Deelnemers corona-onderzoek moeten zelf 20 druppels bloed opsturen
ONDERZOEK HASSELT Voor een onderzoek naar de impact van corona in het grensgebied Maas-Rijn moeten de deelnemers zelf bloed afnemen en opsturen. Slechts tien procent neemt deze heikele drempel. Analyse van antistoffen in de stalen zal inzicht geven in de verspreiding van corona naargelang de genomen maatregelen in Nederland, Duitsland en België.
“We weten dat de respons klein is bij een gezondheidsonderzoek waarbij mensen bloedbuisjes moeten bezorgen. Daar is rekening mee gehouden bij het uitsturen van uitnodigingen om representatief te zijn”, zegt Stefaan Demarest, wetenschappelijk medewerker van Sciensano. Het bloedonderzoek en de bevraging gebeurt bij 10.500 mensen uit de Euregio Maas-Rijn. De deelnemers zijn gelijk verdeeld tussen de drie landen: 3.500 Belgen uit Limburg, Luik en de Oostkantons, 3.500 Nederlandse Limburgers en 3.500 Duitsers uit de regio’s Aken, Düren en Heinsberg. Die deelnemers zijn van de dappere soort, want ze moeten twee keer een bloedstaal van zo’n 20 druppels opsturen. Dat nemen ze zelf af via een vingerprik, die onaangenaam kan zijn. “Doordat het onderzoek in een interregionale context kadert, moesten we voor de verzameling van data een identieke aanpak kiezen om tot vergelijkbare resultaten te komen”, zegt onderzoeker Stefaan Demarest. Vanuit Belgisch-Limburg werden al enkele honderden bloedbuisjes opgestuurd. De aangeschreven deelnemers kunnen nog tot eind juli hun bloed opsturen. “We hebben intussen genoeg materiaal om analyses op uit te voeren voor België. We hopen nog op een respons van 15 procent. Na het uitsturen van de eerste 3.500 kits met bloedbuisjes hebben we nog eens 3.500 uitnodigingen verstuurd naar nieuwe proefpersonen om meer onderzoeksmateriaal te bekomen. We mikken op 1.600 bloedstalen voor de drie Belgische regio’s.” Volgens Sciensano zijn de telefoontjes en mails over het algemeen erg positief. “Van degenen die ons contacteren, geven velen aan dat ze willen bijdragen aan het onderzoek of dat ze te weten willen komen of ze antistoffen hebben tegen het coronavirus. Ook mensen die reeds gevaccineerd zijn komen dit graag te weten”, zegt communicatieverantwoordelijke Marinka.
Antistoffen
Alle bloedstalen worden onderzocht op antistoffen voor covid19. Deze zomer, nu meer inwoners gevaccineerd zijn, is de tweede vragen- en testronde. De onderzoekers brengen in beeld in welke mate covid-19 in de drie landen van de Euregio Maas-Rijn voorkomt en wat de verschillen zijn. “Daarnaast willen we nagaan hoe dit aandeel verandert in het jaar 2021, of het aandeel mensen met antilichamen verschilt per regio, en of er een verband is met de gezondheidstoestand, de levensstijl en de naleving van overheidsmaatregelen om de verspreiding van het virus tegen te gaan”, zeggen de onderzoekers van Sciensano.
De resultaten van het onderzoek zijn interessant voor beleidsmakers. Ze kunnen bijdragen aan eenvormige en gelijklopende maatregelen in tijden van een gezondheidscrisis. Voor de aanpak van covid-19 hanteert elk land zijn eigen strategie. In Nederland zijn mondmaskers bijvoorbeeld niet meer verplicht, en ze zaten er al op het terras terwijl de horeca in ons land gesloten bleef. De avondklok luidde er om 21 uur, terwijl dat in ons land pas middernacht was.
De maatschappelijke relevantie van de onderzoeksresultaten is groot. De kennis over de verspreiding van covid-19 in relatie tot het wel of niet naleven van de coronaregels is op dit moment beperkt. Net die kennis kan helpen om een gezondheidscrisis op te volgen, en indien nodig maatregelen te nemen of te versoepelen. “Dit onderzoek zal duidelijk maken hoe de situatie in de drie landen van de euregio verschilt. Dan weten we ook welke maatregelen het meest efficiënt zijn geweest”, aldus onderzoeker Demarest. De resultaten van het onderzoek worden dit jaareinde gepresenteerd.
→ www.euprevent.eu/COVID