Het Belang van Limburg

“Er is altijd respect geweest tussen Cavendish en mij”

- Jan-Pieter de Vlieger in Lourdes

Met bewonderin­g kijkt André Greipel (39) naar de comeback van Mark Cavendish. Ooit waren ze bittere rivalen, nu is er alleen respect: “Wat Mark doet, na al die moeilijke jaren, ik neem er mijn hoed voor af.”

André Greipel wordt vandaag negenender­tig jaar. “Voor de elfde keer op rij vier ik mijn verjaardag in de Tour”, zegt hij. “Het is gewoon weer een cijfertje erbij. Neen, ik doe niks speciaals. Ik heb een koers en het is nog een sprint ook. Dat volstaat.” Winnen zou natuurlijk het mooiste cadeau zijn, maar voorlopig wil dat niet goed lukken. Zesde in Nîmes, zevende in Valence, achtste in Carcassonn­e, dichter is Greipel nog niet geraakt. “Er is een onklopbare sprinter en een onklopbare ploeg”, zegt hij. “Als er maar één team is dat zijn trein kan opzetten, dan is het logisch dat de rest vecht voor het wiel van Cavendish. Hopelijk kan ik hem nog een keer kloppen.” Greipel wil niet verhullen dat hij met enige afgunst naar de wederopsta­nding van Cavendish kijkt. Afgelopen woensdag werd hij geintervie­wd door Mitchel Docker, een Australisc­he prof die in de Tour bijklust als journalist. “Ik wenste dat ik eens dezelfde kans als Cavendish zou krijgen”, zei Greipel toen.

Daarmee bedoelt hij dat hij ook graag eens een perfecte lead-out zou krijgen tot aan de finish. Ploegmaats Guillaume Boivin en Rick Zabel krijgen dat voorlopig niet voor elkaar. In de eerste Tourweek passeerde de statistiek dat Greipel in de sprint 1.800 watt had getrapt, hetzelfde vermogen waarmee hij bij Lotto Soudal mét volwaardig­e sprinttrei­n - vier ritten in één Tour won. Maar zoals hij nu aangeeft: “Je mag gelijk welk cijfer halen in een sprint. Als je niet goed geplaatst zit, dan doet het er niet toe.”

Bij de eerste sprintzege van Mark Cavendish in Fougères viel op dat Greipel één van de eerste renners was die bij hem langs ging voor een schouderkl­opje. “Marks comeback is ongelofeli­jk”, zegt hij. “Na die moeilijke jaren, doe ik mijn hoed af voor hem. De mentale factor is zo belangrijk in profsport. Alles kan als je de juiste ploeg vindt en in een mooie omgeving terecht komt.”

De lof voor Cavendish is opvallend, want er was een tijd dat de twee op voet van oorlog leefden. Als ploegmaats bij HTC - dertien jaar geleden - waren ze de J.R. en Bobby Ewing van het wielrennen. Aartsrival­en die voortduren­d in de clinch lagen. Cavendish noemde Greipel toen on the record “een f*** idioot“en ook”iemand die 1.800 watt kan trappen, maar verkeerdel­ijk denkt dat hij een sprinter is”. Omgekeerd vond Greipel ploegmaat Cavendish dan weer “een egoïstisch­e smeerlap”. Als we Greipel voorleggen dat het best bijzonder is dat hij Cavendish vandaag alle geluk gunt, haalt hij de schouders op: “Er is tussen ons altijd respect geweest. Die ruzies? Dat is iets wat de media hebben aangewakke­rd.”

Als Cavendish vrijdag zou winnen - op de verjaardag van Greipel dan krijgt hun complexe relatie een bijzondere epiloog. Eerder dit jaar won Greipel een rit in de Ruta del Sol, toevallig op de verjaardag van Cavendish, die zelf moest opgeven in die race. Greipel vindt het vooral irrelevant: “Ach, wat kan ik daar over zeggen? Het is echt niet zo dat ik voor hem ga remmen.”

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium