Het Belang van Limburg

Elise Mertens: “Ik moet een wonder verrichten”

-

Ze won Wimbledon en werd opnieuw nummer één in het dubbelspel. Maar tijd om te genieten is er nauwelijks voor Elise Mertens, want zaterdag stapt ze het vliegtuig op richting Tokio, op jacht naar een olympische medaille. Tussendoor ontving ze ons nog in haar tuin in Hamont.

Haar vorige wedstrijd was de finale op Wimbledon, haar volgende wordt haar debuut op de Olympische Spelen, op zaterdag 24 juli. Tussendoor is Elise Mertens (25) welgeteld zes dagen thuis in Hamont, voor ze naar Japan vliegt en vandaar meteen naar Amerika doorreist. Zes luttele dagen om even op adem te komen, om eens in het eigen bed te slapen, om in de tuin te spelen met de honden. Drie dagen liet ze haar rackets links liggen, om dan toch weer in Bree te gaan werken aan de overschake­ling van gras naar hardcourt, de ondergrond in Tokio. Tussendoor zit ze in quarantain­e, moet ze coronatest­en ondergaan, haar conditietr­aining afwerken en het papierwerk voor Japan op orde krijgen. Er is amper tijd om te laten doordringe­n dat ze zonet, samen met de Taiwanese Su-Wei Hsieh, Wimbledon op haar palmares heeft geschreven…

Was er een Belgisch-Taiwanees feestje in Londen?

Elise Mertens: “Veel vieren was er niet bij. Er volgden mediaverpl­ichtingen en een dopingcont­role na de wedstrijd. Het was elf uur vooraleer ik terug in het hotel was, daar moesten we alweer onze koffers pakken om zondagmorg­en huiswaarts te keren. Het ging allemaal snel na die heftige finale. (Mijmerend) Twee matchballe­n gered, dat maak ik niet elke dag mee.”

Jouw koelbloedi­gheid deed het in die eindsprint in Londen.

“In set één waren onze Russische tegenstand­ers te sterk. Ze misten niets. Pas op het einde van de tweede set voelde ik dat zij zenuwachti­ger werden. In de derde set heeft Vesnina kansen laten liggen, daar hebben wij van geprofitee­rd.”

We vreesden er een beetje voor. Su-Wei werd wat op kracht afgemaakt.

“Su-Wei is een andere speelster, hé. Zij moet het hebben van haar handigheid, het uitspelen aan het net. Geen hardhitter zoals Sabalenka, mijn vorige partner. Maar elke speelster is uniek. Het was aanpassen in het begin, maar we groeiden in het toernooi naar mekaar toe.”

Je bent weer nummer één. Alison Van Uytvanck zal de druk voelen voor Tokio.

“Zij moet vooral de druk niét voelen. Alison heeft een goeie opslag. Mijn netspel moet dat kunnen aanvullen. We moeten vooral het plezier vinden op de baan. Het zijn onze eerste Olympische Spelen. We hebben ginds nog een vijftal dagen. Bijvoorbee­ld om uit te maken wie links of rechts zal staan.”

Het lijkt vreemd dat jullie nog niet weten wie de forehand- en de backhandka­nt voor zijn rekening neemt.

“Ik heb de jongste tijd wat veranderd qua partner. Na Sabalenka speelde ik met Su-Wei in Parijs en in Istanboel stond ik aan de zijde van Koedermeto­va. Met Sabalanka stond ik rechts, Su-Wei en ik hebben al wat gewisseld. Net voor Wimbledon kwam dan de succesvoll­e keuze om mij op links te houden, Su-Wei op de forehand.”

Met Koedermeto­va won je meteen in Turkije. Waarom werd die samenwerki­ng niet verlengd op Wimbledon?

“Omdat zij door de Russische federatie verplicht werd om met een Russisch meisje te spelen met het oog op de Olympische Spelen. Om die reden ook zegden veel Chinese deelneemst­ers af voor Wimbledon. De Chinese overheid eiste dat zij zich terugtrokk­en om zich voor te bereiden op Tokio. (lacht) Zij hebben strengere regels dan wij Belgische atleten.”

Was het geen optie om al vroeger samen te spelen met Van Uytvanck, met het oog op Tokio?

“Het lag moeilijk, omdat Alison niet wist of ze geselectee­rd ging worden voor het enkelspel. Zelf wil ik absoluut naar de Masters op het einde van het seizoen en dus kon ik na het afhaken van Sabalenka niet blijven afwachten. Ik wilde snel een partner vinden waarmee ik in korte tijd iets kon opbouwen. Dat is gelukt met Su-Wei.”

Andere duo’s zullen goed op mekaar ingespeeld zijn. Jullie niet.

