“Sorry meneer De Croo, ik wil eerste minister worden”
De Limburger met de beste kans op goud? Nina Derwael natuurlijk, maar dan? Wellicht Maaseikenaar Vital
Heynen als bondscoach van Polen, regerend wereldkampioen in het volleybal. “Met een normaal parcours is een medaille normaal”, zegt hij. En na Tokio? Iets helemaal anders. “Sorry meneer De Croo, ik ben van plan eerste minister te worden.”
Negen uur ’s morgens, een en al rust aan de maasplassen in Aldeneik. We zijn eind juni, het druppelt zachtjes, maar het waterpeil is nog normaal. Mensen laten de hond uit of komen joggen. Geen toeristen, en al helemaal geen ramptoeristen. Helemaal de rust waarnaar Vital Heynen (52) snakt. Het laatste decennium is het volleybalbeest amper thuis geweest. Tien jaar geleden wou hij graag eens een jaartje coachen in het buitenland, maar intussen is hij al een vol decennium de hort op: eerst Turkije, dan Italië, Frankrijk en Duitsland. Met Polen pakte hij in 2018 de wereldtitel. “Hoe uniek is dat! In het mannenvolleybal zijn er maar vier coaches in leven die een WK gewonnen hebben. De Braziliaan Bernardo Rezende, een Fransman en een Amerikaan. En daar zit ik als Belg tussen.”
Maar stilaan is Heynen het bohemersleven beu. “Ik was al langer van plan om na de Spelen iets anders te gaan doen en Covid heeft me geleerd dat ik dat kan. Ik zat vorig jaar vier maanden thuis en ben elke dag langs de Maas gaan wandelen. Ik ben een kilo of acht afgevallen, en mijn hond ook. Dat hebben we samen goed gedaan.” Zijn coachcarrière is ook zonder olympische titel geslaagd, zegt hij. Maar vergis je niet: iedereen die Vital Heynen kent, weet hoe hard hij een medaille wil. En liefst van al de mooiste.
Jij bent een van de Limburgers met de beste kansen op een medaille, niet?
(lacht) “Ik heb geen idee. Nina Derwael is een grote kanshebber. Elise Mertens in het dubbelspel misschien. In het enkelspel zou ze zich moeten overtreffen. Dat hebben wij met Polen niet nodig. Met een normaal parcours is een medaille normaal. Polen behoort tot de top vijf van de wereld. Twee ploegen daarvan gaan goed presteren, twee zullen slecht presteren. Als je normaal presteert, pak je dus brons. Ik ben minder goed thuis in de wereld van het turnen, maar ik denk dat het voor Nina gelijkaardig is: er zijn vier of vijf kanshebbers en als Nina normaal presteert, komt ze met een medaille terug. Voor Elise Mertens is dat een ander verhaal in het enkelspel. In het dubbelspel moet ze met een andere partner spelen. Hmm. Dan hebben Sander Gillé en Joran Vliegen een enorm voordeel dat ze elkaar zo goed kennen. Dan kan je je onder druk aan elkaar optrekken. Want de Olympische Spelen, dat is toch een event dat groter is dan je je ook maar kan voorstellen. Ik was er in 2012 bij in Londen. Ik verwachtte veel, maar toch was het waaw!”
Maar jullie hebben dus drie kansen op vijf op een medaille?
“Vijftig procent kans lijkt mij realistisch. Maar de Polen zelf zijn ervan overtuigd dat we een medaille halen. Ze dromen van goud. We hebben het probleem - of het voordeel - dat we de enige ploeg zijn die voor Polen naar de Spelen gaat. We zijn ook de enige ploeg die internationaal aan de wereldtop staat. Volleybal is er bijna zo groot voetbal. Ik sta daar geregeld op de voorpagina’s. De meeste Polen kennen mij wel en ik kan er nog moeilijk gaan winkelen. Naar de WK-finale hebben 18 van de 38 miljoen Polen gekeken, een absoluut record. We krijgen veel aandacht, maar ook veel druk.”
Maar jullie zijn de regerende wereldkampioen. Het is al eens gelukt.
“We zijn wereldkampioen geworden als absolute underdog. Sindsdien hebben we wel bevestigd dat die wereldtitel geen toeval was. We hebben ons aan de top van de wereld gezet met een tweede plaats op de Nations League en de World Cup, met telkens de beste landen ter wereld. In het volleybal heb je de laatste 40 jaar drie grote naties: Rusland, de USA en Brazilië. Enkele landen hebben zich daar de laatste jaren bij geschaard: Italië, Frankrijk en Polen. Normaal gaan de medailles naar die zes.”
Wat is de rol van de coach daarin?
“In een teamsport speelt de coach toch een grote rol. Polen was in 2017 pas elfde op het EK. Ik werd er toen de derde coach in twee jaar tijd. Ik heb maar één speler toegevoegd aan datzelfde team, maar we zijn beginnen winnen. Iemand vroeg mij onlangs: waarin ben jij excellent? Ik vond dat een heel moeilijke vraag. Ik zeg altijd: ik ben een simpele boer uit Limburg. En ‘boer’ bedoel ik niet slecht. Ik kom van het fantastische boerendorp Rotem. Ik kom uit een omgeving die basic is, en dat is aangenaam. Niets zo mooi als met mensen spreken die weten waarover het gaat, en niet alleen maar boeken hebben gelezen. Maar waarin ben ik excellent? Ik heb toen gezegd: in niets. Maar achteraf ben ik daarover gaan nadenken. Ik ben excellent in self belief, zoals ze in het Engels zeggen. Geloof in jezelf. Niet zelfvertrouwen, dat is iets anders. Als ik ergens in geloof, dan straal ik dat heel erg uit. Ik heb geloofd in die Poolse jongens, in een generatie die in het hele land was afgeschreven als een mislukte lichting. Ik heb daarin geloofd en ik heb dat geloof op hen overgedragen. Dát is mijn sterkste punt. In Duitsland is dat ook gelukt. Daar hadden ze in veertig jaar
“Ik sta geregeld op de voorpagina’s in Polen. Naar de WKfinale hebben 18 van de 38 miljoen Polen gekeken. We krijgen veel aandacht, maar
ook veel druk”
Vital Heynen
Bondscoach volleybal in Polen
geen medaille gewonnen. Anderhalf jaar ben ik bezig geweest om ze te overtuigen dat het kon. We hebben brons gehaald. In Polen moet ik het nu soms omdraaien: jongens, een beetje dimmen. Het geloof is té groot.”
Als je het WK kan winnen, is goud op de Spelen ook mogelijk, toch?
“Het WK verloopt tot de halve finales in poules. Dan kan je een fout nog rechtzetten. We zijn wereldkampioen geworden met maar acht van de elf matchen te winnen. In Tokio zijn er twee poules van zes en dan krijg je kwartfinales met directe uitschakeling. Polen heeft nog nooit in de geschiedenis een kwartfinale gewonnen. Het heeft geen olympische volleymedaille behaald sinds 1976 en die kwartfinale is de laatste vijf keer het struikelblok geweest. Daarom draait nu alles om 3 augustus, de dag van de kwartfinales. Daar moeten ze de geschiedenis breken. Dat wordt een heel speciale dag.”
Wat zijn voor jou de Olympische Spelen? Je hebt er als speler nooit van kunnen proeven.
“Als coach, als mens, als sporter had ik de droom om ooit op de Olympische Spelen rond te lopen. Als Belg is dat in het volleybal heel moeilijk. Sinds Mexico in 1968 zijn we nooit meer op de Spelen geweest. Dan weet je dat de kans klein is dat je daar ooit geraakt. Ook als coach niet, want België heeft haast geen internationale coaches. Maar toevallig ben ik erin gerold en nu is goud plots de uitdaging.”
Hoe was je eerste kennismaking met de Spelen in Londen?
“Het ging toen heel snel. In februari dacht ik niet eens aan de Spelen. In maart ben ik Duits bondscoach geworden, in juni speelden we de kwalificaties en in juli liep ik mee in de openingsceremonie. Ik had een kamer met uitzicht op het centrale plein en zag elke dag 500.000 mensen voor mijn deur staan. Dat vond ik toch wel knap.”
Nu ga je dus veel beter voorbereid naar de Spelen?
