De gevoelige commandant van de Genkse brandweer
Nee, het is geen typfout, althans geen van ons: het is wel degelijk Herman huysman. De eerste letter van zijn familienaam wordt met een kleine letter geschreven. Van adel was hij nochtans niet. Die kleine letter was gewoon een foutje, ooit ontstaan op een afdeling burgerlijke stand. Dat foutje is vandaag nog steeds de officiële naam van de familie die afkomstig is uit Wuustwezel, uit de Antwerpse Noorderkempen. Maar Hermans vader vond na de Tweede Wereldoorlog de liefde in Zonhoven en ruilde Antwerpen in voor het groene Limburg. “Herman studeerde eerst aan de Mijnbouwschool in Hasselt”, vertellen zijn broers Wilfried en Karel. “Hij kwam aanvankelijk als industrieel ingenieur in de koolmijn van Zwartberg terecht. Helaas ging het snel bergaf met de Limburgse koolmijnen. Van binnenuit zagen we de wanhoop groeien, koolmijnen fusioneren en uiteindelijk de eerste sluiting aankomen. We stonden er bijna naast toen een van de actievoerders in het protest dodelijk getroffen werd door een granaat. In die tijd waren er zware incidenten in Genk en andere mijngemeenten. In 1966 zou Zwartberg als eerste Limburgse mijn sluiten. Herman moest prompt een nieuwe job zoeken.”
Zwarte bladzijden
Dat ging uiteindelijk sneller dan verwacht.
Er was een vacature voor officier bij de brandweer van Genk. “Er waren 24 kandidaten, maar Herman legde alle proeven feilloos af”, vertellen zijn broers. “Hij was ongelooflijk sportief. In zijn jeugd werd hij wel eens vergeleken met profvoetballer Rik Coppens. Bij de brandweerproeven moest hij over een hoogte van 1 meter kunnen springen, maar Herman ging vlotjes over de 1,60 meter heen. Zo belandde hij als officier bij de brandweer van Genk, toen nog in de oude kazerne aan de Hoogstraat. 35 jaar lang zou hij er in dienst blijven en doorgroeien tot commandant van het korps.” “Natuurlijk maak je als brandweerman verschrikkelijke dingen mee. Er zijn zeker zwarte bladzijden geweest, zoals het verlies van een brandweerman tijdens het blussen van een heidebrand. Hij kwam onder een van de bluswagens terecht. En er was die vreselijke brand in Winterslag waarbij vijf kinderen het leven lieten. De jongste was amper drie maanden oud. Een tragedie die Herman diep vanbinnen raakte en waarover hij zijn hart wel eens luchtte bij familie. Hij was een gevoelige commandant. Hij leefde ook mee met het hele korps. Brandweermannen die het even lastig hadden, konden steeds bij hem terecht. Hij was trots dat hij een hecht team gevormd had.”
Schoolbanken
Niet alleen in nood waren de Genkse spuitgasten een bijzonder hecht team, ook daarbuiten vonden ze elkaar. “Er was zelfs een fietsclub van brandweerlui die elke week samen op pad ging”, zeggen zijn broers. “Beroepsmatig werd het korps alsmaar professioneler, het materiaal werd beter en net voor zijn pensioen verhuisden Herman en zijn korps naar de nagelnieuwe kazerne in Winterslag. De kroon op zijn werk, waarvan de huidige generatie nog altijd de vruchten kan plukken.”
Die nieuwe generatie brandweerlui kent Herman huysman vandaag trouwens nog heel goed. “Tot na zijn pensioen bleef hij immers lesgeven aan het PLOT, de school voor politie- en brandweeropleidingen in Genk. “Veel officiers die vandaag voor onze veiligheid zorgen, hebben nog bij hem op de schoolbanken gezeten”, aldus zijn broers. “Hij heeft mee de basis gelegd voor de moderne en efficiënte brandweerzorg die Limburg tegenwoordig kent. Na zijn pensioen ging de meeste aandacht naar zijn kleinkinderen, waarop hij ongelooflijk trots was. Hij werd ook lid van de vereniging de Koperen Passer in Genk, bleef trouwe supporter van KRC Genk en hield ongelooflijk veel van lange fietstochten en wandelingen.”
Wandelen na de chemo
In 2014 werd bij een routineonderzoek een zorgwekkende ontdekking gedaan. Herman had een gezwel in de buurt van de lever. Aanvankelijk leek het allemaal beperkt, maar verder onderzoek toonde aan dat ook de lever getroffen was. Professoren gaven niet veel hoop meer. Herstellen kon niet en de vooruitzichten waren niet zo goed. “Jaar na jaar waren de dokters verbaasd wanneer Herman weer op consultatie kwam”, vertellen zijn broers Wilfried en Karel. “Steeds bleef hij dapper vechten. Hij trok zijn wandelschoenen aan om na de chemo in conditie te blijven. Was dat misschien het geheim? Dat weten we niet. Maar hij bleef veel langer strijdvaardig dan de dokters voorspeld hadden. Tot hij eind juni dan toch met spoed naar het ziekenhuis moest. Zijn eigen brandweervrienden moesten hem uit zijn appartement komen halen. Na een behandeling van enkele dagen mocht hij weer naar huis. Daar viel hij in een diepe slaap, waaruit hij uiteindelijk niet meer zou ontwaken.”
Herman laat een indrukwekkende erfenis na. Hij heeft Limburg onbetwistbaar brandveiliger gemaakt. De kennis en vaardigheden waarmee de Limburgse brandweerlui vandaag ter hulp snellen, hebben velen nog van hem geleerd. Hij is begraven vlakbij de plek waar hij zijn jeugd doorbracht: in Zonhoven.