkelen met bloemen die gewoon dankzij de natuur groeien, en dan zullen die bloemen de plaats van het onkruid innemen. Zo krijgen we stilaan bermen die vooral uit bloemen bestaan en veel minder uit onkruid.”
In de bermen komen ook minder gezellige planten terecht. “Zo hebben we op plaatsen last van het Sint-Jakobskruid, een giftige plant voor paarden. We proberen ze te laten verdwijnen op natuurlijke wijze, maar als mensen ze opmerken in de buurt van paardenweides, mogen ze dat zeker laten weten en komen we ze verwijderen. Zo ook voor de Japanse duizendknoop. Onze maaiploegen slaan de plekken waar deze plant staat over en keren later terug om ze op een speciale manier te verwijderen. Nadien voeren we die planten apart af en worden de messen van de maaitoestellen zelfs ontsmet.”