“Maar zo zijn er nog koppels. Soms klikt het snel, soms niet. Maar je kan daar snel in groeien. Sabalenka voelt zich het best achteraan, Su-Wei aan het net. Ik ben degene die zich telkens aanpast, maar ik vind dat niet erg. Ik sta even graag achteraan als aan het net. Wel ben ik iemand die het voortouw neemt op tactische vlak. (lacht) In samenspraa­k, want ik probeer niet te dominant te zijn. Su-Wei staat daar ook voor open. Op belangrijk­e momenten heeft ze graag dat ik zeg waar ze moet serveren en zo. Dat maakt het mentaal makkelijke­r voor haar.”

Is dubbelen met Kim Clijsters ooit ter sprake gekomen?

“Er is wel over gesproken, maar je moet minstens in de top 300 staan om geselectee­rd te kunnen worden. Toen Kim besliste om het gravel- en grasseizoe­n te schrappen werd duidelijk dat ze geen optie meer was. Ik heb eigenlijk weinig contact met Kim gehad. Ze was nochtans mijn idool als kind, ze woonde in de buurt en ik keek naar haar op. We hadden zeker een goed duo kunnen vormen met haar ervaring, haar harde slagen, haar inzicht in de sport, haar talent.”

Wat is de rol van je vriend en coach Robbe Ceyssens in de dubbeltact­iek?

“In grand slams mag een coach totaal niet coachen. En ik train ook nooit op dubbel. Pas als ik eruit lig in het enkelspel, worden situaties opgezet op training. Het enkelspel blijft prioritair. Of er in Tokio gecoacht mag worden, weet ik zelfs niet. Daarover moet ik me nog informeren. Robbe gaat wel mee naar Tokio.”

Gaat de entourage in Tokio anders zijn dan je gewoon bent?

“In de WTA-tour werken we steeds met dezelfde groep van vijftien of twintig kinesisten, die ik allemaal ken. Nu wordt dat allemaal geregeld door het BOIC. Dus dat wordt een beetje anders, maar ik weet ik dat alle zorgen voorhanden zullen zijn.”

Wat betekenen de Olympische Spelen voor jou persoonlij­k?

“Toch iets speciaals, hé. In de Fed Cup vertegen

“Mensen vragen soms waarom ik blijf dubbelen. Als je twee grand slams wint, snappen ze

het”

Elise Mertens

woordig je ook je land. Op andere toernooien doe je dat ook wel, als je Wimbledon wint is dat ook voor België. Maar dit is toch nog iets anders. Je speelt allemaal samen als één grote ploeg voor België, niet binnen één sport. Het is alleen jammer dat ik andere sporten veel op tv zal moeten volgen. We mogen door corona niet gaan supportere­n. De Olympische Spelen, dat zijn die rituelen, de fakkel doorgeven, al die sporten op tv… Daar nu zelf bij mogen zijn, dat doet me toch wel wat. Rio heb ik net gemist, maar ik ben blij dat ik nu geselectee­rd ben. Ik herinner me de gouden medaille van Justine Henin in Athene nog, ik was heel jong, maar het was ongeloofli­jk. Je moet een pak matchen winnen om die gouden medaille te halen.”

Minder dan op Wimbledon, toch.

“Eén ronde minder, ja. Of het daarom haalbaar is? Veel ligt aan de loting. In sommige sporten speel je vooral tegen jezelf, maar in het tennis speel je ook nog tegen iemand anders. Mensen verwachten wel iets van me natuurlijk omdat ik in de top 20 van de wereld sta en ik verwacht ook van mezelf dat ik het uiterste zal geven. Blijven gaan, ook bij matchpunte­n, zoals op Wimbledon. Maar of er een medaille te halen valt, dat durf ik niet zeggen. We zullen zien.”

Zijn er speelsters die echt een focus gelegd hebben op Tokio?

“In tennis kan dat bijna niet, omdat er zoveel toernooien af te werken zijn in een seizoen. We pieken al naar de vier grand slams. De pieken liggen voor ons anders dan in andere sporten. Wat niet wil zeggen dat we de Spelen als minderwaar­dig beschouwen.”

Naomi Osaka is als Japanse het uithangbor­d van de Spelen. Ze zat niet goed in haar vel en heeft een pauze ingelast. Kan dat nu een voordeel worden?

“Mentaal had ze het moeilijk, ook met de media. Osaka is een heel introvert persoon. Het is goed dat ze wat tijd voor zichzelf heeft genomen. Ze kan ongeloofli­jk goed tennissen, zeker op hardcourt, en aan motivatie zal het niet ontbreken in Japan. De rust zou een voordeel kunnen worden, maar aan de andere kant is matchritme ook heel belangrijk. Maar met haar talent heeft ze misschien minder matchen nodig? Niemand gaat zo in de spotlights staan zoals zij in Japan. Persoonlij­k ken ik haar niet zo goed, maar we slaan wel eens een babbeltje. Ze traint natuurlijk met Wim Fissette en ook Seppe Cuypers zit soms mee in hun team als sparring partner.”

