Het wassende water laat een spoor van vernieling na in Wallonië.
een tractor worden in stelling gebracht voor de reddingsoperatie. Maar het is vooral improviseren. Tot twee meter hoog, zo ver was het water gisteren tegen de middag gekomen. Er zijn op dat moment al verschillende gebouwen ingestort, al is het gissen om welke het gaat. De brokstukken die boven de waterspiegel uitsteken, geven een indicatie. Of er iemand onder het puin ligt? Niemand kan het vertellen. Auto’s zijn ook kopje ondergegaan. De elektriciteitskabels hangen vervaarlijk door, maar zijn buiten werking. ‘SOS’ staat er op een kartonnen bordje dat voor een raam staat, ook de witte lakens over vensterbanken zijn een roep om hulp.
Opvallend stil
“Nog nooit gezien”, zegt Kevin Adakalum, een dertiger die iets hogerop woont. Hij loopt langs de sporen om naar het huis van zijn ouders te gaan kijken. “Ze hebben zich verschanst op de eerste verdieping. Tot hiertoe gaat het nog goed met hen. Maar ik weet niet hoe lang we nog contact kunnen houden. De batterijen van hun gsm’s zijn bijna plat. En elektriciteit is er niet.”
Afgezien van het stromende water, een gemompelde “quelle horreur” en de roep om hulp van