Emis? Neen”
David Hubert heeft één Supercup op zijn palmares staan. In 2011 klopte hij Standard met Genk: 1-0. Twee jaar eerder waren de rollen omgekeerd: 2-0 voor de Rouches. “Ik herinner me vooral die tweede editie”, aldus Hubert. “Die werd gespeeld enkele weken na die bloedstollende titelmatch tussen beide ploegen. De gemoederen waren nog serieus verhit. Een pittige match was het, met onder andere een vroege uitsluiting van Vossen.”
Wilfried Delbroek stond rond de eeuwwisseling drie keer in een Supercup. Maar tegen Club Brugge, Lierse en Anderlecht werd telkens verloren. “Het is de enige prijs die ik in mijn carrière niet gewonnen heb”, zegt hij. “Of het een gemis is? Neen. Ik werd twee keer kampioen en ik won tweemaal de beker. Ik zou geen enkele van die trofeeën willen inruilen voor een Supercup. Ik word nu nog regelmatig aangesproken over die bekers of die titels. Maar over de Supercup? Neen. Vraag aan de Genkse fans hoeveel keer hun ploeg die gewonnen heeft, je gaat er niet veel vinden die daar het juiste antwoord op kunnen geven.”
Wil om te winnen
Wat Delbroek vertelt, zegt alles over het geringe belang van de strijd tussen de landskampioen en de bekerwinnaar. “Logisch toch”, vindt Hubert. “Ten eerste, zijn het niet dezelfde ploegen. Er zijn spelers weg, er zijn spelers bijgekomen. Ten tweede, is het tijdstip ongelukkig. Vlak voor de competitiestart of voor een belangrijk Europees duel. Dus wordt er met geblesseerde spelers geen enkel risico genomen, ook niet als ze amper iets mankeren. Verder staan de meeste teams nog in de steigers.”
“En zijn de spelers nog niet in vorm”, vervolledigt Delbroek. Dus gaat het hier eigenlijk om een oefenwedstrijd, die kadert in de voorbereiding? Of is dat te kort door de bocht? Hubert: “Dat beeld klopt niet helemaal. Het is een oefenwedstrijd, ja. Maar wel eentje waarin de wil om te winnen groter is dan in andere vriendschappelijke partijen. Het is een prestigematch, er hangt ook een prijs aan vast. Zoiets leeft toch wel in de kleedkamer. Eenmaal op het veld, ga je er alles aan doen om te winnen. Maar de vergelijking met een bekerfinale gaat natuurlijk niet op. Daarin zijn de belangen veel groter: een Europees ticket, een winstpremie, enzovoort.” Delbroek: “De intensiteit in dat soort wedstrijden is doorgaans wel vrij groot. Een sportman wil toch altijd en overal winnen, zeker als er een trofee aan vast hangt. Maar risico’s op blessures worden er niet genomen.”
Genk beste kansen
De 42ste editie is er eentje tussen Club Brugge en Genk. Iets om voor te gaan zitten? Delbroek: “Ik hoop natuurlijk dat Genk wint. Al is het een duel dat Genk niet ligt, zo leert de geschiedenis ons. Misschien kijk ik, misschien ook niet. Ik ga er zeker niet speciaal voor thuisblijven.” Hubert: “Wij hebben met Zulte Waregem in de voorbereiding tegen Club Brugge gespeeld. Maar dat was geen waardemeter. Club moet het doen zonder Mignolet, Vormer en Vanaken. Ook Genk mist pionnen maar kan toch terugvallen op een groot deel van de ploeg van vorig seizoen. Er zijn nog geen uitgaande transfers gebeurd. Op papier heeft Genk dus de beste kansen. Maar het is de eerste match sinds lang met publiek. Misschien kan dat ook een rol spelen.”
CLUB BRUGGE
1998