Genk brengt natuurpatrimonium in kaart
Vanaf deze week maakt een bioloog een inventaris op van het biologische milieu en de bodembedekking in de vallei
van de Stiemer. Later komen ook andere gebieden aan de beurt. “Aan de hand van die inventaris kunnen we bekijken hoe we de gebieden best beheren en verder ontwikkelen”, zegt schepen Toon Vandeurzen.
De stad geeft de opdracht voor deze ‘ecotoopkartering’ aan het Instituut voor Natuuren Bosonderzoeken (INBO). “Met deze inventaris kunnen we nagaan hoe groen de onderzochte gebieden zijn”, zegt Koen Van Muylem van INBO. “We gebruiken daarvoor de techniek van de Biologische Waarderingskaart. We maken dus een inventaris op van de begroeiing en het biomilieu in het vooropgestelde perceel. We wijzen dat perceel dan toe aan een hoofdbiotoop, zoals onder meer heide, graslanden en moerassen, en een vegetatietype, zoals een zuur eikenbos, vergraste droge heide enzomeer. Daarnaast brengen we ook zogenaamde kleine landschapselementen in kaart zoals bomenrijen en poelen. Op die manier komen we tot een kaart in verschillende groentinten die de biologische waarde van het milieu op een overzichtelijke wijze weergeeft. Dankzij de kaarten kunnen we het landschap ‘lezen’ zodat meteen het groene karakter van een bepaald gebied duidelijk wordt. Die gegevens worden dan gelinkt aan de categorieën van Vlaamse en Europese beschermde vegetaties om op die manier vergelijkingen te maken.”
Beheer
Na Gent is Genk nog maar de tweede stad die via ecotoopkartering haar natuurpatrimonium gedetailleerd in kaart zal brengen en ook zal opvolgen. Schepen Toon Vandeurzen (CD&V): “Vlaanderen doet dat al voor een aantal geselecteerde gebieden in Genk, maar wij gaan nu zelf nog enkele Genkse gebieden extra selecteren. Dinsdag start het echte veldwerk in de vallei van de Stiemer. Daarna komen nog dit jaar Thor Park, de Horensberg, het Bodembos en de Zonhoverheide aan de beurt. In eerste instantie willen we weten in welke toestand deze groengebieden zich vandaag bevinden. Aan de hand van die gegevens kunnen we bekijken hoe we ze verder gaan beheren en verder ontwikkelen. Net zoals Vlaanderen zullen we de studie zowat tienjaarlijks herhalen.” De eerste ecotoopkartering kost 30.000 euro.