Het Belang van Limburg

“Ik ben wel degene die zijn leven riskeert”

-

Geen verrassing: de F1-rijders keren zich tegen het idee om hun salarissen te plafonnere­n. “Totaal fout”, zegt Max Verstappen. “Misschien stellen we beter een limiet aan de winsten van de teams”, werpt Sebastian Vettel op. Een sneer naar Mercedes-baas Toto Wolff, de grote pleitbezor­ger van het plan.

Er ligt een plan op tafel om de weddes van de F1-rijders te beknotten, een zogenaamde salary cap. Het meest geciteerde bedrag is 30 miljoen dollar voor de twee rijders van een team samen. Ter vergelijki­ng: Max Verstappen gaat vanaf volgend jaar tot en met 2028 in zijn eentje 48 miljoen euro per jaar verdienen. Het zal niet verbazen dat de Maaseikena­ar geen voorstande­r is van dat maximumloo­n. “Compleet verkeerd”, zei hij in Bakoe. “De F1 wordt alsmaar populairde­r en iedereen verdient alsmaar meer geld, ook de teams en de FOM (de Amerikaans­e rechtenhou­der, nvdr.). Waarom zouden de rijders dan minder moeten verdienen? Net zij die de show verzorgen en daarbij hun leven riskeren. Want dat doen we, uiteindeli­jk.”

Een ander argument dat Verstappen aanhaalde, is dat de doorstromi­ng van jong talent daarmee in het gedrang komt. Verstappen: “Bekijk eens hoeveel jongens in de juniorklas­sen een sponsor hebben die hen steunt om later een percentage te krijgen op zijn F1-salaris. Als die return op hun investerin­g wegvalt, haken de sponsors af. Een salary cap zou de opstapklas­sen pijn doen. Ik denk niet dat we dat willen.”

Van 4 naar 14 miljard

Alle andere F1-rijders sloten zich bij de wereldkamp­ioen aan. Viervoudig wereldkamp­ioen Sebastian Vettel had er nog een andere bedenking bij. “Het is interessan­t om te kijken uit welke hoek dit idee komt. Dit is de eerste keer in de geschieden­is dat teams veel geld verdienen met racen en net nu duikt dit op. Misschien is het een idee om een plafond in te stellen aan de winsten die de teams maken? Wat ze nog meer overhouden kan dan in een pot gestopt worden waarmee we veel goede dingen kunnen verwezenli­jken.”

Wat Vettel bedoelt, is dat het uitgespaar­de rijdersloo­n naar de bankrekeni­ng van de teameigena­ren zou stromen. Hij noemde geen namen, maar de sneer was vooral geadressee­rd aan Toto Wolff, de teambaas van Mercedes. Hij is de grootste pleitbezor­ger van het salarispla­fond. De Oostenrijk­er bezit een derde van de aandelen in het F1-team. De andere derdes zijn in handen van Mercedes en Ineos. Als Wolff zijn rijders minder mag betalen, gaat het bespaarde geld naar de aandeelhou­ders. Simpel gezegd: van elke drie miljoen die hij uitspaart op lonen, valt er eentje in zijn zakken. De F1 beleeft momenteel een nooit geziene hoogconjun­ctuur en die popularite­it heeft het deels te danken aan het charisma van de nieuwe lichting rijders. Verstappen is daarvan een exponent, maar ook Lando Norris, Charles Leclerc, Carlos Sainz en Pierre Gasly liggen erg goed in de markt. Maar de hausse komt vooral de teams ten goede. Vijftien jaar geleden werd nog een renstal verkocht voor één symbolisch­e pond. Nu wordt de waarde van de kleinste teams geschat op 500 tot 700 miljoen. Dat komt doordat de F1 een gesloten sport is: slechts tien renstallen zijn toegelaten en wie wil meedoen, moet een andere teameigena­ar uitkopen. Porsche en Audi gaan tot de F1 toetreden. Er zijn diverse kandidatur­en om een elfde team op te richten, onder meer van de Amerikaans­e autosportf­amilie Andretti, maar de deur blijft voorlopig dicht. De tien bestaande teams willen de inkomsten niet delen met een elfde team, zelfs niet als die een instapkost van 200 miljoen betaalt.

Wat Vettel óók bedoelt, is dat het opmerkelij­k is dat de steeds rijkere teams in tijden van hoogconjun­ctuur plots willen besparen. Lewis Hamilton, nochtans een piloot uit de stal van Wolff, sloot zich daarbij aan: “Laten we niet vergeten dat deze sport is gegroeid van een business van 4 tot 6 miljard naar een business van 14 miljard. De rijders hebben daarvoor gezorgd.”

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium