Het Belang van Limburg

Wout van Aero

- ZATERDAG TIJDRIT Jan-Pieter de Vlieger in Libourne

In een tijdrit van dertig kilometer mikt Wout van Aert op een tweede ritzege in deze Tour. Als het lukt is dat ook een overwinnin­g voor Hoeselaar Bert Blocken, hoogleraar aan de Universite­it van Eindhoven. Hij legt uit hoe tests in de windtunnel Van Aert helpen om de beste tijdrijder ter wereld te worden.

De helm

“Wout rijdt sinds vorig jaar met de Lazer Volante-tijdrithel­m, maar pas in december 2020 hebben we de positie daarvoor verder geoptimali­seerd in de windtunnel. Een nieuwe helm betekent altijd ook een ietwat nieuwe positie van het hoofd ten opzichte van het torso en daarvoor hebben we een beetje gepuzzeld. Je probeert een mooi geheel te maken van helm, hoofd en torso.”

“We hebben dit jaar ook onderzoek gedaan naar racehelmen, voor een studie die nog niet gepublicee­rd is. En dan is er toch wel veel verschil tussen de merken. De racehelm van Specialize­d, niet toevallig een constructe­ur met een eigen windtunnel en de nieuwste van AGU scoren ongelofeli­jk goed. In de zoektocht naar de perfecte aerodynami­ca zitten we zeker nog niet aan het optimum, maar de marginal gains worden wel steeds marginaler. Daarom denk ik dat we na de custom made sturen straks ook naar de custom made helmen gaan.”

De rug

“Vorig jaar was die bij Wout nog niet helemaal horizontaa­l. Alleen was hij zo goed dat hij tijdritten won in een positie die - tussen aanhalings­tekens - aerodynami­sch gezien niet ideaal was. Nu zit hij echt veel beter. De punt van de helm komt niet hoger dan het hoogste punt van de rug. De stroomlijn gaat perfect van de helm tot achteraan zijn rugnummer.”

“Bij al de betere tijdrijder­s zie je dat daar veel aandacht aan is besteed. Het hoofd zit dan soms als een schildpad tussen de schouders. Bij een frontaal aanzicht moet het hoofd volledig binnen het silhouet van het torso vallen. Dan is het voor de wind geen extra obstakel meer.”

“In de Tirreno reed Wout voor het eerst in die nieuwe houding en iedereen was enorm enthousias­t. Je zag echt de positie van de windtunnel heel mooi terug. Hij won die ook. Ook in de eerste tijdrit in deze Tour hield hij zijn positie goed vast, maar na zijn appendixop­eratie kwam Wout fysiek nog een paar procenten tekort. Voor de tijdrit zaterdag heeft hij volgens mij betere papieren.”

De armen

“Ook op de armen hebben we in december gewerkt. Die komen nu iets meer naar binnen, om het frontaal oppervlak kleiner te maken, maar wel op zo’n manier dat hij nog zijn volledige longvolume kan gebruiken. Het zijn kleine verbeterpu­nten, die Wout nu beter doet dan vroeger.” “Elke positie die goed scoort in de windtunnel, testen teams later op de rollen en de weg. Dan wordt er meetappara­tuur op de renners geplaatst en gefilmd met drones. De bedoeling is om de positie uit de windtunnel zo goed mogelijk te reproducer­en, maar ook om te zien of die niet ten koste gaat van het vermogen dat een renner kan trappen. De vraag is altijd: weegt de aero-winst op tegen het eventuele verlies aan vermogen? Je kan de schouders heel dicht bij elkaar duwen en de ellebogen elkaar laten raken, maar dan duw je ook de borstkas dicht. Dan krijg je een netto-verlies in prestatie.”

Het stuur

Wout heeft nu ook een op maat gemaakt stuur. Hij volgt de trend om de onderarmen niet horizontaa­l, maar geheld te houden. Weliswaar in veel mindere mate dan bijvoorbee­ld Stefan Küng of Filippo

Ganna. De maximale hellingsgr­aad van het stuur is beperkt door de UCI, maar renners zoeken de grens op door het stuur echt bovenaan vast te grijpen, waardoor ze bijna met de knokkels naar voor zitten. Je ziet steeds meer renners die dat overnemen.” “Ganna en Küng zijn ook exponenten van een trend om met ‘spacers’ steeds hoger te gaan met het tijdritstu­ur. Bij hen zit er tien, vijftien of zelfs twintig centimeter tussen het balhoofd en de steunpunte­n voor de ellebogen. Asgreen is daar ook tamelijk extreem in. Bij Wout zitten de armen een stuk minder hoog.”

“En als je echt op de details gaat letten: bij Küng en Ganna zijn het twee staven naast elkaar die het stuur omhoog brengen. Het stuur van Wout heeft er maar één - de zogenaamde ‘mono-riser’. Dat heeft ook weer een licht voordeel, maar dan spreek je over marginal marginal gains (lacht).”

De fiets

“De Cervélo-fiets van Wout scoort zeer goed in windtunnel­testen. Je ziet dat het merk vertrokken is van aero-specialist­en die gedacht hebben ‘wij gaan fietsen bouwen.” Dat is toch iets anders dan fietsconst­ructeurs die later denken ‘we gaan ‘aero’ toevoegen.”

“Ik heb op Sporza José De Cauwer wel eens horen zeggen: ‘al die fietsen zitten heel dicht bij elkaar’. Niets dan waardering voor José wat hij in ’89 heeft gerealisee­rd in aerodynami­ca, daar schrijven ze

 ?? FOTO REUTERS ??
FOTO REUTERS

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium