Centra voor jeugd- en sportkampen in problemen door gestegen kosten
“Onze tarieven zijn nog berekend op basis van de gas- en elektriciteitsprijzen van soms twee of drie jaar geleden”
Pegie Alaers,
manager Sporta Spots
Tal van centra voor jeugd- en sportkampen riskeren de komende maanden met verlies te draaien. De tarieven voor het verblijf zijn vaak immers jaren geleden al afgesproken. Ze rekenen nu op de hulp van scholen en verenigingen om de sterk toegenomen kosten te dragen.
Een zomerkamp, een meerdaagse stage voor een sportclub, een weekendje weg met het gezin of een teambuilding. Sporta Spot in Maaseik, met 78 bedden verspreid over vijftien kamers, kan om allerhande redenen geboekt worden. Maar dan moet u er wel snel bij zijn. Sommige verblijven worden al jaren op voorhand vastgelegd. Ook de kostprijs wordt op dat moment al afgesproken. Scholen, verenigingen en sportclubs willen immers op tijd een inschatting maken van de kosten voor hun kinderen of leden. Maar die werkwijze brengt Sporta Spot, net als vele andere verblijfscentra, nu in de problemen.
“Deze lawine aan prijsstijgingen had immers niemand zien aankomen”, zegt Pegie Alaers, manager van Sporta Spots. “Onze tarieven zijn berekend op basis van de gasen elektriciteitsprijzen van soms twee of drie jaar geleden. Ook de voedingsprijzen, de loonkost en de prijzen voor bouwmaterialen zijn sindsdien enorm gestegen. Doordat we gebonden zijn aan die oude contracten, kunnen we die stijgende kosten niet zomaar doorrekenen.”
Minimale marges
Bovendien zijn de marges in de sector van de jeugdverblijven sowieso al minimaal. “We willen zo veel mogelijk mensen de kans geven om te sporten, op schoolreis te gaan of mee op kamp te trekken met de jeugdbeweging”, zegt Alaers. “Van die kleine marges schiet nu niets meer over, soms schieten we er zelfs bij in.” En dus zat er niets anders op dan met de klanten in dialoog te gaan. “We contacteren momenteel iedereen die tussen nu en vier maanden bij ons langskomt”, zegt Alaers. “We overlopen met hen de boeking en de prijs en leggen uit dat alles in tussentijd duurder geworden is. Bij sommige verenigingen is daar begrip voor en komen we tot een compromis om elk een deel van de extra lasten te dragen. Sommige klanten gaan daar niet op in. Dan kunnen we niet anders dan hen toch te ontvangen, ook al draaien we dan met verlies. Maar uiteindelijk dienen we een gemeenschappelijk doel. Als we moeten sluiten, zijn ook die sportclubs en jeugdbewegingen de dupe. In de contracten die we nu afsluiten, voegen we een aantal clausules in om ons in te dekken. We trekken hier wel onze lessen uit, niemand weet hoelang de prijsstijgingen nog gaan duren.”
Veel vragen
Het Centrum voor Jeugdtoerisme (CJT), het steunpunt voor Vlaamse jeugdverblijfcentra, kreeg de voorbije weken veel vragen van uitbaters over de stijgende prijzen. “Vooral jeugdverblijfcentra die volpension aanbieden, dreigen in de problemen te komen”, zegt CJT-coördinator Frederik Vercammen. “Ze kunnen niet anders dan in gesprek gaan met de bezoekende groepen. Voor afgesloten contracten is het niet de bedoeling om de prijs volledig door te rekenen aan de groepen, maar wel om de stok in twee te breken en de lasten te verdelen. In enkele jeugdverblijfcentra werd reeds contact opgenomen met de klanten voor volgend schooljaar en gelukkig toonde een meerderheid van de groepen begrip voor de situatie. Dat is hoopvol voor de centra die hun belronde nog moeten starten.”
Investeringen uitstellen
Als uitbater van acht Hopper Jeugdverblijven, waaronder De Winner in Pelt, kent ook Scouts en Gidsen Vlaanderen het probleem. “We doen echter geen voorstel aan groepen die al geboekt hebben”, zegt woordvoerder Jan Van Reusel. “In plaats daarvan dragen we de stijgende kosten op verschillende manieren: we putten uit onze eigen middelen, we stellen bepaalde werken of investeringen even uit en we hebben onze prijzen voor 2022 en 2023 aangepast voor de groepen die nog een contract moeten afsluiten.”