“We zijn gekwalificeerd sinds 11 augustus 2019. Twee jaar lang, een eeuwigheid, ik ben blij dat het eindelijk komt.”
Zou olympisch kampioen mooier zijn dan wereldkampioen?
“Ik plaats het nog net iets hoger. In de volleybalwereld wordt aanvaard dat het WK moeilijker te winnen is dan de Spelen, omdat er 24 ploegen zijn in plaats van 12. Maar buiten de volleybalwereld wordt een olympische medaille toch hoger ingeschat. Een medaille op de Spelen zou mijn carrière volledig maken. Als het niet lukt, ga ik zwaar ontgoocheld zijn. Maar ik ga niet ontgoocheld zijn over mijn carrière als coach.”
Je bent dit jaar ontslagen bij Perugia, na één wedstrijd in de play-offs. Hoe kan zoiets?
“Ik was daar twee jaar en had aangeven dat ik zou vertrekken. Vanaf die dag was het moeilijk werken. Ik had daarmee de trots van bepaalde mensen geraakt. Als je toch gaat, vertrek dan maar sneller, hebben ze gezegd. Waarom ik wou vertrekken? Het werd tijd om eens thuis te zitten. In Polen heb ik nog niet gezegd dat het gedaan is, maar die kans is toch vrij groot. Sinds 2010 ben ik aan het rondreizen. Gisteren heb ik in de hof gewerkt, voor het eerst in eeuwen. Tijd hebben voor normale dingen, dat mis ik. De laatste maanden leef ik van de ene bubbel naar de andere. Bijna honderd wedstrijden per jaar, dat is eentje om de vier dagen. Wedstrijd voorbereiden, wedstrijd spelen, wedstrijd analyseren. Meer doe je niet meer. Tussendoor trainen, en veel individuele gesprekken met de spelers, want daar sta ik op. De tijd vliegt. Na zoveel jaren en zoveel bubbels lijkt het me geweldig om tijd te hebben. Mijn verhaal stopt in augustus of september en daarna is mijn hele agenda leeg. Dat vind ik geweldig. Als mijn jongste dochter wil afspreken, kan ik nu zeggen: wanneer heb jíj tijd, want ík heb altijd tijd. Dat is nieuw voor mij en daar kijk ik naar uit. En dat gaat langer duren dan veel mensen denken. “
Je kan ook in België aan de slag gaan. Dan ben je elke avond thuis.
“Ik zie mezelf echt andere wegen zoeken, buiten het volleybal. Ik heb altijd hard geroepen dat ik na de mannen vrouwen zou gaan trainen. Men zegt dat vrouwen veel moeilijker zijn en natuurlijk wil ik dat niet geloven. Self belief, he: ik kan dat wél. Maar het zou ook een andere sport kunnen zijn of een andere wereld. Ik maak me geen idee van mijn toekomst. Ik heb het voordeel dat ik financieel wel een tijd voort kan, als mijn dochter niet te veel op Amazon shopt
(lacht naar Bente in de keuken, nvdr).
Mijn grote vraag is: wat wil ik nog écht doen?”
Je bent ooit in de politiek gegaan. Is dat niets?
(spreekt in de bandopnemer)
“Sorry meneer De Croo, maar op mijn to do-lijst staat ook nog: eerste minister worden. Nee, grapje, de politiek heb ik al lang geschrapt.”
Jammer, want ‘sorry meneer De Croo, ik wil premier worden’ zou een mooie krantenkop zijn.
“Het grappige is dat Alexander De Croo mij ooit in een interview vermeld heeft als een ondergewaardeerde coach. Hij is zelf betrokken bij Saturnus Michelbeke in Liga A. Toen heb ik hem een berichtje gestuurd om hem te bedanken. We zijn dus in contact met elkaar. Ik heb zijn nummer. Maar het is niet mijn ambitie. Al had ik in de politiek wel het gevoel dat je iets kan doen. Het gaat langzaam, maar je kan toch iets voor mensen betekenen. Ik zeg niet dat ik dat nooit meer ga doen.”
“De volleybalwereld aanvaardt dat het WK moeilijker te winnen is dan de Spelen. Maar daarbuiten
wordt een olympische medaille
hoger ingeschat”
VItal Heynen
Bondscoach volleybal in Polen