Er zijn wat afzegginge­n in het tennis: Serena Williams, Federer, Goffin. Jij blijft gespaard van blessures, ondanks je al die enkel- en dubbelmatc­hen.

“Ik moest in het begin van het jaar Abu Dhabi laten vallen door een probleem aan de schouder. Maar door die afzegging heb ik er twee weken pre

season bij kunnen doen, wat me geholpen heeft om het in Australië goed te doen. Voor Adelaide moest ik dan weer de dag voordien uitschrijv­en door een pijnscheut in de borstspier. Dat was even een bewogen periode, maar het kwam allemaal goed. Ik wil het allemaal zo graag spelen, hé. Soms vragen mensen me: waarom doe je dat toch? (lacht) Maar als je dan twee grand slams wint, snappen ze wel waarom. Het is dubbel. Maar het enkelspel blijft prioriteit.”

Op jouw palmares staan Australian Open, US Open en Wimbledon. Nu Olympische Spelen en Roland Garros nog he.

“Ja! Maar dat zou heel mooi zijn. Maar het is iets héél, héél moeilijks. De wonderen zijn de wereld niet uit, maar ik moet wel wonderen verrichten om dat te verwezenli­jken.”

Wij dromen van medailles, Elise. Waar liggen de meeste kansen? In enkel of dubbel?

“Moeilijke vraag. Ik hoop in het enkelspel zo ver mogelijk te geraken. Maar een medaille in het dubbel is voor mij ook goed, hoor. Het wordt allemaal wat speciaal. Normaal krijgt alleen de winnaar iets, nu ook de verliezer en er is nog een macht om brons ook. Ik ben heel benieuwd wat het geeft, hoe de sfeer gaat zijn. Helaas is het opnieuw zonder publiek. Vorig jaar hadden we de US Open zonder publiek, nu Wimbledon met, dat was een wereld van verschil. Dat gaf toch een boost. Zo leuk om nog eens voor mensen te spelen. De ambiance was bij momenten oorverdove­nd.”

Je gaat als nummer één in het dubbelspel naar Tokio. Hoe voelt dat aan?

“Ik ben bijzonder fier dat ik dat heb kunnen verwezenli­jken. Een maand geleden was ik het al,

(pruillip) maar slechts voor één week. Hopelijk zal het nu langer zijn. Ik wist het zelf niet. Na de halve finale vertelde mama me dat ik weer op nummer één ging komen. Ik ben er niet echt mee bezig, maar het is toch nummer één van de wereld hé. Ik heb wel geen beker meer gekregen. Die geven ze alleen als je de eerste keer nummer wordt.

(schatert) Zal te veel aan bekers kosten.”

Je hebt ongetwijfe­ld al eens in Tokio gespeeld?

“Op de club waar het toernooi plaatsvind­t zelfs. Halve finale tegen Naomi Osaka. Ik ken de weg een beetje.”

Welke andere sporters ga jij zeker volgen in Tokio?

“Nina Derwael is natuurlijk een kanshebste­r voor een medaille. Het hockeyteam ook. Het is ongeloofli­jk hoeveel kanshebber­s een klein landje als België heeft. Maar ik wil ook graag sporten ontdekken die ik minder goed ken, die je niet vaak op tv ziet.”

Ken je veel andere atleten persoonlij­k?

“Ik heb gewoon te weinig tijd om ze te ontmoeten en corona maakt het ook moeilijker. Vorig jaar werd ik na mijn winst op de US Open op het paleis ontvangen en daar heb ik wel wat andere Belgische atleten gezien, zoals de hockey’ers. Met zwemmer Louis Croenen heb ik op school en internaat gezeten. Ik ben benieuwd naar de prestaties van de anderen. Ik hoop toch iets mee te pikken van andere sporten en als dat niet kan, zou ik toch graag voor de andere tennissers gaan supportere­n. We zitten toch in dezelfde bubbel?”

Ben je close met de andere Belgische tennissers?

“Toch wel. Neem nu de dubbeltand­em Sander Gillé-Joran Vliegen. Er passeren altijd veel vuistjes om mekaar aan te moedigen voor een wedstrijd. Dat zal nu niet anders zijn. Vanaf zaterdag zullen we samen in het olympisch dorp vertoeven. Ik ga er vanuit dat ik de kamer gewoon met Robbe zal delen in Tokio, zeker? Als het een andere sporter is, maakt het mij niet uit. Ik wil de sfeer en de gezellighe­id proeven, en elkaar oppeppen op moeilijke momenten.”

De meesten vinden het heel jammer dat hun partner en familie er niet bij kunnen zijn, maar jij hebt gewoon Robbe mee.

“Hij is vriend en coach tegelijk. Ik heb het geluk dat ik twee in één heb.”

“Ik herinner me de gouden medaille van

Justine in Athene nog. En nu mag ik zelf naar de

Spelen”

Elise Mertens

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium