WIELRENNEN Debaele verschalkt Davo-duo
De provinciale kampioenen zijn gekend. Bij de juniores mocht Dré Goelen de gegeerde wit-rode trui aantrekken. Aless De Bock en Jarno Widar werden kampioen als eerstejaars en tweedejaars nieuwelingen. De beloftentitel was voor Jorre Debaele en bij de eliten zonder contract was de zege voor Rutger Wouters.
Eigenlijk werd vooraf enkel Rutger Wouters als grote favoriet aangewezen. De andere kampioenen zijn stuk voor stuk sterke renners maar waren niet meteen de uitgesproken kanshebbers. Wouters moest vorige keer op dezelfde plaats de titel aan Dries Lehaen laten. Dit keer liet hij zich niet ringeloren. Aanvankelijk hield de hardrijder uit Koersel zich wat gedeisd in het peloton. “Ook omdat ik me in de eerste koershelft niet al te best voelde”, verklaarde hij na afloop. “Het parcours is vrij lastig, maar vooral door de warmte draaiden de benen stroef.”
Daardoor leek het er lange tijd op dat hij weer achter het net zou vissen. Een gevaarlijke kopgroep van twaalf renners fietste een ruime voorsprong bij elkaar. Tot Wouters zijn duivels ontbond en in geen tijd samen met zijn ploegmaat Sven Noels naar de leiders fietste. Uiteindelijk vormde zich een kopgroep van 23 renners met daarbij drie Limburgse eliten (Sander Elen, Rutger Wouters en Wim Reynaerts) en drie Limburgse beloften (Jorre Debaele, Tristan Scherpenbergh en Elias Vanheel). Op één ronde van het einde gingen Ayco Bastiaens en Stijn De Bock in de aanval. Het duo werd niet meer ingehaald en spurtte voor de dagzege. Het was Bastiaens die met ruim verschil aan het langste eind trok. Rutger Wouters eindigde als eerste Limburgse elite op de
PROVINCIALE KAMPIOENSCHAPPEN zesde plaats en verzekerde zich zo van de provinciale titel.
Afspraken niet nagekomen
Bij de beloften ging die titel naar Jorre Debaele, die als vierde over de eindstreep kwam. Niemand die het hem zal misgunnen, want het is een knaap die altijd koers maakt maar daarvoor te vaak niet wordt beloond. Tenzij het duo Scherpenbergh-Vanheel, beiden van het Davo Cycling Team. Wellicht gaat hun ploegleider nog wat werk hebben om de twee weer op dezelfde lijn te krijgen. Hun gezichten stonden na afloop immers op onweer. Blijkbaar hadden ze onderweg afspraken gemaakt, waardoor één van de twee kampioen moest worden. Afspraken die niet werden nagekomen. Debaele profiteerde ervan door in het slot samen met Michael Van Staeyen een gaatje te slaan en zich zo tot Limburgs kampioen te kronen. “Twee jaar geleden greep ik hier op de veldrit in Kerniel net naast de titel. Toen ging Arne Baers me vooraf. Ik was er op gebrand om het nu toch eens te doen, want provinciaal kampioen werd ik nog nooit. Het parcours lag me prima en op het einde had ik nog kracht genoeg om de andere Limburgers te verschalken”, glunderde Debaele.
Het gezicht van Tristan Scherpenbergh stond dan weer op onweer. “Dit had eigenlijk niet mogen mislopen”, sakkerde hij. “Ik was al eens beloftenkampioen en als laatstejaars wilde ik het graag nog eens.”
Zijn ploegmaat Elias Vanheel was zo ontgoocheld dat hij zelfs niet als derde Limburger op het podium verscheen.