WIELRENNEN Ex-winnaar Kenneth Vanbilsen keert terug naar het Hageland
Voor West-Limburgers als Quinten Hermans (Tessenderlo), Jorre Debaele (Halen) en Sander Lemmens (Ham) is Dwars door het Hageland een thuiskoers. Hetzelfde geldt voor Halenaar Kenneth Vanbilsen, die in 2019 Cofidis nog de zege schonk bovenop de Diestse Citadel.
Inmiddels zijn we drie seizoenen verder en verdedigt de 32-jarige Halenaar nog steeds de kleuren van het Franse team. Zat zijn overwinning in Diest daar voor iets tussen? “Nee hoor”, grinnikt Vanbilsen. “Ik had voordien al voor twee jaar bijgetekend. Achteraf had ik beter iets langer gewacht. Dan had ik met andere adelbrieven aan de onderhandelingstafel kunnen komen.” Eén groot voordeel kan Vanbilsen niet onder de mat vegen: niemand heeft meer parcourskennis dan de naar Halen uitgeweken Lummenaar. “Dat zou wel eens kunnen kloppen”, beaamt de Cofidis-renner. “De Citadel van Diest ligt op slechts zes kilometer van mijn voordeur. De finalelus op grondgebied Diest en Scherpenheuvel-Zichem kan ik haast blindelings fietsen.”
Parcourskennis
“Ik ken er iedere bocht, weet er ieder steentje liggen. Ook de bochten in Diest-Centrum en de slotklim (Allerheiligenberg, nvdr) ken ik als mijn broekzak. Ik denk dat ik minstens een keer per maand daar naar boven fiets. Als er geen koers is, moet je op de Allerheiligenberg uitkijken voor die haakse bocht want daar liggen de kasseien er enorm glad bij. Zaterdag zal dat probleem zich gelukkig
DWARS DOOR HET HAGELAND niet stellen, dan is alles netjes opgekuist.”
Ongecontroleerde koers
Dankt Vanbilsen zijn overwinning in het Hageland net aan die parcourskennis of ziet hij ook een andere verklaring? “Mijn kennis van de wegen heeft zeker een rol gespeeld. Het bochtenwerk in
Diest heeft me zeker veel tijdwinst opgeleverd. Misschien wel een halve seconde per bocht. Maar daarnaast moet je ook geluk hebben met de samenstelling van de vluchtersgroep. In 2019 maakten enkel eenzaten deel uit van de kopgroep.”
“Toen ik demarreerde op het onverhard van de Demerdijk in Zichem
keek de rest naar mekaar en kwam er niet meteen een achtervolging op gang. Dat is een scenario dat zich zaterdag kan herhalen. Dwars door het Hageland is traditioneel namelijk een ongecontroleerde koers. Een koers van 181 kilometer, waarvan 41 kilometer onverhard, waarbij ook de tussenstukken op asfalt of macadam doorslaggevend kunnen zijn.”
Gravelcarrière?
Slaat de Halenaar op training wel eens links of rechtsaf om gravel op te zoeken of vindt hij dat eerder overbodig? “Zeker niet, ik gravel wel eens graag”, klinkt het. “Het doorbreekt de eentonigheid van al die wegtrainingen. Ook in de wintermaanden verkies ik geregeld de mountainbike boven de wegfiets. Bijvoorbeeld als het extreem koud is. Dan fiets ik liever drie uur door de bossen dan dat ik op de weg of de rollen moet trainen.” “Toen ik nog jonger was droomde ik wel eens van een deelname aan de Crocodile Trophy (een mythische mountainbikewedstrijd door de Australische outback, nvdr), maar door de opkomst van het gravelen zou het ook die richting kunnen opgaan na afloop van mijn wegcarrière. Als ik genoeg sponsors vind tenminste”, grijnst hij.
Hoe zit het trouwens met die wegcarrière? Het contract van de Halenaar bij Cofidis loopt aan het eind van het seizoen af.“Momenteel heb ik nog nergens een handtekening gezet”, verklapt Vanbilsen. “Ik vermoed dat die gesprekken concreter worden terwijl de Tour bezig is. Zelf zal je me echter niet in de Ronde van Frankrijk bezig zien. Ik gebruik de maand juli om me voor te bereiden op het laatste deel van het seizoen. Een deel dat ik allicht zal aansnijden in de Ronde van Polen. Maar dat zijn zorgen voor later. Dit weekend wachten immers al twee kansen om me te tonen in het Hageland en daags nadien de Elfstedenronde in Brugge. Nadien rij ik waarschijnlijk de Ronde van België en met zekerheid het BK.”