Het Belang van Limburg

Hoe Van Aert op winst kan mikken in tijdrit én sprint

-

Zaterdag een vlakke tijdrit van 30,8 kilometer tussen de wijngaarde­n van Pomerol en Saint Emilion. Zondag een massasprin­t op de ChampsElys­ées. Wout van Aert mikt in beide koersen op de zege. Hoe kan dat? “De sprints waarin ik het best tot mijn recht kom, zijn sprints na lastige koersen en dan is de anaerobe drempel, die je ook nodig hebt in het tijdrijden, minstens even belangrijk als explosivit­eit.”

Wout van Aert hield zich vrijdag aan zijn plan. “Mocht het tot een sprint komen, mag Mike Teunissen zijn kans gaan”, zei hij vooraf. “Ik focus mij op de tijdrit, die heeft prioriteit. Elke fractie energie die je kan sparen, is winst. Ook voor de mentale rust is een finale rijden met of zonder sprint een groot verschil”, zegt Van Aert. Van Aert begint uitgerust voor wat dat waard is na drie weken Tour - aan het slotweeken­d, waarin hij eerst wil scoren in de tijdrit en daags nadien ook in de massasprin­t op de Champs-Elysées. Volgens trainer Lamberts maakt Van Aert het meeste kans in de tijdrit, zeker gezien het parcours hem beter moet liggen dan de eerste tijdrit van de Tour, waarin hij vierde werd. “Voor mij is Wout intrinsiek een betere tijdrijder dan een sprinter. Er zijn weinig renners, die in een tijdrit hetzelfde hoge vermogen kunnen leveren als Wout”, zegt Lamberts. “Ganna is misschien de enige die dat ook kan.” Goed nieuws, want de Italiaanse wereldkamp­ioen zit niet in de Tour.

Explosivit­eit

Van Aert won nog geen tijdrit in de Tour, maar wel al massasprin­ts - zij het na een lastige finale. De sprint in Parijs is niet lastig. Eerst drie uur losrijden en dan één uur voluit. Het ligt

Van Aert minder goed. “De sprints waarin ik het best tot mijn recht kom, zijn sprints na lastige koersen en dan is de anaerobe drempel minstens even belangrijk als explosivit­eit. Ik zal op training nooit even hard focussen op explosivit­eit als Caleb Ewan doet”, zegt Van Aert. Lamberts maakt de vergelijki­ng met Tim Merlier: “Als Wout en Tim aan het begin van een training een sprintje trekken, wint Tim dankzij zijn hogere sprintsnel­heid. Na een zware rit, haalt de hogere Vo2max het echter van de sprintsnel­heid. Wout wint dan sprints omdat hij overschot heeft tegenover snellere mannen met minder inhoud.” Dat Van Aert - op één weekend zowel een tijdrit kan winnen als een sprint, is omdat hij voor beide discipline­s dezelfde hoge anaerobe drempel nodig heeft. “Mijn trainingen voor een tijdrit en een sprint zijn totaal anders, maar in de Tour-periode wil ik zo licht mogelijk staan. De ervaring leert dat als ik licht sta, ik ook op het vlakke een hoger algemeen niveau haal.”

Mooi meegenomen voor Tokio, waarin veel klimwerk op het menu staat. “Na Tokio zal ik in functie van de twee WK’s en Parijs-Roubaix minder focussen op klimmen en meer werken aan mijn explosivit­eit en kracht”, zegt Van Aert.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium