Nieuw weerstation in Heers helpt noodweer in Limburg detecteren
In Heers is zaterdag het 75ste weerstation van Meteo-BE.net in gebruik genomen. “Zo kunnen we sneller waarschuwen bij naderend onheil, want met dat éne KMI-station in Limburg komen we er niet”, zegt Ruben Weytjens.
589 euro. Zoveel moest Bart Daenen van de Pieterkeshoeve in Heers neerleggen voor de MeteoHelix Pro die zaterdagochtend in zijn weide werd geinstalleerd. Een hoogtechnologisch weerstation dat op zonneenergie werkt en elk moment van de dag gegevens als temperatuur, luchtdruk, neerslag en zonneschijn registreert. “De data worden continu naar het internet gestuurd zodat iedereen via de website van Meteo-BE.net in realtime het weer kan volgen”, zegt bezieler Geert Vandenbrande. Daenen kocht het station uit pure liefde voor het weer. “Het eerste wat ik ’s morgens doe, is mijn pluviometer uitlezen. Voortaan gebeurt dat volautomatisch en kan ik op eender welk moment van de dag een schat weergegevens opvragen.” Het netwerk van Meteo-BE.net telt vandaag bijna tachtig stations, maar nog maar vijf in Limburg. “Daar komen er op korte termijn een aantal bij, maar het zouden er eigenlijk veel meer moeten zijn om een goede dekking te krijgen”, zegt weerman Ruben Weytjens, die in onze provincie ambassadeur is voor het project. “Ik heb zelf twee toestellen. Het is niet goedkoop, maar toch hoop ik zo veel mogelijk Limburgers te overtuigen. Hoe meer data, hoe sneller we kunnen waarschuwen bij noodweer.”
Taak KMI
Dat is nochtans de taak van het KMI, maar de overheidsinstantie schiet volgens Weytjens en Vandenbrande tekort op dit vlak. “Het KMI heeft een ontzettend groot klimatologisch meetnet, maar weigert het grootste deel van die data met de bevolking te delen”, betreurt Geert Vandenbrande. “Daarom hebben we samen met andere liefhebbers beslist om zelf een meetnet op te starten dat volledig ten dienste staat van de bevolking. Wij gebruiken hetzelfde type weerstations en waken nauwgezet over de kwaliteit van de opstelling zodat elke Belg betrouwbare weerdata kan opvragen.”
Weytjens onderstreept het belang van die informatie. “Dankzij de neerslagmetingen in het station van Budingen (Zoutleeuw) wist ik vorige zondag op Extrema Outdoor dat er een enorme hoeveelheid water aan zat te komen. Door de klimaatopwarming zullen we steeds vaker extreem weer over ons heen krijgen. Daar kunnen we maar beter zo goed mogelijk op voorbereid zijn. Het KMI deelt op haar website de weergegevens van welgeteld één Limburgs station. Dat is lang niet voldoende.”
Veiligheid
Het KMI benadrukt dat het haar taak wel degelijk ernstig neemt. “Wij staan in voor de meteorologische veiligheid van de bevolking”, benadrukt Marc Christiaens, die verantwoordelijk is voor de informatiediensten bij het KMI. “Op elk moment van de dag is bij ons een medewerker aan het nowcasten, zodat er snel waarschuwingen kunnen worden uitgestuurd.” Christiaens ontkent dat het instituut niet voldoende weerdata met de bevolking zou delen. “Naast de gegevens van dertien KMI-weerstations vind je op onze website ook nog het WOW-netwerk, dat honderden (amateur-)weerstations telt.
Daarnaast hebben we een webpagina met publiek beschikbare data, conform de aanbevelingen van Europa.”
Omdat eender wie zijn weerstation aan het WOW-netwerk kan koppelen, is het volgens Weytjens nauwelijks bruikbaar. “Op het WOW-net zit geen enkele vorm van controle. Daar staan stations tussen die tegen muren zijn opgesteld en véél te hoge maxima tonen. Verzekeringsmaatschappijen zullen deze data ook nooit gebruiken als ze moeten bepalen of een bepaalde windsnelheid is overschreden. Precies daarom is een betrouwbaar, openbaar meetnet als het onze zo belangrijk.”