Nieuwe vorm van matchfixing boomt
De eerste inworp, de eerste hoekschop, schoten op doel … vandaag kan je niet alleen op de uitslag van een wedstrijd gokken, maar op zowat elke denkbare wedstrijdgebeurtenis. ‘Spotfixing’ is aantrekkelijk voor gokkers en makkelijker voor fraudeurs. En het is booming business.
SPOTFIXING HASSELT
Het manipuleren van alleen een einduitslag of beslissende wedstrijdfases is passé. Dat zegt Guy Reinenbergh, nationaal coördinator sportfraude bij de federale politie. Momenteel zit hij in Abu Dhabi op een internationale conferentie rond wedstrijdvervalsing. Zijn vaststelling: fraudeurs zetten nu in op kleine wedstrijdgebeurtenissen zoals kaarten, hoekschoppen en wissels. Het gaat niet om matchfixing, waarbij de einduitslag gemanipuleerd wordt, maar om ‘spotfixing’. Alles wat niet wedstrijdbepalend is, wordt gemanipuleerd. “Naop tuurlijk gebeurt het ook bij ons”, zegt Reinenbergh. “Tot op het hoogste niveau. Het is booming business. Alleen is het zo moeilijk te bewijzen.”
Fluitje van een cent
Als je vroeger gokte op een voetbalwedstrijd, moest je de uitslag voorspellen. Vandaag kan je geld inzetten op ‘Speler X van ploeg A krijgt een kaart’, ‘Ploeg B krijgt de eerste hoekschop’, ‘Ploeg A vervangt als eerste ploeg een speler’, ‘Speler X van ploeg A schiet meer dan één keer op doel’. Het gaat om zogenaamde ‘spotbetting’: aantrekkelijk voor gokkers, maar ook voor fraudeurs. Als die vroeger geld wilden verdienen via wedstrijdvervalsing, moesten ze inzetten op de overwinning van een ploeg en ervoor zorgen dat die ploeg ook effectief won. En hoe slaag je daar in godsnaam in? Als je al een corrupte scheidsrechter vindt, kan die je niet verzekeren dat hij er ook in zal slagen ploeg A te laten winnen. Een corrupte keeper zou dat wel kunnen door geen enkele bal te pakken, maar dat doet alle alarmbellen afgaan. Dus is het voor fraudeurs goed nieuws dat je nu ook kan inzetten
bijvoorbeeld een speler die een kaart krijgt. Dan moet je enkel die speler zover zien te krijgen dat hij een overtreding begaat die hem geel oplevert. Voor een profvoetballer een fluitje van een cent. En een verdediger die geel pakt, wekt geen argwaan. Bovendien moet de speler zijn overwinningskansen er niet voor opgeven. Dat hij geel neemt, zal de uitslag niet beïnvloeden. En zo ontstond naast ‘spotbetting’ ook ‘spotfixing’.
Nederlands gokverbod
De oplossing ligt voor de hand. “Schaf die eindeloze reeks van wedstrijdgebeurtenissen waarop je kan gokken af”, zegt expert sportfraude Bram Constandt (UGent). Dat gebeurde al in Nederland, waar eersteklassevoetballer Tom Beugelsdijk er vorig jaar van verdacht werd doelbewust een gele kaart te pakken. Het leverde “een gokker” 13.000 euro op. De fixing werd nooit bewezen, maar de Nederlandse regering kwam met een gokverbod op onder meer corners, kaarten en inworpen. In ons land bestaat zo’n beperking niet. In 2019 kwam de Kansspelcommissie wel met een lijst van “fraudegevoelige weddenschappen”, maar die lijst werd nooit toegepast. Ondertussen doet de gokmarkt wat aan zelfregulering. De meest fraudegevoelige voetbalweddenschap, ‘welke ploeg krijgt de eerste inworp’, zal je in geen enkel gokkantoor nog vinden. “Wij hebben er alle belang bij dat er geen fixing gebeurt”, zegt Tom Stammeleer van de Beroepsvereniging van Wedkantoren. “We maken voortdurend inschattingen over de fraudegevoeligheid van onze weddenschappen en passen ons aanbod aan. Maar spotbetting is nu eenmaal populair. Als je dat als particulier kantoor niet gaat doen, schiet je in je eigen voet.”
→ Informatie omtrent matchfixing kan u
anoniem melden op www.sportfraude.be