SCHADE IN WALLONIË
PEPINSTER
Meneer, vertel het ons. Wat gaat er met ons huis gebeuren?” Iets na 13 uur, vrijdagmiddag. Hartje rampgebied in de provincie Luik. Naast een brugje langs La
Hoegne, het riviertje dat door het centrum loopt, staat Karin Gouvy nagelbijtend aan een politielint met haar man Dominique Jilson. Het beeld voor hen, aan de andere kant van het brugje, is hallucinant. De ene brug is verwoest, de andere onstabiel. De gevel van de woning naast het water is weggeveegd. Er rest alleen een hoop steenpuin, verwrongen staal en modder. Op de bovenste verdieping hangen in een slaapkamer de vele kleedjes van een vrouw te wapperen. “Dat zijn de mijne”, zegt Karin met tranen in de ogen. “Een man van de gemeente is ons net komen zeggen dat ze straks onze woning gaan slopen. Het is verwoest. Een drama. We zijn alles kwijt.”
“Het is zo snel gegaan”, zegt haar man Dominique. Eerst wat water in de kelder, woensdagavond. Kan gebeuren, dacht hij. Ze wonen net naast de rivier en het regent er elk jaar wel eens hard. “Maar toen ik zag hoe snel het ging, ben ik een pomp gaan kopen. Dat ging een tijd goed. Maar donderdagochtend, rond vier uur ’s nachts, is het razendsnel gegaan. Het water kwam ineens veel hoger. Uit het niets is de deur in splinters ontploft van de druk.”
“Debiel”
In nog geen twee uur tijd werd een bodempje water een kolkende rivier op het gelijkvloers. Het huis werd instabiel, het parket boven kwam omhoog. “Ik riep naar mijn vrouw: we moeten hier weg. Nu!”, vertelt Dominique. “De enige manier was via het raam. We klommen op de vensterbank en kropen langs de gevel tot aan het raam van onze buren.” Bij de buren, hoog in het huis, kon het koppel zich urenlang verschansen. “Natuurlijk was het gevaarlijk wat we moesten doen. Maar wat konden we anders? Binnenblijven was geen optie.” Dat bleek ook donderdagmiddag, toen de hele zijge