De Boccaccio in Halen: “Wat doen we met die vrouw in de bouwkraan?”
Het verhaal van de Boccaccio begint eind 1995 wanneer Benny Strouven uit Geetbets, op dat moment uitbater van discotheek Pharao in Halen, de naam van de beruchte maar failliete discotheek in Destelbergen koopt. “Patrick Claesen (echte naam van Pat Krimson, nvdr.) en ik waren twee jaar eerder begonnen met het houseconcept Pharao Dreamland”, zegt Strouven. “Aanvankelijk sloeg dat in een als een bom, maar ik voelde aan dat het succes niet zou blijven duren. Ik wilde drastisch ingrijpen. Toen de Boccaccio in Destelbergen failliet was, heb ik die naam gekocht voor 6.000 euro. Patrick verklaarde me zot. ‘De Boccaccio? Dat is het grootste drugskot van België’, vond hij. Maar dat dachten de mensen sowieso van alle discotheken. Enfin, Patrick kon zich daar niet in vinden en is dan met de Atmoz begonnen in Hasselt. En in Halen heb ik de naam Boccaccio Life tegen de gevel gehangen. Die naam was niet onbesproken, maar ik wist dat ik er een hoop media mee zou halen.”
Een nieuw begrip in het uitgaansleven is een feit. De BV’s, pompende trancebeats en het extravagante spektakel werken elke weekendnacht als een magneet op een duizendtal twintigers en dertigers uit het hele land. “Ze kwamen zelfs uit Bastenaken”, zegt Strouven (59). “Op zaterdag kwamen die bij ons, ze sliepen in een tent en op zondag zaten ze in La Rocca. Zo ging dat in die jaren.” Voor vips legt Strouven zelfs een helikopter in. “Dat was voor speciale gasten. Door de jaren heen had ik een kapitaalkrachtig publiek opgebouwd. Er waren klanten die in een weekend tot 7.000 euro erdoor joegen.”
Dansvloer vol zand
De kracht van media-aandacht heeft Strouven jaren eerder per toeval leren kennen. Op 18 december 1989 schrijft Het Belang van Limburg op zijn voorpagina: ‘Ufo’s uit dancing zetten half Limburg op stelten’. “De rijkswacht en hulpdiensten van Diest, Halen, Houthalen en Hasselt werden zaterdagavond vanaf 22 uur overspoeld door honderden telefoons van bange mensen die ufo’s hadden waargenomen”, staat er in de krant te lezen. “In Italië had ik skytracers (een krachtige stralenbundel die omhoog schijnt, nvdr.) leren kennen”, zegt Strouven. “Ik vond dat een mooie blikvanger. Van dichtbij zag je die straal, maar van verder weg zag je alleen nog enorme lichtcirkels in de lucht. Blijkbaar dachten de mensen dat dat een rondcirkelende ufo was. Er kwamen zoveel meldingen binnen dat er beslist werd om twee F16’s te laten opstijgen om uit te zoeken wat aan de hand was.” (lacht) Uiteindelijk blijken de skytracers de bron van opschudding en de Pharao, de discotheek die Strouven toen nog uitbaatte, is even niet uit het nieuws weg te slaan.
Ook de Boccaccio zal de discotheek van de stunts blijven. Voor een beachparty wordt de dansvloer vol zand gestort. “Zwijg me ervan, een jaar later kraakten de deuren nog”, zegt Strouven daarover. Op de podia dansen schaars geklede danseressen en transseksuelen zij aan zij. “Op een keer heb ik een schommel aan het plafond gemonteerd. Een van die meisjes hing daar dan ondersteboven aan. Ik kon alleen maar denken: wat als ze haar nek breekt? Maar het publiek vond dat geweldig. Zo werd van alles verzonnen, zonder veel nadenken. Gewoon verstand op nul en door de kogels lopen.”
Robin Hood
Het is niet de enige keer dat Strouven de grenzen opzoekt. “Op een keer zag ik langs de kant van de weg een circus staan. Ik zei: ‘Mijn parkeerwachters hebben honden, maar ik zou liever willen dat ze tijgers hebben.’ Die man bekeek me wat vreemd, maar voor 2.000 euro wilde hij wel komen met vier tijgers. Mijn parkeerwachters wisten niet wat ze zagen toen die vrachtwagen de parking op reed. Uiteindelijk wilde hun eigenaar de tijgers niet uit hun kooi halen, omdat een van zijn dieren de dag voordien een meisje aangevallen had. Toen hebben we de vrachtwagen met de tijgers maar langs de toegang geparkeerd. Je had de gezichten van de mensen die binnenkwamen moeten zien.” Ook BV’s laten zich met plezier inhuren als uithangbord voor de Halense danstempel. “Pas op, geen brave BV’s hè”, zegt Strouven. “Luc Appermont, daar kon ik niks mee doen. Maar Jean-Pierre Van Rossem, dat was een Robin Hood-figuur die geld pikte van de staat. Dat vonden de mensen plezant.”
Nadat de zelfverklaarde beursgoeroe ontmaskerd wordt als een oplichter, krijgt Van Rossem van Strouven in 1999 een knalrode Ferrari 360 Modena ter beschikking. Op de zijkant staat ‘Boccaccio Life’ gedrukt. De waarde van de exclusieve auto: 5,3 miljoen frank of 132.500 euro. “Die Ferrari, daar heb ik achteraf nog veel miserie mee gehad”, zegt Strouven. “Die auto werd iets voor Nieuwjaar geleverd. Omdat ik hem niet te snel in waarde wilde zien dalen, wilde ik hem pas na Nieuwjaar inschrijven. Maar wat gebeurt er? Op de eerste avond dat Van Rossem de auto heeft, rijdt hij ermee naar de Brusselse hoerenbuurt en parkeert hij ergens waar dat niet mag. Als de politie erbij komt, maakt hij nog wat ambras en wordt hij een nacht opgesloten. Ik mocht het gaan uitleggen, want die auto stond op mijn naam. Later is hij er nog eens mee onder een bus gereden. Het ging zover dat ik nog geen autoverzekering meer kreeg als ik niet tekende dat ik er persoonlijk mee zou rijden.”
Uitbater Boccaccio