Aantal grensarbeiders voorbije jaren gedaald
GRENSARBEID
HASSELT Het aantal Limburgers die in een van de grenslanden werken, is de voorbije jaren flink gedaald. Dat blijkt uit een analyse van HRdienstverlener SD Worx op basis van cijfers van het RIZIV.
Op 30 juni 2021, dat zijn de laatst beschikbare cijfers, pendelden elke dag 15.509 Limburgers naar een van onze grenslanden. Het overgrote deel van hen (15.129) werkte in Nederland. Limburg is daarmee de Vlaamse provincie die het meeste werknemers naar het buitenland stuurt. In België doet alleen de provincie Luxemburg beter. In het totaal waren er op 30 juni vorig jaar net geen 88.000 Belgen aan de slag in Nederland, Frankrijk, Luxemburg of Duitsland, een lichte daling vergeleken met 2019.
Uit de cijfers blijkt dat het aantal Limburgse grensarbeiders de voorbije jaren aanzienlijk is gedaald. Op 30 juni 2019 waren er nog 17.973 Limburgers aan de slag in de grensregio’s. Sindsdien daalde het aantal grensarbeiders dus met 13,7 procent. Het aantal grensarbeiders die in onze provincie komen werken, steeg in die periode licht: 2.573 in 2021 en 2.251 in 2019.
Pensioen
Voor de daling van het aantal Limburgers dat in Nederland de kost verdient, zijn er volgens Jos Poukens, die bij ACV Limburg verantwoordelijk is voor de dienst grensarbeid, verschillende redenen. “We hebben de voorbije jaren heel wat grensarbeiders vervroegd zien uitstromen”, legt Poukens uit. “Iemand die eerder met pensioen wil, kan dat doen door zijn tweede pensioenpijler naar voor te schuiven. De vrijgekomen jobs worden niet noodzakelijk ingevuld door iemand uit België.”
Een andere reden voor het dalende aantal grensarbeiders is volgens Jos Poukens de krapte op de arbeidsmarkt, die ervoor zorgt dat Limburgers niet per se in Nederland op zoek moeten gaan naar een job. “Bovendien zijn er ook wel wat mensen afgevloeid in bedrijven met traditioneel een aanzienlijk aantal Belgen.”
Telewerk
SD Worx roept de werkgevers inmiddels op om hun internationaal thuiswerkbeleid goed onder de loep te nemen. 30 juni is namelijk een belangrijke datum. Daarna zijn immers weer de internationale dubbelbelastingverdragen voor grensarbeiders van toepassing. In principe betalen grensarbeiders belasting in het land waar ze werken. Als de grensarbeider voltijds in Nederland werkt, is er geen probleem. In dat geval wordt hij volledig in Nederland belast. Als de werknemer een of meerdere dagen werkt in het land waar hij woont, betaalt hij voor die dagen belastingen in zijn thuisland. Dat kan nadelige gevolgen hebben, zowel voor de werknemer als voor de werkgever. De werknemer dreigt bepaalde Nederlandse aftrekposten te mislopen, terwijl de werkgever tegen een hoop extra administratie aanloopt.
Oplossing
Met het uitbreken van de coronacrisis, toen thuiswerk in vele gevallen verplicht was, sloot de Belgische regering met de buurlanden verdragen waardoor de thuiswerkdagen van de grensarbeiders beschouwd werden als in het buurland gewerkte dagen. Die akkoorden lopen op 30 juni af. “In sommige Nederlandse bedrijven wordt het Belgische grensarbeiders dan verboden meer dan één dag per week thuis te werken”, weet Poukens. “Grensarbeiders dreigen gediscrimineerd te worden.”
De Kamercommissie Financiën keurde in april op initiatief van Steven Matheï (cd&v) een resolutie goed waarin de regering wordt opgeroepen om ook grensarbeiders de kans gegeven om meer thuis te werken. Ook Voka Limburg pleit voor een duurzame oplossing of voor een verlenging van de akkoorden. “Gezien de huidige economische context en het feit dat thuiswerk meer ingeburgerd is door Covid19”, vindt Jonas De Raeve. “Het is voor ons belangrijk dat de fiscale regeling voor thuiswerkers afgestemd wordt tussen landen. Anders dreigen negatieve fiscale gevolgen en bijkomende administratieve lasten.”