Philipsen hard voor zichzelf na zes sprintnederlagen
Ontroostbaar, zo bleef Jasper Philipsen zondag achter op de Champs-Elysées. Van onmacht de tranen verbijtend na alwéér een tweede plaats. “Mijn palmares kon al groter zijn, ik heb al veel laten liggen.”
Jasper, hoe kijk je nu terug op die sprint op de Champs-Elysées in een Tour waarin je zes keer het podium haalde?
“De teleurstelling houdt nog een paar dagen aan. Ik rook de zege, maar bleef er een half wiel van verwijderd. Pijnlijk. Ik zat daar met een glas champagne dat zuur smaakte. Ploegmanager Philip Roodhooft sprak me moed in. Maar opeens was het besef er dat de Tour gedaan was. Dat ik opnieuw een jaar moet wachten op de zege, waar ik zo naar verlang. Ik denk dat ik een overwinning verdiend had, maar blijf met lege handen achter. Na een paar glazen champagne zat het in mijn hoofd. Ik was ook vergeten om een laagje te leggen.”
Dus ben je met een dubbele kater opgestaan in Parijs?
“Zeg dat wel. Ik stond om tien uur op. Ik ontbeet tijdens de middag en ben dan met de schoonfamilie naar Ham gebold. Het was geen plezierige terugreis. Ik heb niet veel kunnen slapen, ik zat nog te veel met die sprint in mijn hoofd. Ik heb die zondagavond nog tegen mijn goesting bekeken. Misschien kon ik nog iets vroeger begonnen zijn. Dan zat ik misschien vóór Wout. Maar dat is praat achteraf.”
Waarom lukte het telkens net niet?
“Ik denk soms te veel na in een sprint, in plaats van mijn intuïtie te volgen. Ik loop nog te veel tegen de lamp.”
Hoe bedoel je?
“De wil is er. Het is een kwestie van de juiste beslissing op het juiste moment. Zo had ik voor de Champs-Elysées gezegd dat ik op de elf (tandwiel achteraan, nvdr.) zou sprinten. De laatste vijftig meter moest ik misschien nog een tand bij schakelen. De tweede sprint in Châteauroux, waar ik tweede werd, reed ik ook veel te klein.”
Is dat hét verschil met Cavendish, die de sprint in al zijn facetten beheerst?
“Hij heeft me dit jaar al veel zeges gekost. Hij is het grote voorbeeld, voor iedereen. Beter bestaat niet. Maar ik heb hem dit seizoen al redelijk veel vervloekt. Cav is een legende. Als ik negen keer op de tien een fout maak, dan hij één keer op de tien. Hij zei me dat hij op de Champs-Elysées zou stoppen indien hij groen pakte en won. Maar hij won dus niet. Misschien doet hij nog verder.”
Zonder mee te doen aan tussensprints werd je vierde in het puntenklassement. Is groen een mogelijkheid in de toekomst?
“Dat weet ik niet zo goed. Als er mannen bijzitten als Van Aert… Als hij zegt: ‘Ik wil groen’, dan heeft hij groen, hè. Zulke kerels spelen ermee. Ze kunnen overal punten pakken. Daar valt als spurter, die in de bergen tijdig moet zien binnen te raken, niet tegen te beginnen. Zaterdag ging hij à bloc om een tijdrit te winnen tegen de specialisten, terwijl ik me spaarde voor de Champs-Elysées. En dan wint hij ook die sprint. Gelukkig kunnen er dat niet veel.”
Is het een schrale troost dat je vriend Tadej Pogacar deze Tour opnieuw won?
“Maandagochtend om vier uur stuurde hij me een berichtje - ik denk dat hun feestje er toen opzat: Congrats, mate, you should be really proud of what you’ve achieved. Da’s super om te lezen. Als je dat van de Tourwinnaar krijgt na mijn stomme, belachelijke sprint. Pogacar blijft een topkerel, die met de grote prijzen gaat lopen. Hij is van mijn jaar, maar kijk eens naar zijn palmares. Als je ziet wat voor overwinningen hij pakt en waar ik overal naast grijp. Mijn palmares kon al groter zijn. Ik heb al veel laten liggen. Hopelijk denk ik daar later anders over.”
“Maandag om 4 uur kreeg ik een berichtje
van Pogacar. Super als je dat krijgt van de Tourwinnaar na mijn belachelijke sprint”
Jasper Philipsen